Alvorens een oordeel te vellen, moet een Chinese rechter worden beoordeeld en goedgekeurd door zijn / haar superieuren, die de zaak niet hebben behandeld. Deze praktijk bestond tot voor kort in China, toen het Chinese Hooggerechtshof de praktijk gedeeltelijk heeft uitgesloten in de laatste ronde van gerechtelijke hervormingen (2014-2017), als een onmisbaar onderdeel van de “gerechtelijk verantwoordingssysteem”. Desalniettemin is de operationele structuur van de Chinese rechtbanken, zoals belichaamd in de praktijk, niet fundamenteel gewijzigd.
1. Herziening en goedkeuring van uitspraken
Het systeem van toetsing en goedkeuring van vonnissen houdt in dat nadat de rechter, die de zaak behandelt, een vonnis of uitspraak heeft opgesteld, hij of zij eerst verslag uitbrengt aan de directeur van zijn of haar afdeling en, indien nodig, de voorzitter van de rechtbank. verantwoordelijk voor de zaak. Pas na hun beoordeling en goedkeuring kan de rechter een dergelijk document als een formeel vonnis of uitspraak publiceren en een dergelijk document aan de partijen betekenen.
De president of de directeur heeft gewoonlijk een dergelijke autoriteit: ten eerste kunnen ze de feiten, het bewijs, de wetten, de beoordelingsresultaten en de uitdrukkingen in woorden in het ontwerpvonnis herzien, en hebben ze het recht om te wijzigen wat zij beschouwen als verkeerd of ongepast, of om de rechters verzoeken het vonnis te herschrijven; ten tweede kunnen zij na beoordeling van de ontwerpdocumenten beslissen of een dergelijk document kan worden betekend als een formeel oordeel aan de partijen.
Met andere woorden, omdat de president of de directeur de inhoud van het ontwerpvonnis beoordeelt, heeft de president of de directeur feitelijk de rechterlijke beoordelingsbevoegdheid in specifieke gevallen gedeeld.
2. Redenen voor de praktijk
Sinds de oprichting van de Volksrepubliek China (VRC) zijn Chinese rechtbanken begonnen met het toepassen van de praktijk van beoordeling en goedkeuring van vonnissen, en de praktijk is tot op heden voortgezet.
Er zijn twee redenen waarom deze praktijk nog steeds bestaat:
Allereerst verwijst volgens de grondwet van de VRC de rechterlijke onafhankelijkheid van China naar de procesonafhankelijkheid van de rechtbank, en niet naar de procesonafhankelijkheid van de rechter. Daarom is de oordeelsbevoegdheid van de rechter in specifieke gevallen niet volledig onafhankelijk, en kunnen andere leden van de rechtbank (vooral de toezichthouders, waaronder de president en de directeuren van de rechtbank) de oordeelsbevoegdheid van de rechter delen.
Ten tweede zijn de professionele competenties en ethiek van Chinese rechters gedurende een lange periode na de oprichting van de VRC nog steeds niet bevredigend. Daarom kan de beoordeling van het vonnis door een ervaren president of directeur van de rechtbank de rechter verminderen of voorkomen dat hij verkeerde of oneerlijke uitspraken doet.
3. Twijfels over deze praktijk
Bij de gerechtelijke hervorming van China werd de praktijk van toetsing en goedkeuring van vonnissen in twijfel getrokken, waaronder:
Ten eerste is er in China geen wetgeving of regels die deze praktijk duidelijk bepalen, dus het is geen wettelijke procedure.
Ten tweede ondermijnt deze praktijk de procedurele rechtvaardigheid. De president of de directeur van de rechtbank behandelt de zaak niet persoonlijk en hun begrip van de zaak vloeit alleen voort uit de schriftelijke documenten of verklaringen. Daarom is de praktijk dat zij de beoordelingsbevoegdheid van de rechter delen in strijd met de procedurele rechtvaardigheid.
Bovendien strookt deze praktijk niet met de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de rechter. Aangezien de rechter de persoon is die het oordeel ondertekent, is de rechter verantwoordelijk voor het verkeerde of oneerlijke oordeel. Maar zelfs als de president en de directeur de inhoud van het vonnis wezenlijk hebben beïnvloed, hoeven ze geen enkele verantwoordelijkheid te dragen.
4. Hervorming van deze praktijk
In 2014 publiceerde het SPC de 'Reform Outline of the Fourth Five-Year Reform for the People's Courts (2014-2018)' (人民法院 第四 个 五年 改革 纲要 (2014-2018)), een programmatisch document voor de hervorming van de Chinese rechtbanken in de komende vijf jaar. De SPC verklaarde in het document dat het deze praktijk zal hervormen.
Allereerst ondersteunt het SPC deze opvatting duidelijk, dat wil zeggen: "Het is een objectieve vereiste van de gerechtelijke regels om de persoon die de zaak persoonlijk behandelt een oordeel te laten vellen en de persoon die het oordeel velt de verantwoordelijkheid te laten nemen". Daarom zal het SPC ervoor zorgen dat de rechter die de zaak behandelt "onafhankelijk zijn of haar eigen mening kenbaar maakt" en "de verantwoordelijkheid draagt die voortvloeit uit zijn of haar eigen meningen en prestaties in het proces van de behandeling van de zaak".
Ten tweede zal het SPC "het systeem voor het uitvaardigen van vonnissen hervormen", zodat het oordeel van de rechter die de zaak behandelt niet langer hoeft te worden herzien en goedgekeurd door de president en de directeur van de rechtbank.
Ten derde behoudt het SPC nog steeds de macht van de president en de directeur om toezicht te houden op belangrijke, moeilijke en gecompliceerde zaken. Alle documenten die bij hun toezichtactiviteiten worden geproduceerd, moeten echter in de archieven worden bewaard, zodat ook het toezicht zelf wordt geregistreerd en aan controle wordt onderworpen.
Als u met ons over het bericht wilt praten, of uw mening en suggesties wilt delen, neem dan contact op met mevrouw Meng Yu (meng.yu@chinajusticeobserver.com).
Als u nieuws wilt ontvangen en diepgaande inzichten wilt krijgen in het Chinese rechtssysteem, kunt u zich abonneren op onze nieuwsbrieven (subscribe.chinajusticeobserver.com).
Medewerkers: Guodong Du , Meng Yu 余 萌