Portaal voor Chinese wetten - CJO

Vind Chinese wetten en officiële openbare documenten in het Engels

EngelsArabischVersimpeld Chinees)NederlandsFransDuitsHindiItaliaansJapanseKoreanPortugeesRussianSpaansZweedsHebreeuwsIndonesianVietnameesThaiTurksMalay

Strafvorderingsrecht van China (2018)

Strafprocesrecht

Soort wetten Wet

Uitgevende instelling Nationaal Volkscongres

Afkondigingsdatum Oktober 26, 2018

Ingangsdatum Oktober 26, 2018

Geldigheidsstatus Geldig

Toepassingsgebied Landelijk

Onderwerp (en) Criminele procedure

Editors) CJ Observer

Wet op het strafprocesrecht van de Volksrepubliek China
(Aangenomen tijdens de tweede zitting van het Vijfde Nationale Volkscongres op 1 juli 1979; voor het eerst gewijzigd in overeenstemming met het besluit tot wijziging van de strafvorderingwet van de Volksrepubliek China aangenomen tijdens de vierde bijeenkomst van de Achtste Nationale Volksrepubliek China). Congres op 17 maart 1996; voor de tweede keer gewijzigd in overeenstemming met het besluit tot wijziging van de wet op het strafprocesrecht van de Volksrepubliek China, aangenomen tijdens de vijfde bijeenkomst van het 11e Nationale Volkscongres van de Volksrepubliek China op 14 maart, 2012; en voor de derde keer gewijzigd in overeenstemming met het besluit tot wijziging van de wet op het strafprocesrecht van de Volksrepubliek China, aangenomen tijdens de zesde bijeenkomst van het 13e Nationale Volkscongres van de Volksrepubliek China op 26 oktober 2018)
Inhoud
Deel een algemene bepalingen
Hoofdstuk I Doel en basisprincipes
Hoofdstuk II Bevoegdheid
Hoofdstuk III Intrekking
Hoofdstuk IV Verdediging en vertegenwoordiging
Hoofdstuk V Bewijs
Hoofdstuk VI Verplichte maatregelen
Hoofdstuk VII Incidentele civiele vorderingen
Hoofdstuk VIII Termijnen en service
Hoofdstuk IX Overige bepalingen
Deel twee: Het indienen van een zaak, onderzoek en het instellen van openbare vervolging
Hoofdstuk I Een zaak indienen
Hoofdstuk II Onderzoek
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Paragraaf 2 Het verhoor van de verdachte
Deel 3 Het ondervragen van de Getuigen
Paragraaf 4 Onderzoek en onderzoek
Paragraaf 5 Zoeken
Sectie 6 Verzegelen en inbeslagname van materieel bewijsmateriaal en documentair bewijsmateriaal
Paragraaf 7 Expertevaluatie
Sectie 8 Technische onderzoeksmaatregelen
Sectie 9 Gezochte bestellingen
Paragraaf 10 Conclusie van onderzoek
Sectie 11 Onderzoek van zaken die rechtstreeks zijn aanvaard door de volksprocureurs
Hoofdstuk III Inleiding van de openbare vervolging
Deel drie Trial
Hoofdstuk I Trial Organisaties
Hoofdstuk II Procedures van eerste aanleg
Paragraaf 1 Zaken van het Openbaar Ministerie
Sectie 2 Zaken van particuliere vervolging
Sectie 3 Beknopte procedures
Sectie 4 Versnelde procedures
Hoofdstuk III Procedures van tweede aanleg
Hoofdstuk IV Procedures voor herziening van doodvonnissen
Hoofdstuk V Procedures voor toezicht op proeven
Deel vier uitvoering
Deel vijf speciale procedures
Hoofdstuk I Procedures voor strafzaken gepleegd door minderjarigen
Hoofdstuk II Procedures voor verzoening tussen betrokken partijen in zaken van openbare vervolging
Hoofdstuk III Procedures voor Trials bij Absentia
Hoofdstuk IV Procedures voor het in beslag nemen van illegale winsten in gevallen waarin de verdachte of beklaagde is ondergedoken of overleden
Hoofdstuk V Procedures voor verplichte medische behandeling voor geesteszieken die niet strafrechtelijk aansprakelijk worden gehouden
Aanvullende bepalingen
Deel een algemene bepalingen
Hoofdstuk I Doel en basisprincipes
Artikel 1 De wet wordt uitgevaardigd in overeenstemming met de grondwet en heeft tot doel een correcte handhaving van het strafrecht te verzekeren, misdaden te bestraffen, de bevolking te beschermen, de staat en openbare veiligheid te beschermen en de socialistische openbare orde te handhaven.
Artikel 2 De doelstellingen van de wet op het strafprocesrecht van de Volksrepubliek China zijn als volgt: ervoor zorgen dat de feiten van misdrijven nauwkeurig en tijdig worden vastgesteld, dat de wet correct wordt toegepast, dat criminelen worden gestraft en dat onschuldige mensen worden gestraft. beschermd tegen strafrechtelijke vervolging, en dat burgers worden opgeleid om zich aan de wet te houden en krachtig te strijden tegen criminele handelingen, om het socialistische rechtsstelsel in stand te houden, de mensenrechten te respecteren en te beschermen, de persoonlijke rechten van de burgers, eigendomsrechten, democratische rechten en andere rechten, en zorgen voor een vlotte voortgang van de socialistische opbouw.
Artikel 3 De openbare veiligheidsorganen zijn verantwoordelijk voor het onderzoek, de detentie, de uitvoering van arrestaties en het vooronderzoek in strafzaken. De volksprocureurs zijn verantwoordelijk voor het procureurwerk, het goedkeuren van arrestaties, het uitvoeren van onderzoek en het instellen van openbare vervolging van zaken die rechtstreeks door de procureursorganen zijn aanvaard. De volksrechtbanken zijn verantwoordelijk voor de berechting. Tenzij de wet anders bepaalt, hebben geen andere organen, organisaties of individuen de bevoegdheid om dergelijke bevoegdheden uit te oefenen.
Bij het voeren van strafrechtelijke procedures moeten de volksrechtbanken, de volksvertegenwoordigers en de openbare veiligheidsorganen de wet en alle relevante bepalingen van andere wetten strikt naleven.
Artikel 4 Staatsveiligheidsorganen behandelen, in overeenstemming met de wet, gevallen van misdrijven die de staatsveiligheid in gevaar brengen en vervullen dezelfde taken en bevoegdheden als de openbare veiligheidsorganen.
Artikel 5 De volksrechtbanken oefenen de rechterlijke macht onafhankelijk uit in overeenstemming met de wet en de volksvertegenwoordigers oefenen de procureursmacht onafhankelijk uit in overeenstemming met de wet, en zij zullen vrij zijn van inmenging door enig bestuursorgaan, openbare organisatie of persoon.
Artikel 6 Bij het voeren van een strafrechtelijke procedure moeten de volksrechtbanken, de volksvertegenwoordigers en de openbare veiligheidsorganen vertrouwen op de massa, zich baseren op feiten en de wet als criterium nemen. De wet is in gelijke mate van toepassing op alle burgers en geen enkel privilege is voor de wet toegestaan.
Artikel 7 Bij het voeren van een strafrechtelijke procedure zullen de volksrechtbanken, de volksprocureurs en de openbare veiligheidsorganen de verantwoordelijkheden verdelen, hun inspanningen coördineren en elkaar controleren om de juiste en effectieve handhaving van de wet te verzekeren.
Artikel 8 De procureurs van het volk oefenen, in overeenstemming met de wet, wettelijk toezicht uit op strafrechtelijke vervolging.
Artikel 9 Burgers van alle nationaliteiten hebben het recht hun moedertaal gesproken en geschreven taal te gebruiken in gerechtelijke procedures. De volksrechtbanken, de volksprocureurs en de openbare veiligheidsorganen zorgen voor vertalingen voor elke partij bij de gerechtelijke procedure die niet bekend is met de gesproken of geschreven taal die gewoonlijk in de plaats wordt gebruikt.
Waar mensen met een minderheidsnationaliteit in een geconcentreerde gemeenschap wonen of waar een aantal nationaliteiten samenleven in een gebied, worden de zittingen voor de rechtbank gehouden in de gesproken taal die gewoonlijk in de plaats wordt gebruikt, en worden uitspraken, kennisgevingen en andere documenten bekendgemaakt in de geschreven taal die gewoonlijk in de plaats wordt gebruikt.
Artikel 10 In rechtszaken passen de volksrechtbanken het systeem toe waarbij de tweede aanleg definitief is.
Artikel 11 Zaken in de volksrechtbanken worden in het openbaar behandeld, tenzij de wet anders bepaalt. Een verdachte heeft het recht op verdediging en de volksrechtbanken hebben de plicht te garanderen dat de verdachte verweer verkrijgt.
Artikel 12 Niemand zal schuldig worden bevonden zonder als zodanig te zijn veroordeeld door een volksrechtbank volgens de wet.
Artikel 13 In rechtszaken passen de volksrechtbanken het systeem toe van mensen die aan de rechtszaken deelnemen, in overeenstemming met de wet.
Artikel 14 Volksrechtbanken, volksrechters en openbare veiligheidsorganen waarborgen het recht op verdediging en andere procesrechten waarop verdachten, beklaagden en andere deelnemers aan gerechtelijke procedures recht hebben.
Deelnemers aan de procedure hebben het recht om een ​​aanklacht in te dienen tegen rechters, procureurs en onderzoekers wier handelingen inbreuk maken op de procedurele rechten van hun burgers of hun personen aan vernedering onderwerpen.
Artikel 15 Een verdachte of een beklaagde die vrijwillig schuld pleit, de strafbare feiten waarvan hij / zij wordt beschuldigd erkent en bereid is straf te aanvaarden, kan in overeenstemming met de wet een milde straf krijgen.
Artikel 16 In elk van de volgende omstandigheden zal geen strafrechtelijke aansprakelijkheid worden onderzocht; indien reeds een onderzoek is ingesteld, wordt de zaak afgewezen of wordt geen vervolging ingesteld, of wordt de behandeling beëindigd, of wordt de onschuld verklaard:
(1) als een handeling duidelijk onbeduidend is, geen ernstige schade toebrengt, en daarom niet als een misdrijf wordt beschouwd;
(2) als de verjaringstermijn voor strafrechtelijke vervolging is verstreken;
(3) indien een vrijstelling van strafrechtelijke bestraffing is verleend in een bijzonder amnestiebesluit;
(4) als het misdrijf alleen moet worden behandeld na een klacht volgens het strafrecht, maar er is geen klacht ingediend of de klacht is ingetrokken;
(5) als de criminele verdachte of beklaagde is overleden; of
(6) indien andere wetten voorzien in een vrijstelling van onderzoek naar strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Artikel 17 De bepalingen van de wet zijn van toepassing op buitenlanders die misdrijven begaan waarvoor de strafrechtelijke aansprakelijkheid moet worden onderzocht.
Indien buitenlanders met diplomatieke voorrechten en immuniteiten misdrijven begaan waarvoor een strafrechtelijke verantwoordelijkheid dient te worden onderzocht, worden die gevallen langs diplomatieke weg opgelost.
Artikel 18 In overeenstemming met de internationale verdragen die de Volksrepubliek China heeft gesloten of is toegetreden, of op basis van het wederkerigheidsbeginsel, kunnen de gerechtelijke organen van China en die van het buitenland bij elkaar om gerechtelijke bijstand in strafzaken verzoeken.
Hoofdstuk II Bevoegdheid
Artikel 19 Het onderzoek in strafzaken wordt uitgevoerd door de openbare veiligheidsorganen, tenzij de wet anders bepaalt.
Elke zaak met betrekking tot valse opsluiting, afpersing van bekentenissen door foltering, illegale huiszoeking of enig ander misdrijf gepleegd door een gerechtsdeurwaarder door gebruik te maken van zijn / haar functies die inbreuk maken op de rechten van de burger en de gerechtelijke rechtspraak schaden, die wordt aangetroffen door gerechtelijk toezicht op procesactiviteiten, kan in het dossier worden geplaatst voor onderzoek door het volksparket. Elk ander geval met betrekking tot een ernstig misdrijf gepleegd door een personeelslid van een overheidsinstantie onder de jurisdictie van de openbare veiligheidsautoriteiten door gebruik te maken van zijn / haar functies, die directe aanvaarding door een volksprocureur vereist, kan voor onderzoek worden ingediend door het volksparket op beslissing van een volksparket op of boven het provinciaal niveau.
Particuliere vervolging wordt rechtstreeks door de volksrechtbanken behandeld.
Artikel 20 De primaire volksrechtbanken zijn bevoegd als rechtbanken van eerste aanleg voor gewone strafzaken; de gevallen die vallen onder de jurisdictie van de volksrechtbanken op hogere niveaus, zoals bepaald door de wet, zijn echter uitzonderingen.
Artikel 21 Tussenrechtbanken zijn bevoegd als rechtbanken van eerste aanleg in de volgende strafzaken:
(1) gevallen die de staatsveiligheid in gevaar brengen of waarbij terroristische activiteiten betrokken zijn; en
(2) gevallen van misdrijven waarop levenslange gevangenisstraf of de doodstraf staat.
Artikel 22 De Hoge Volkshoven zijn bevoegd als rechtbanken van eerste aanleg in belangrijke strafzaken die betrekking hebben op een hele provincie (of autonome regio, of gemeente direct onder de centrale regering).
Artikel 23 Het Opperste Volksgerechtshof is bevoegd als rechtbank van eerste aanleg in belangrijke strafzaken die de hele natie betreffen.
Artikel 24 Indien nodig kan een volksrechtbank op een hoger niveau strafzaken behandelen waarin een volksrechtbank op een lager niveau bevoegd is als rechtbanken van eerste aanleg. Wanneer een volksrechtbank op een lager niveau de omstandigheden van een strafzaak in eerste aanleg als groot of ingewikkeld beschouwt en een berechting door een volksrechtbank op hoger niveau noodzakelijk maakt, kan het verzoeken dat de zaak wordt overgedragen aan de volksrechtbank op het volgende hogere niveau voor proef.
Artikel 25 Een strafzaak valt onder de rechtsmacht van de volksrechtbank van de plaats waar het misdrijf is gepleegd. Als het geschikter is dat de zaak wordt berecht door de volksrechtbank in de plaats waar de verdachte woont, dan kan die rechtbank bevoegd zijn om de zaak te behandelen.
Artikel 26 Wanneer twee of meer volksrechtbanken op hetzelfde niveau jurisdictie hebben over een zaak, zal de zaak worden berecht door de volksrechtbank die de zaak als eerste heeft aanvaard. Indien nodig kan de zaak voor berechting worden overgedragen aan de volksrechtbank in de belangrijkste plaats waar het misdrijf is gepleegd.
Artikel 27 Een volksrechtbank op een hoger niveau kan een volksrechtbank op een lager niveau opdracht geven een zaak te behandelen waarvan de jurisdictie onduidelijk is, en kan ook een volksrechtbank op een lager niveau instrueren om de zaak voor berechting door te verwijzen naar een andere volksrechtbank.
Artikel 28 De bevoegdheid in zaken bij bijzondere volksrechtbanken wordt afzonderlijk geregeld.
Hoofdstuk III Intrekking
Artikel 29 In elk van de volgende situaties trekt een lid van het gerechtelijk, procureur- of onderzoekspersoneel zich vrijwillig terug en hebben de partijen in de zaak en hun wettelijke vertegenwoordigers het recht om zijn / haar terugtrekking te eisen:
(1) wanneer hij / zij een partij of een naaste verwant is van een partij bij de zaak;
(2) wanneer hij of een naast familielid van hem een ​​belang heeft bij de zaak;
(3) waar hij / zij heeft gediend als getuige, getuige-deskundige, verdediger of procesvertegenwoordiger in de huidige zaak; of
(4) wanneer hij / zij andere betrekkingen heeft met een partij bij de zaak die de onpartijdige behandeling van de zaak zouden kunnen beïnvloeden.
Artikel 30 Rechters, procureurs of rechercheurs aanvaarden geen uitnodigingen voor een diner of geschenken van de partijen bij een zaak of de door de partijen toevertrouwde personen en zullen, in strijd met de voorschriften, geen ontmoetingen hebben met de partijen bij een zaak of de personen die door de partijen zijn toevertrouwd.
Elke rechter, procureur of onderzoeker die de bepalingen in de vorige paragraaf overtreedt, zal worden onderzocht op wettelijke aansprakelijkheid. De partijen in de zaak en hun wettelijke vertegenwoordigers hebben het recht om hem / haar te verzoeken zich terug te trekken.
Artikel 31 De terugtrekking van een rechter, procureur en onderzoeker wordt bepaald door respectievelijk de president van de rechtbank, de hoofdprocureur en het hoofd van een orgaan van openbare veiligheid; de terugtrekking van de president van de rechtbank wordt bepaald door de rechterlijke commissie van de rechtbank; en de terugtrekking van de hoofdprocurator of het hoofd van een openbare veiligheidsorgaan wordt bepaald door het procureurcomité van het volksprocureur op het overeenkomstige niveau.
Een onderzoeker mag het onderzoek van een zaak niet opschorten voordat er een besluit is genomen over zijn / haar intrekking.
Wanneer is besloten het verzoek tot intrekking af te wijzen, kan de partij of zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger één keer om heroverweging verzoeken.
Artikel 32 De bepalingen inzake intrekking in dit hoofdstuk zijn van overeenkomstige toepassing op griffiers, tolken en getuigen-deskundigen.
De verdediger of de procesvertegenwoordiger van een zaak kan verzoeken om intrekking of een verzoek om heroverweging indienen overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.
Hoofdstuk IV Verdediging en vertegenwoordiging
Artikel 33 Naast de uitoefening van het recht om zichzelf te verdedigen, kan een verdachte of een verdachte een of twee personen als zijn / haar verdedigers toevertrouwen. De volgende personen kunnen als verdediger worden belast:
(1) advocaten;
(2) personen die zijn aanbevolen door een openbare organisatie of de eenheid waartoe de verdachte of de verdachte behoort; en
(3) voogden of familieleden en vrienden van de criminele verdachte of de beklaagde.
Personen die strafrechtelijk worden bestraft of van wie de persoonlijke vrijheid is beroofd of beperkt volgens de wet, mogen niet als verdedigers optreden.
Degene die uit een openbaar ambt is ontslagen of zijn / haar praktijkcertificaat voor advocaten of notarissen is ingetrokken, mag niet als beklaagde optreden, tenzij hij / zij de voogd of naaste verwant is van de verdachte of de beklaagde.
Artikel 34 Een verdachte heeft het recht een verdachte toe te vertrouwen nadat hij / zij voor het eerst door een onderzoeksorgaan is verhoord of vanaf de datum waarop dwangmaatregelen zijn genomen, op voorwaarde dat de verdachte tijdens het onderzoek slechts een advocaat als zijn / haar verdediger. Gedaagden van zaken hebben het recht om te allen tijde verdedigers toe te vertrouwen.
Een onderzoeksorgaan informeert de strafrechtelijke verdachte tijdens het eerste verhoor van een verdachte of het opleggen van dwangmaatregelen over zijn recht om een ​​verdachte toe te vertrouwen. Het procuraat van een volk stelt de verdachte binnen drie dagen na ontvangst van de stukken van een zaak die voor onderzoek vóór vervolging zijn overgedragen, op de hoogte van zijn / haar recht om een ​​verdediger toe te vertrouwen. Een volksrechtbank stelt de verweerder binnen drie dagen na aanvaarding van een zaak op de hoogte van zijn / haar recht om een ​​verdediger toe te vertrouwen. Wanneer een criminele verdachte of beklaagde verzoekt om de toewijzing van een verdachte tijdens zijn / haar detentie, delen de volksrechtbank, de volksvertegenwoordiging en het betrokken openbare veiligheidsorgaan het verzoek tijdig mee.
Een criminele verdachte of beklaagde in hechtenis kan zijn / haar voogd of naast familielid hebben om namens hem / haar een verdachte toe te vertrouwen.
Een beklaagde stelt, na aanvaarding van de toewijzing door een criminele verdachte of beklaagde, het orgaan voor de behandeling van de zaak tijdig op de hoogte van de toewijzing.
Artikel 35 Een verdachte of beklaagde die wegens financiële moeilijkheden of andere redenen geen verdachte heeft toevertrouwd, de verdachte of beklaagde zelf of zijn / haar naaste familieleden, kan een aanvraag indienen bij een instantie voor rechtsbijstand die een advocaat kan aanwijzen als zijn / haar verweerder indien de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor rechtsbijstand.
Met betrekking tot een criminele verdachte of beklaagde met een visuele, auditieve of spraakgebrek, of een persoon met een verstandelijke beperking die niet volledig het vermogen heeft verloren om zijn / haar eigen gedrag te herkennen of te beheersen, als die persoon niemand heeft toevertrouwd aan zijn / haar verdediger zijn, informeren de volksrechtbank, de volksvertegenwoordiger en het betrokken orgaan van de openbare veiligheid een instantie voor rechtsbijstand om een ​​advocaat als zijn / haar verdediger aan te wijzen.
Wanneer een criminele verdachte of beklaagde die een misdrijf pleegt waarop levenslange gevangenisstraf of de doodstraf staat, geen verdediger heeft toevertrouwd, informeren de volksrechtbank, de volksvertegenwoordiger en het betrokken orgaan van de openbare veiligheid een rechtsbijstandsinstantie om een ​​advocaat aan te wijzen als zijn / haar verdediger. .
Artikel 36 Een bureau voor rechtsbijstand kan advocaten van dienst hebben die zijn gestationeerd op plaatsen als volksrechtbanken of detentiehuizen. Voor strafrechtelijke verdachten of beklaagden die de verdachte niet toevertrouwen, noch rechtsbijstandinstanties wijzen advocaten aan om hen te verdedigen, zullen dergelijke advocaten van dienstplichtige verdachten of beklaagden juridische bijstand verlenen zoals juridisch advies, suggesties voor procedurele selectie, verzoek om wijziging van de verplichte maatregelen , en meningen geven over de behandeling van zaken, enz.
Elke volksrechtbank, de procureur van het volk of het detentiehuis zal een criminele verdachte of beklaagde informeren over zijn / haar recht om een ​​advocaat van dienst te ontmoeten en een dergelijke benoeming vergemakkelijken.
Artikel 37 De verantwoordelijkheden van een verdachte zijn om, in overeenstemming met de feiten en de wet, materialen en meningen te presenteren waaruit blijkt dat de verdachte of beklaagde onschuldig is of dat het misdrijf een klein vergrijp is, of dat de verdachte of beklaagde in aanmerking komt. voor een gematigde straf of vrijstelling van de strafrechtelijke aansprakelijkheid, om de procesrechten en andere legitieme rechten en belangen van de criminele verdachte of beklaagde te vrijwaren.
Artikel 38 Tijdens de onderzoeksperiode kan een advocaat een verdachte rechtsbijstand verlenen, namens de verdachte verzoekschriften en beschuldigingen indienen, om wijziging van de dwangmaatregelen verzoeken, bij het opsporingsorgaan te weten komen van welk misdrijf de verdachte is gepleegd. veroordeeld en de informatie met betrekking tot de zaak, en zijn / haar mening geven.
Artikel 39 Advocaten van de verdediging kunnen ontmoetingen hebben en correspondentie voeren met verdachten of beklaagden die in hechtenis zitten. Andere verdedigers kunnen, met toestemming van de volksrechtbanken en de volksvertegenwoordigers, ook ontmoeten en corresponderen met verdachten of verdachten die in detentie zitten.
Wanneer een advocaat verzoekt om een ​​ontmoeting met een criminele verdachte of gedetineerde gedetineerde op grond van het praktijkcertificaat van de advocaat en de certificeringsdocumenten en de machtigingsbrief afgegeven door zijn / haar advocatenkantoor, of een officieel document voor rechtsbijstand, dan betrokken huis regelt tijdig, doch uiterlijk 48 uur na ontvangst van het verzoek, het overleg.
Tijdens de onderzoeksperiode voor misdrijven die de staatsveiligheid in gevaar brengen, waarbij terroristische activiteiten betrokken zijn of waarbij aanzienlijke hoeveelheden steekpenningen zijn gemoeid, moeten advocaten de goedkeuring van onderzoeksorganen verkrijgen voordat zij de verdachten ontmoeten. De onderzoeksorganen stellen de detentiecentra vooraf in kennis van de gegevens met betrekking tot de genoemde gevallen.
Een advocaat heeft het recht om onderzoek te doen naar de zaak en juridisch advies te verstrekken tijdens de ontmoeting met een verdachte of beklaagde in hechtenis en kan vanaf de datum waarop de zaak wordt overgedragen voor onderzoek voorafgaand aan vervolging, relevant bewijsmateriaal verifiëren bij de verdachte. of gedaagde. De ontmoeting tussen de advocaat en de verdachte of beklaagde wordt niet gecontroleerd.
Met betrekking tot omstandigheden waarin advocaten van de verdediging elkaar ontmoeten en corresponderen met verdachten of beklaagden die onder residentieel toezicht staan, zijn de bepalingen van de leden 1, 3 en 4 van dit artikel van toepassing.
Artikel 40 Een advocaat kan, vanaf de datum waarop het betrokken volksparket de zaak voor vervolging begint te onderzoeken, het materiaal van het dossier raadplegen, uittreden en reproduceren. Andere verdedigers mogen, met toestemming van het volksparket of de volksrechtbank, bovengenoemd materiaal ook raadplegen, uittreden en reproduceren.
Artikel 41 Wanneer een verdachte van mening is dat het relevante openbare veiligheidsorgaan of het openbaar ministerie er niet in slaagt om bepaald bewijsmateriaal dat tijdens het onderzoektijdvak of de onderzoeksperiode is verzameld, in te dienen voor onderzoek voorafgaand aan vervolging, terwijl dergelijk bewijs kan bewijzen dat de verdachte of verdachte onschuldig is of het misdrijf betrokken is een klein vergrijp is, heeft de verdediger het recht om bij het volksparket of de betrokken volksrechtbank een aanvraag in te dienen om dergelijk bewijs te verkrijgen.
Artikel 42 Indien een verdachte bewijs heeft verzameld waaruit blijkt dat de betrokken verdachte niet op de plaats van het misdrijf was, nog niet de leeftijd heeft bereikt om strafrechtelijk aansprakelijk te worden gesteld, of een verstandelijk gehandicapte persoon is die niet wettelijk verplicht is de crimineel aan te nemen aansprakelijkheid, zal de verdediger het relevante openbare orgaan en de volksvertegenwoordiging tijdig van dergelijk bewijs op de hoogte stellen.
Artikel 43 Advocaten van de verdediging kunnen, met toestemming van de getuigen of andere betrokken entiteiten en individuen, informatie over de huidige zaak van hen verzamelen, en kunnen ook een aanvraag indienen bij het volksparket of de volksrechtbank voor het verzamelen en verkrijgen van bewijs, of de volksrechtbank verzoeken de getuigen te informeren om voor de rechtbank te verschijnen en getuigenis af te leggen.
Met toestemming van het volksparket of de volksrechtbank en met toestemming van het slachtoffer, zijn / haar naaste familieleden of de getuigen die door het slachtoffer zijn verstrekt, kunnen advocaten van de verdediging informatie over de huidige zaak bij hen verzamelen.
Artikel 44 Geen enkele advocaat of enige andere persoon mag een criminele verdachte of beklaagde helpen bij het verbergen, vernietigen of verzinnen van bewijs of samenspannen met een criminele verdachte of beklaagde om bekentenissen af ​​te leggen, of getuigen te intimideren of ertoe aan te zetten een valse getuigenis af te leggen of andere handelingen te verrichten die de de procedure van gerechtelijke organen.
Elke overtreding van de voorgaande paragraaf is onderworpen aan de wettelijke aansprakelijkheid in overeenstemming met de wet. Elke vermeende misdaad die in dit verband door een verdediger is gepleegd, wordt behandeld door een ander onderzoeksorgaan dan het onderzoeksorgaan dat de zaak behandelt en dat door de verdediger wordt ondernomen. Indien de verdediger een advocaat is, wordt het advocatenkantoor waarvoor de verdediger werkzaam is of de vereniging van advocaten waarvan de verdediger lid is, tijdig in kennis gesteld van relevante informatie.
Artikel 45 Tijdens een proces kan de verdachte weigeren dat zijn / haar verdediger hem / haar blijft verdedigen en mag hij zijn / haar verdediging aan een andere verdediger toevertrouwen.
Artikel 46 Een slachtoffer in een zaak van openbare vervolging, zijn / haar wettelijke vertegenwoordigers of naaste familieleden, en een partij in een incidentele civiele procedure en zijn / haar wettelijke vertegenwoordigers moeten vanaf de datum waarop de zaak wordt overgedragen voor onderzoek vóór vervolging, hebben het recht om een ​​procesvertegenwoordiger toe te vertrouwen. Een particuliere aanklager in een geval van particuliere vervolging en zijn / haar wettelijke vertegenwoordigers, en een partij in een incidentele civiele procedure en zijn / haar wettelijke vertegenwoordigers hebben het recht om te allen tijde een procesvertegenwoordiger toe te vertrouwen.
Het procuraat van het volk stelt het slachtoffer en zijn / haar wettelijke vertegenwoordigers of naaste familieleden en de partij in een incidentele civiele procedure en zijn / haar juridische zaken binnen drie dagen na de datum van ontvangst van het dossier van een zaak die is overgedragen voor onderzoek vóór vervolging, op de hoogte. vertegenwoordigers dat ze het recht hebben om een ​​procesvertegenwoordiger toe te vertrouwen. De volksrechtbank stelt binnen drie dagen vanaf de datum van aanvaarding van een zaak van particuliere vervolging de privé-aanklager en zijn / haar wettelijke vertegenwoordigers en de partij in een incidentele civiele procedure en zijn / haar wettelijke vertegenwoordigers op de hoogte dat zij het recht hebben om toe te vertrouwen een procesvertegenwoordiger.
Artikel 47 Met betrekking tot het toevertrouwen van een procesvertegenwoordiger, worden de bepalingen van artikel 33 van de wet mutatis mutandis toegepast.
Artikel 48 Advocaten van de verdediging hebben het recht om de informatie over hun cliënten die tijdens hun praktijken ter kennis komt, vertrouwelijk te behandelen, op voorwaarde dat zij de rechterlijke organen tijdig informeren over de informatie die hen tijdens hun praktijken ter kennis komt, en daarbij aangeven dat hun cliënten of andere personen plegen of plegen misdrijven die de staatsveiligheid of openbare veiligheid in gevaar brengen, of misdrijven die de persoonlijke veiligheid van anderen ernstig bedreigen.
Artikel 49 Een verdediger of procesvertegenwoordiger heeft het recht om een ​​verzoekschrift of een beschuldiging in te dienen bij het volksparket op hetzelfde of het naast hogere niveau, indien hij / zij van mening is dat het relevante openbare veiligheidsorgaan, het volksparket, de volksrechtbank of zijn personeelsleden hebben zijn / haar rechtmatige uitoefening van de procesrechten belemmerd. Het procuraat van het genoemde volk zal het verzoek of de beschuldiging tijdig beoordelen en de relevante organen op de hoogte stellen om te corrigeren als de authenticiteit van het verzoek of de beschuldiging wordt bevestigd.
Hoofdstuk V Bewijs
Artikel 50 Al het materiaal dat de feiten van een zaak aantoont, geldt als bewijs.
Het bewijs omvat:
(1) fysiek bewijs;
(2) bewijsstukken;
(3) getuigenverklaringen;
(4) verklaringen van slachtoffers;
(5) verklaringen en exculpaties van criminele verdachten of beklaagden;
(6) adviezen van deskundigen;
(7) gegevens van onderzoek, onderzoek, identificatie en onderzoeksexperimenten op plaats delict; en
(8) audiovisueel materiaal en elektronische gegevens.
De authenticiteit van het bewijs zal worden bevestigd voordat het kan worden toegelaten als basis voor het nemen van een beslissing over een vonnis.
Artikel 51 In gevallen van openbare vervolging dragen de procureurs van het volk de bewijslast om te bewijzen dat de beklaagden schuldig zijn, terwijl in gevallen van particuliere vervolging, particuliere aanklagers de bewijslast dragen om te bewijzen dat de beklaagden schuldig zijn.
Artikel 52 Rechters, procuratiepersoneel en rechercheurs houden zich aan de wettelijke procedures bij het verzamelen en verkrijgen van bewijs dat kan aantonen of strafrechtelijke verdachten of beklaagden schuldig of onschuldig zijn en of zaken al dan niet gepaard gaan met ernstige strafbare feiten. Het is hen ten strengste verboden bekentenissen af ​​te persen door middel van marteling, bewijs te verzamelen door middel van bedreiging, verleiding, misleiding of andere onwettige middelen, of iemand te dwingen bewijs te leveren dat zijn / haar eigen schuld bewijst. Zij zorgen ervoor dat alle burgers die bij een zaak betrokken zijn of die informatie hebben over de omstandigheden van een zaak, al het beschikbare bewijsmateriaal op objectieve wijze kunnen leveren en, behalve onder bijzondere omstandigheden, die burgers kunnen vragen om hulp bij het onderzoek.
Artikel 53 De verzoeken van het openbare veiligheidsorgaan om goedkeuring van de arrestatie, de vervolging van de aanklager van het Volksparket en de schriftelijke uitspraken van het Volksgerechtshof moeten trouw zijn aan de feiten. De verantwoordelijkheid van eenieder die de feiten opzettelijk verzwijgt, wordt onderzocht.
Artikel 54 De volksrechtbanken, de volksprocureurs en de openbare veiligheidsorganen hebben de bevoegdheid om bewijs te verzamelen of te verkrijgen van de betrokken entiteiten en individuen. De betrokken entiteiten en personen leveren waarheidsgetrouw bewijs.
Het fysieke bewijsmateriaal, de bewijsstukken, audiovisueel materiaal, elektronische gegevens en ander bewijsmateriaal dat door bestuursorganen is verzameld tijdens de bestuursrechtelijke handhaving en het onderzoek en de behandeling van zaken kan worden gebruikt als bewijs in strafzaken.
Bewijsmateriaal waarbij staatsgeheimen, handelsgeheimen of persoonlijke levenssfeer betrokken zijn, wordt vertrouwelijk behandeld.
Iedereen die bewijs vervalst, verbergt of vernietigt, ongeacht tot welke kant van een zaak hij behoort, moet volgens de wet worden onderzocht.
Artikel 55 Alle gevallen zullen worden beoordeeld volgens de principes dat de nadruk zal worden gelegd op bewijs, onderzoek en onderzoek, terwijl mondelinge verklaringen niet gemakkelijk geloofwaardig zullen worden. Een verdachte kan niet schuldig worden bevonden en tot strafrechtelijke straffen worden veroordeeld als er geen ander bewijs is dan zijn / haar eigen verklaring. Aan de andere kant kan een verdachte schuldig worden bevonden en tot strafrechtelijke straffen worden veroordeeld, zelfs zonder zijn / haar eigen verklaringen, zolang er voldoende en concreet bewijs is.
Bewijs wordt voldoende en concreet geacht als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
(1) er is bewijs voor elk feit dat als basis dient voor veroordeling en veroordeling;
(2) de authenticiteit van het bewijs dat is gebruikt om over de zaak te beslissen, is allemaal bevestigd in overeenstemming met de wettelijke procedures; en
(3) op basis van de uitgebreide beoordeling van al het bewijsmateriaal voor de zaak, zijn de vastgestelde feiten zonder redelijke twijfel bewezen.
Artikel 56 Bekentenissen die op illegale wijze van een criminele verdachte of beklaagde worden afgeperst, zoals foltering, getuigenverklaringen en verklaringen van slachtoffers die op gewelddadige wijze, bedreiging of andere onwettige middelen zijn verzameld, zijn uitgesloten. Fysiek bewijs of gedocumenteerd bewijs dat niet volgens de wettelijke procedures is verzameld en daarom waarschijnlijk de gerechtelijke gerechtigheid wezenlijk zal schaden, zal worden gecorrigeerd of redelijk toegelicht, en zal worden uitgesloten als er geen correctie of redelijke uitleg wordt gegeven.
Bewijs dat zal worden uitgesloten zoals gevonden tijdens onderzoek, onderzoek voorafgaand aan vervolging en berechting, wordt uitgesloten in overeenstemming met de wet en mag niet dienen als basis voor het nemen van vervolgingsadviezen, vervolgingsbeslissingen en vonnissen.
Artikel 57 Wanneer een volksprocureur rapporten, beschuldigingen of tips ontvangt over omstandigheden die betrekking hebben op het onwettig verzamelen van bewijsmateriaal door onderzoekers, of ontdekt dat een onderzoeker dergelijk gedrag met zich meebrengt, zal het volksprocureur een onderzoek instellen en dit verifiëren. Indien een misdrijf wordt gepleegd, zijn de betrokken personen strafrechtelijk aansprakelijk in overeenstemming met de wet.
Artikel 58 Wanneer een rechter tijdens een terechtzitting van mening is dat bewijs kan zijn verzameld op onwettige wijze, zoals bepaald in artikel 56 hierin, wordt een gerechtelijk onderzoek ingesteld naar de wettigheid van de middelen voor het verzamelen van bewijsmateriaal.
De betrokken partij, zijn / haar verdediger en de procesvertegenwoordiger hebben het recht om bij de relevante volksrechtbank een aanvraag in te dienen voor uitsluiting van het bewijs dat op onrechtmatige wijze is verzameld in overeenstemming met de wet. Degenen die verzoeken om uitsluiting van het op onwettige wijze verzamelde bewijsmateriaal, moeten relevante aanwijzingen of materialen verstrekken.
Artikel 59 Het procuraat van een volk draagt ​​de bewijslast met betrekking tot de wettigheid van de middelen voor het verzamelen van bewijs tijdens het gerechtelijk onderzoek daarvan.
Als er geen bewijskracht bestaat voor de wettigheid van de middelen voor het verzamelen van bewijs, kan de volksvertegenwoordiger de betrokken volksrechtbank verzoeken de betrokken onderzoekers of ander personeel op de hoogte te brengen om voor de rechtszaal te verschijnen om uitleg te geven. De volksrechtbank kan, naar eigen goeddunken, relevante onderzoekers of ander personeel op de hoogte stellen om voor de rechtszaal te verschijnen om uitleg te geven. Relevante rechercheurs of ander personeel kunnen ook het initiatief nemen om voor de rechtszaal te verzoeken om uitleg. Betrokken personeel zal ook voor de rechtszaal verschijnen indien dit door de volksrechtbank is medegedeeld.
Artikel 60 Bewijs wordt uitgesloten indien gerechtelijk onderzoek heeft bevestigd of niet kan uitsluiten dat er omstandigheden zijn geweest waarin op illegale wijze bewijs is vergaard, zoals uiteengezet in artikel 56 hierin.
Artikel 61 De getuigenis van een getuige wordt pas toegelaten als basis voor het nemen van een beslissing over een vonnis nadat de getuige door beide partijen is verhoord en verhoord in de rechtszaal, dat wil zeggen zowel de officier van justitie als het slachtoffer. als beklaagde en als verdediger. Indien een rechtbank door onderzoek vaststelt dat een getuige opzettelijk een valse getuigenis heeft afgelegd of strafrechtelijk bewijs heeft verzwegen, behandelt zij de zaak in overeenstemming met de wet.
Artikel 62 Allen die informatie hebben over een zaak, hebben de plicht te getuigen.
Lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen of minderjarigen die goed van kwaad niet kunnen onderscheiden of zich niet naar behoren kunnen uiten, worden niet als getuige gekwalificeerd.
Artikel 63 De volksrechtbanken, de volksparketten en de openbare veiligheidsorganen verzekeren de veiligheid van getuigen en hun naaste familieleden.
Iedereen die een getuige of zijn / haar naaste familieleden intimideert, vernedert, slaat of wraak neemt, als zijn / haar daad een misdrijf vormt, zal volgens de wet worden onderzocht op strafrechtelijke aansprakelijkheid; wanneer de zaak niet ernstig genoeg is om strafrechtelijk te worden bestraft, wordt hij / zij gestraft voor schending van de openbare veiligheid in overeenstemming met de wet.
Artikel 64 Met betrekking tot misdrijven die de staatsveiligheid in gevaar brengen, misdrijven waarbij terroristische activiteiten betrokken zijn, georganiseerde misdrijven gepleegd door groepen in de vorm van criminele syndicaten, drugsgerelateerde misdrijven en dergelijke, indien de persoonlijke veiligheid van de getuigen, deskundigen of slachtoffers of hun naaste familieleden vanwege hun getuigenis in rechtszaken wordt bedreigd, nemen de volksrechtbanken, de volksvertegenwoordigers en de openbare veiligheidsorganen een of meer van de volgende beschermende maatregelen:
(1) het vertrouwelijk houden van de echte namen, adressen, werkgevers en andere persoonlijke informatie van de voornoemde personen;
(2) maatregelen te nemen om de daadwerkelijke verschijning of ware stem te vermijden van degenen die in rechtszalen verschijnen voor getuigenis;
(3) het verbieden van bepaalde personen om contact te hebben met getuigen, deskundigen, slachtoffers en hun naaste familieleden;
(4) het nemen van speciale maatregelen om de persoonlijke en residentiële veiligheid van de voornoemde personen te beschermen; en / of
(5) andere noodzakelijke beschermende maatregelen.
Een getuige, deskundige of slachtoffer die van mening is dat zijn / haar persoonlijke veiligheid of de persoonlijke veiligheid van zijn / haar naaste familieleden in gevaar is als gevolg van zijn / haar getuigenis in rechtszaken, kan bescherming aanvragen bij een volksrechtbank, volksprocureur of openbaar veiligheidsorgaan.
Relevante entiteiten en individuen verlenen medewerking wanneer volksrechtbanken, volksvertegenwoordigers of openbare veiligheidsorganen beschermende maatregelen nemen op grond van de wet.
Artikel 65 Een getuige heeft recht op tegemoetkoming in de kosten van vervoer, huisvesting en catering voor zijn / haar uitvoering van de getuigenverplichting. De toelage die aan getuigen wordt toegekend voor het afleggen van getuigenissen, wordt opgenomen in de zakelijke uitgaven van gerechtelijke organen en wordt gegarandeerd door de openbare financiën van de volksregeringen op hetzelfde niveau.
Indien de getuige een werknemer van een entiteit is, mag de entiteit zijn / haar salaris, bonussen en andere vergoedingen niet rechtstreeks of in verkapte vorm aftrekken.
Hoofdstuk VI Verplichte maatregelen
Artikel 66 De volksrechtbanken, de volksprocureurs en de openbare veiligheidsorganen kunnen, afhankelijk van de omstandigheden van een zaak, een bevel uitvaardigen om de opkomst van de verdachte of verdachte af te dwingen, hem op borgtocht vrijlaten in afwachting van zijn proces of hem onderwerpen / haar aan residentiële bewaking.
Artikel 67 Een volksrechtbank, het openbaar ministerie en het orgaan voor openbare veiligheid kunnen onder een van de volgende voorwaarden toestaan ​​dat een verdachte of verdachte in afwachting van het proces op borgtocht wordt vrijgelaten:
(1) de verdachte of beklaagde pleegt een misdrijf dat bestraft kan worden met openbaar toezicht, strafrechtelijke detentie of aanvullende straffen die afzonderlijk worden opgelegd;
(2) de verdachte of beklaagde een misdaad begaat die bestraft kan worden met een gevangenisstraf voor bepaalde tijd of zwaardere straffen, maar geen bedreiging vormt voor de samenleving als hij / zij in afwachting van zijn proces op borgtocht wordt vrijgelaten;
(3) wanneer de criminele verdachte of beklaagde lijdt aan een ernstige ziekte en niet voor zichzelf kan zorgen, of een vrouw is die zwanger is of borstvoeding geeft, en dus geen bedreiging vormt voor de samenleving als hij / zij dat wel is op borgtocht vrijgelaten in afwachting van het proces; of
(4) de detentieperiode van de criminele verdachte of beklaagde is verstreken maar de zaak is niet afgerond, en daarom moet de strafrechtelijke verdachte of beklaagde op borgtocht worden vrijgelaten in afwachting van het proces.
In afwachting van het proces wordt de vrijlating op borgtocht uitgevoerd door openbare veiligheidsorganen.
Artikel 68 Wanneer de volksrechtbanken, de volksvertegenwoordigers of de openbare veiligheidsorganen besluiten om een ​​verdachte of beklaagde op borgtocht vrij te laten in afwachting van het proces, bevelen zij de verdachte of beklaagde om borg te stellen of borgtocht te betalen.
Artikel 69 Een borgsteller moet een persoon zijn die aan de volgende voorwaarden voldoet:
(1) niet betrokken te zijn bij de huidige zaak;
(2) om de taken van een borgsteller te kunnen uitoefenen;
(3) recht hebben op politieke rechten en niet onderworpen zijn aan beperking van persoonlijke vrijheid; en
(4) een vaste woonplaats en een vast inkomen hebben.
Artikel 70 Een borgsteller vervult de volgende verplichtingen:
(1) om ervoor te zorgen dat de persoon onder zijn garantie de bepalingen van artikel 71 hierin naleeft; en
(2) om tijdig te rapporteren aan het uitvoerende orgaan ingeval wordt ontdekt dat de persoon onder zijn / haar garantie mogelijk daden begaat of reeds heeft gepleegd in strijd met artikel 71 hierin.
Indien de borgsteller de bovengenoemde verplichtingen niet nakomt wanneer de persoon onder zijn garantie een handeling heeft begaan die in strijd is met artikel 71 hierin, wordt hij / zij beboet; en de borg is overeenkomstig de wet strafrechtelijk aansprakelijk indien zijn / haar handeling een strafbaar feit vormt.
Artikel 71 Een verdachte of beklaagde die op borgtocht wordt vrijgelaten in afwachting van zijn proces, dient zich te houden aan de volgende bepalingen:
(1) de stad of het graafschap waar hij / zij verblijft niet te verlaten zonder toestemming van het uitvoerende orgaan;
(2) elke wijziging van adres, werkgever en contactgegevens binnen 24 uur na de wijziging door te geven aan het uitvoerende orgaan;
(3) om tijdig voor een rechtbank te verschijnen wanneer ze worden gedagvaard;
(4) zich in geen enkele vorm te bemoeien met de getuigen die getuigenis afleggen; en
(5) om bewijsmateriaal niet te vernietigen of te vervalsen of met anderen samen te werken om bekentenissen te doen kloppen.
Een volksrechtbank, een volksvertegenwoordiger en een orgaan voor openbare veiligheid kunnen, afhankelijk van de omstandigheden van een zaak, de verdachte of beklaagde die in afwachting van het proces op borgtocht is vrijgelaten, bevelen zich te houden aan een of meer van de volgende bepalingen:
(1) om bepaalde plaatsen niet binnen te gaan;
(2) om bepaalde personen niet te ontmoeten of ermee te corresponderen;
(3) niet deelnemen aan bepaalde activiteiten; en / of
(4) om zijn / haar paspoort en andere reisdocumenten en rijbewijs in bewaring te geven aan het uitvoerende orgaan.
Wanneer een criminele verdachte of beklaagde die op borgtocht is vrijgelaten in afwachting van zijn proces, de bepalingen van de voorgaande twee leden schendt, wordt de betaalde borgtocht geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaard en, afhankelijk van de specifieke omstandigheden, zal de verdachte of beklaagde worden gelast om te schrijven. een erkenning van berouw, opnieuw borgtocht betalen of een borg stellen, of onder residentiële bewaking worden geplaatst of worden gearresteerd.
In het geval dat een criminele verdachte of beklaagde de bepalingen met betrekking tot vrijlating op borgtocht in afwachting van het proces overtreedt, kan hij / zij in hechtenis worden gehouden alvorens te worden gearresteerd volgens de relevante bepalingen.
Artikel 72 Het orgaan dat beslist over vrijlating op borgtocht in afwachting van het proces, beslist over het bedrag van de borgtocht na volledige overweging van de noodzaak om de normale procedure van juridische activiteiten te waarborgen, het gevaar voor de samenleving van de persoon die op borgtocht wordt vrijgelaten in afwachting van het proces, de aard en omstandigheden van de zaak, de ernst van de mogelijke straf, de financiële toestand van de persoon die in afwachting van het proces op borgtocht vrijgelaten moet worden, en andere factoren.
Degene die de borgtocht verstrekt, stort het geld op een speciale rekening bij een door het executieorgaan aangewezen bank.
Artikel 73 Wanneer een criminele verdachte of beklaagde geen enkele bepaling van artikel 71 hierin schendt gedurende de periode dat hij / zij op borgtocht vrijgelaten wordt, zal hij / zij na het verstrijken van de borgtochtperiode de teruggegeven borgsom innen bij de desbetreffende bank door het overleggen van de kennisgeving over de beëindiging van de invrijheidstelling op borgtocht in afwachting van het proces of andere relevante juridische instrumenten.
Artikel 74 Een volksrechtbank, het volksparket en het openbare veiligheidsorgaan kunnen een criminele verdachte of beklaagde die voldoet aan de voorwaarden voor arrestatie onder residentieel toezicht plaatsen en zich onder een van de volgende omstandigheden bevinden:
(1) hij / zij is ernstig ziek en kan niet voor zichzelf zorgen;
(2) ze is zwanger of geeft borstvoeding;
(3) hij / zij is de enige persoon die iemand ondersteunt die niet voor hem / haar kan zorgen;
(4) residentiële surveillance is geschikter gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak of de noodzaak van behandeling van de zaak; of
(5) zijn / haar zaak is niet afgerond na het verstrijken van de detentieperiode, en daarom is residentieel toezicht noodzakelijk.
Als een criminele verdachte of beklaagde voldoet aan de voorwaarden voor vrijlating op borgtocht in afwachting van het proces, maar niet in staat is om borg te stellen of de borgtocht te betalen, kan hij / zij onder residentieel toezicht worden geplaatst.
Residentiële bewaking wordt uitgeoefend door openbare veiligheidsorganen.
Artikel 75 Residentieel toezicht wordt gehandhaafd in de woonplaats van een verdachte of beklaagde of op een aangewezen woonplaats indien hij / zij geen vaste woonplaats heeft. Waar, voor een misdrijf waarvan wordt vermoed dat het de staatsveiligheid in gevaar brengt, een misdrijf waarbij terroristische activiteiten betrokken zijn en een misdrijf waarbij aanzienlijke hoeveelheden steekpenningen zijn gemoeid, indien bewaking op de woonplaats van de criminele verdachte of beklaagde het onderzoek kan belemmeren, kan bewaking op afstand, na goedkeuring door de volksvertegenwoordiging of het openbare veiligheidsorgaan op het naast hogere niveau, worden gehandhaafd op een aangewezen woonplaats, op voorwaarde dat residentiële bewaking niet wordt afgedwongen in een detentiehuis of een speciale locatie voor case-onderzoek.
Wanneer een criminele verdachte of beklaagde onder residentieel toezicht wordt geplaatst op een aangewezen woonplaats, wordt zijn / haar familie binnen 24 uur op de hoogte gesteld van de informatie die daarmee verband houdt, na handhaving van de bewaking van de woonplaats, tenzij de melding niet kan worden verwerkt.
Wanneer criminele verdachten en beklaagden onder residentieel toezicht verdedigers toevertrouwen, is artikel 34 van de wet van toepassing.
De volksprocureurs oefenen toezicht uit op de rechtmatigheid van de beslissing en de handhaving van residentieel toezicht op aangewezen woonplaatsen.
Artikel 76 De duur van verblijfstoezicht op de aangewezen woonplaatsen wordt in mindering gebracht op de boete. Voor criminelen die zijn veroordeeld tot openbare bewaking, wordt elke dag van residentiële bewaking geteld als één dag van de strafperiode; voor criminelen die veroordeeld zijn tot strafrechtelijke detentie of gevangenisstraf voor bepaalde tijd, worden twee dagen residentiële bewaking geteld als één dag van de strafmaat.
Artikel 77 Een criminele verdachte of beklaagde onder residentieel toezicht dient zich te houden aan de volgende bepalingen:
(1) de woonplaats of verblijfplaats niet onder residentieel toezicht te verlaten zonder de toestemming van het uitvoerende orgaan;
(2) om niemand te ontmoeten of te corresponderen zonder de toestemming van het uitvoerende orgaan;
(3) om tijdig voor een rechtbank te verschijnen wanneer ze worden gedagvaard;
(4) zich in geen enkele vorm te mengen in de getuigenverklaringen;
(5) geen bewijsmateriaal te vernietigen of te vervalsen of met anderen samen te werken om bekentenissen te klaren; en
(6) zijn / haar paspoort en andere reisdocumenten, identiteitsbewijs en rijbewijs in bewaring te geven aan het uitvoerende orgaan.
Een criminele verdachte of beklaagde die onder residentieel toezicht is geplaatst, kan worden gearresteerd als hij / zij ernstige schendingen van de voorgaande paragraaf begaat, en kan voorafgaand aan zijn arrestatie worden vastgehouden als een arrestatie noodzakelijk is.
Artikel 78 Een uitvoerend orgaan kan een onder toezicht geplaatste strafrechtelijke verdachte of beklaagde volgen met betrekking tot zijn / haar naleving van de woonbewakingsbepalingen door middel van elektronische bewaking, ad-hocinspectie, enz. Tijdens de onderzoeksperiode kan de correspondentie van de strafbare verdachte op grond van residentiële bewaking kan worden gecontroleerd.
Artikel 79 De termijn die door een volksrechtbank, een volksvertegenwoordiger of een orgaan voor openbare veiligheid aan een verdachte of beklaagde wordt toegekend voor vrijlating op borgtocht in afwachting van het proces, mag niet langer zijn dan 12 maanden; de periode voor residentieel toezicht mag niet langer zijn dan zes maanden.
Gedurende de periode dat de verdachte of beklaagde die op borgtocht wordt vrijgelaten in afwachting van zijn proces of wanneer hij / zij onder residentieel toezicht staat, wordt het onderzoek, de vervolging en de behandeling van de zaak niet geschorst. Als wordt ontdekt dat de criminele verdachte of de beklaagde niet mag worden onderzocht wegens strafrechtelijke verantwoordelijkheid of als de termijn voor vrijlating op borgtocht in afwachting van het proces of de periode van bewaking op afstand is verstreken, wordt deze termijn onmiddellijk beëindigd. De persoon die in afwachting van zijn proces op borgtocht wordt vrijgelaten of die onder residentieel toezicht staat en de betrokken entiteiten worden tijdig van de beëindiging op de hoogte gesteld.
Artikel 80 Arrestaties van criminele verdachten of beklaagden zijn onderworpen aan de goedkeuring van een volksparket of een besluit van een volksrechtbank en worden uitgevoerd door een orgaan van openbare veiligheid.
Artikel 81 Wanneer er bewijs is ter ondersteuning van de feiten van een misdrijf en de verdachte of beklaagde het misdrijf heeft gepleegd dat bestraft kan worden met een gevangenisstraf voor bepaalde tijd of zwaardere straffen, en wanneer het de volgende gevaren voor de samenleving veroorzaakt door de betrokkene niet effectief zal voorkomen strafrechtelijke verdachte of beklaagde als hij / zij op borgtocht wordt vrijgelaten in afwachting van het proces, wordt de verdachte of beklaagde gearresteerd in overeenstemming met de wet:
(1) de criminele verdachte of beklaagde kan een nieuw misdrijf begaan;
(2) er is een reëel risico dat de criminele verdachte of beklaagde de staatsveiligheid, de openbare veiligheid of de openbare orde in gevaar brengt;
(3) de criminele verdachte of beklaagde kan bewijs vernietigen of vervalsen, de getuigen die getuigenis afleggen hinderen of samenspannen met anderen om bekentenissen af ​​te leggen;
(4) de criminele verdachte of beklaagde kan vergeldingsmaatregelen nemen tegen de slachtoffers, informanten of beschuldigers; of
(5) de criminele verdachte of beklaagde probeert zelfmoord te plegen of te ontsnappen.
Voor goedkeuring of beslissing over aanhouding, wordt rekening gehouden met de aard en de omstandigheden van het misdrijf gepleegd door een criminele verdachte of beklaagde, het pleidooi voor schuld en de aanvaarding van de straf door de criminele verdachte of beklaagde, enz. optreden.
Wanneer er bewijs is om de feiten van een misdrijf te staven en de criminele verdachte of beklaagde een misdrijf heeft gepleegd dat kan worden bestraft met een tijdelijke gevangenisstraf van tien jaar of zwaardere straffen, of wanneer er bewijs is om de feiten van een misdrijf te staven, en de criminele verdachte of beklaagde een misdrijf heeft gepleegd dat kan worden bestraft met een tijdelijke gevangenisstraf of zwaardere straffen, maar opzettelijk een eerder misdrijf heeft gepleegd of een onbekende identiteit heeft, wordt de verdachte of beklaagde gearresteerd.
Een criminele verdachte of beklaagde die in afwachting van het proces op borgtocht wordt vrijgelaten of onder residentieel toezicht wordt geplaatst, kan worden gearresteerd als hij / zij ernstige schendingen begaat van de bepalingen met betrekking tot vrijlating op borgtocht in afwachting van een proces of residentieel toezicht.
Artikel 82 Openbare veiligheidsorganen kunnen in eerste instantie een persoon die op heterdaad is betrapt of een hoofdverdachte onder een van de volgende voorwaarden vasthouden:
(1) als hij / zij zich voorbereidt om een ​​misdrijf te plegen, bezig is met het plegen van een misdrijf of onmiddellijk na het plegen van een misdrijf wordt ontdekt;
(2) als een slachtoffer of een ooggetuige heeft vastgesteld dat hij / zij een misdrijf heeft gepleegd;
(3) als er strafrechtelijk bewijs wordt gevonden op zijn / haar lichaam of in zijn / haar verblijfplaats;
(4) als hij / zij probeert zelfmoord te plegen of te ontsnappen na het plegen van een misdrijf, of hij / zij is voortvluchtig;
(5) als het waarschijnlijk is dat zijn / haar bewijsmateriaal zal vernietigen of vervalsen of bekentenissen zal tellen;
(6) als hij / zij zijn / haar echte naam en adres niet vertelt en zijn / haar identiteit onbekend is; en
(7) als hij / zij sterk wordt verdacht van het plegen van misdrijven van de ene plaats naar de andere, herhaaldelijk of in een bende.
Artikel 83 Wanneer een openbaar veiligheidsorgaan een persoon op een andere plaats moet vasthouden of arresteren, stelt het het openbare veiligheidsorgaan van de plaats waar de te arresteren of te arresteren persoon verblijft op de hoogte, en het openbare veiligheidsorgaan aldaar werkt mee aan de actie.
Artikel 84 De hieronder genoemde personen kunnen door elke burger in beslag worden genomen en aan een openbare veiligheidsorgaan, een volksparket of een volksrechtbank worden overgeleverd voor de behandeling van:
(1) elke persoon die een misdrijf pleegt of onmiddellijk na het plegen van een misdrijf wordt ontdekt;
(2) elke persoon die wordt gezocht voor arrestatie;
(3) elke persoon die uit de gevangenis is ontsnapt; en
(4) elke persoon die wordt vervolgd voor arrestatie.
Artikel 85 Wanneer een persoon wordt vastgehouden, moet een orgaan van openbare veiligheid een bevel tot bewaring overleggen.
Na in hechtenis genomen te zijn, wordt een gedetineerde onmiddellijk binnen 24 uur voor bewaring overgebracht naar een detentiecentrum. De familie van de gedetineerde wordt binnen 24 uur na de detentie op de hoogte gesteld van de detentie, tenzij de kennisgeving niet kan worden verwerkt of wanneer de gedetineerde betrokken is bij misdrijven die de staatsveiligheid in gevaar brengen of bij misdrijven van terroristische activiteiten, en een dergelijke kennisgeving kan het onderzoek belemmeren. De familie van de gedetineerde wordt onmiddellijk in kennis gesteld van relevante informatie nadat de omstandigheden die het onderzoek belemmeren, zijn weggenomen.
Artikel 86 Een orgaan van openbare veiligheid ondervraagt ​​een persoon die in hechtenis wordt gehouden binnen 24 uur nadat hij in hechtenis is genomen. Zodra wordt ontdekt dat de hechtenis niet zal zijn opgelegd, zal het orgaan voor openbare veiligheid de persoon onmiddellijk vrijlaten en een vrijgavecertificaat afgeven.
Artikel 87 Wanneer een orgaan van openbare veiligheid een verdachte wil arresteren, dient het een schriftelijk verzoek om goedkeuring van de arrestatie samen met het dossier en het bewijsmateriaal in bij het Volksprocuratoraat op hetzelfde niveau voor onderzoek en goedkeuring. Indien nodig kan het volksparket procureurs sturen om deel te nemen aan de bespreking van een belangrijke zaak door het orgaan van de openbare veiligheid.
Artikel 88 Het procuraat van een volk kan een verdachte ondervragen bij het onderzoeken en goedkeuren van de arrestatie ervan, en het zal de verdachte ondervragen onder een van de volgende omstandigheden:
(1) als er twijfel bestaat of de criminele verdachte voldoet aan de voorwaarden voor aanhouding;
(2) wanneer de criminele verdachte een aanvraag indient om een ​​verklaring af te leggen voor het openbaar personeel; of
(3) waar onderzoeksactiviteiten mogelijk hebben geleid tot ernstige wetsovertredingen.
Tijdens het onderzoek en de goedkeuring van de arrestatie, kan de procurator van het volk getuigen en andere procesdeelnemers ondervragen en luisteren naar de meningen van advocaten van de verdediging; indien een advocaat een verzoek indient om een ​​standpunt in te nemen, hoort hij het advies van de advocaat.
Artikel 89 De hoofdprocureur beslist over het onderzoek en de goedkeuring van de arrestatie van een criminele verdachte door een volksparket. Grote zaken worden ter bespreking en beslissing voorgelegd aan het procureurcomité.
Artikel 90 Nadat een volksprocureur een zaak heeft onderzocht ten aanzien waarvan een orgaan van openbare veiligheid een verzoek tot goedkeuring van de aanhouding heeft ingediend, beslist het naar de omstandigheden van de zaak om de aanhouding goed te keuren of de aanhouding af te keuren. Als het volksprocureur besluit de arrestatie goed te keuren, voert het openbare veiligheidsorgaan dit tijdig uit en stelt het het volksparket onverwijld op de hoogte van het resultaat. Als het volksparket de arrestatie afkeurt, geeft het de redenen daarvoor op; en indien het een aanvullend onderzoek nodig acht, stelt het terzelfder tijd het orgaan voor openbare veiligheid in kennis van de noodzaak.
Artikel 91 Indien het openbare veiligheidsorgaan het nodig acht om een ​​gedetineerde te arresteren, dient het binnen drie dagen na de detentie een verzoek in bij het volksparket voor onderzoek en goedkeuring. Onder bijzondere omstandigheden kan de termijn voor het indienen van een verzoek om onderzoek en goedkeuring met één tot vier dagen worden verlengd.
Voor de arrestatie van een hoofdverdachte die betrokken is bij misdrijven die van de ene plaats naar de andere, herhaaldelijk of in een bende zijn gepleegd, kan de termijn voor het indienen van een verzoek om onderzoek en goedkeuring worden verlengd tot 30 dagen.
Het procuraat van het volk besluit de arrestatie al dan niet goed te keuren binnen zeven dagen na de datum van ontvangst van het schriftelijke verzoek om goedkeuring van de aanhouding, ingediend door een orgaan van openbare veiligheid. Indien het volksparket de arrestatie afkeurt, zal het openbare veiligheidsorgaan, na ontvangst van de kennisgeving, de gedetineerde onmiddellijk vrijlaten en het volksprocureur zonder uitstel op de hoogte stellen van het resultaat. Als verder onderzoek nodig is, en als de vrijgelaten persoon voldoet aan de voorwaarden voor vrijlating op borgtocht in afwachting van zijn proces of voor residentiële bewaking, zal hij / zij toestemming krijgen om op borgtocht vrijgelaten te worden in afwachting van zijn proces of onderworpen te worden aan residentiële bewaking volgens de wet.
Artikel 92 Als het openbare veiligheidsorgaan van mening is dat het besluit van het volksparket om een ​​arrestatie af te keuren onjuist is, kan het om heroverweging verzoeken, maar moet het de gedetineerde onmiddellijk vrijlaten. Als de mening van het openbare veiligheidsorgaan niet wordt aanvaard, kan het een herziening vragen door het volksparket op het eerstvolgende hogere niveau. Het volksparket op het hogere niveau zal de zaak onmiddellijk herzien, beslissen of er al dan niet een wijziging zal worden aangebracht en zal het volksprocuratoraat op het lagere niveau en het openbare veiligheidsorgaan op de hoogte brengen om zijn besluit uit te voeren.
Artikel 93 Bij het doen van een arrestatie moet een orgaan van openbare veiligheid een arrestatiebevel overleggen.
Na aanhouding wordt een aangehouden persoon onmiddellijk voor bewaring overgebracht naar een huis van bewaring. De familie van de aangehouden persoon wordt binnen 24 uur na de aanhouding op de hoogte gesteld, tenzij de melding niet in behandeling kan worden genomen.
Artikel 94 Het verhoor moet binnen 24 uur na de arrestatie worden afgenomen door een volksrechtbank of een volksparket met betrekking tot een persoon die hij heeft gearresteerd, en door een openbaar veiligheidsorgaan met betrekking tot een persoon die hij heeft gearresteerd met de goedkeuring van de het procuraat van het volk. Als wordt geconstateerd dat de persoon niet had mogen worden aangehouden, moet hij / zij onmiddellijk worden vrijgelaten en een vrijgavecertificaat worden afgegeven.
Artikel 95 Nadat een criminele verdachte of beklaagde is gearresteerd, onderzoekt de betrokken volksvertegenwoordiger alsnog de noodzaak van detentie. Wanneer de criminele verdachte of beklaagde niet langer in bewaring hoeft te worden gesteld, stelt het volksparket de vrijlating of wijziging van dwangmaatregelen voor. De relevante organen stellen het volksprotocol binnen tien dagen in kennis van de behandeling van de zaak.
Artikel 96 Indien een volksrechtbank, een volksparket of een openbaar veiligheidsorgaan oordeelt dat de verplichte maatregelen tegen een criminele verdachte of beklaagde ongepast zijn, zullen dergelijke maatregelen onverwijld worden geannuleerd of gewijzigd. Als een orgaan van de openbare veiligheid een gearresteerde persoon vrijlaat of de aanhoudingsmaatregel vervangt door een andere maatregel, stelt het de volksvertegenwoordiger die de arrestatie heeft goedgekeurd daarvan in kennis.
Artikel 97 Een verdachte of beklaagde en zijn wettelijke vertegenwoordiger, naaste familieleden of beklaagde hebben het recht om wijziging van de verplichte maatregelen aan te vragen. De betrokken volksrechtbank, het volksparket en het orgaan voor openbare veiligheid nemen binnen drie dagen na ontvangst van het verzoek een beslissing en stellen de verzoeker in kennis van de redenen voor afkeuring van dergelijke wijzigingen.
Artikel 98 Indien een zaak waarbij een strafrechtelijke verdachte of beklaagde in hechtenis betrokken is, niet kan worden afgesloten binnen de in dit document gestelde termijnen voor het in hechtenis houden van de strafrechtelijke verdachte of beklaagde voor onderzoek, voor onderzoek voorafgaand aan vervolging, of voor de procedure in eerste of tweede aanleg, de strafrechtelijke verdachte of beklaagde wordt vrijgelaten. Waar verder onderzoek, verificatie of berechting nodig is, kan de criminele verdachte of beklaagde in afwachting van het proces op borgtocht worden gepost of onder residentieel toezicht worden geplaatst.
Artikel 99 Een volksrechtbank, volksparket of openbaar veiligheidsorgaan zal, na het verstrijken van de wettelijke termijn voor verplichte maatregelen opgelegd aan een criminele verdachte of beklaagde, de verdachte of de beklaagde vrijlaten, de vrijlating op borgtocht beëindigen in afwachting van het proces of de bewaking van woningen. , of verander de verplichte maatregelen in overeenstemming met de wet. De strafrechtelijke verdachte of beklaagde, en zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger, naaste familieleden of verdedigers hebben het recht om de volksrechtbank, de volksvertegenwoordiging of het openbare veiligheidsorgaan te verzoeken de verplichte maatregelen te beëindigen na het verstrijken van de wettelijke termijn daarvan.
Artikel 100 Wanneer tijdens het onderzoek en de goedkeuring van arrestaties, een volksprocuratoraat onwettigheden ontdekt in de onderzoeksactiviteiten van een openbaar veiligheidsorgaan, stelt het het openbaar veiligheidsorgaan op de hoogte om correcties aan te brengen, en het openbare veiligheidsorgaan stelt het volksprotocol op de hoogte van de correcties die het heeft aangebracht.
Hoofdstuk VII Incidentele civiele vorderingen
Artikel 101 Een slachtoffer dat vermogensschade lijdt als gevolg van strafbare feiten van de verdachte, heeft het recht om tijdens de strafprocedure een incidentele civiele procedure in te stellen. Wanneer het slachtoffer is overleden of zijn / haar hoedanigheid voor burgerlijk gedrag heeft verloren, heeft zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger of naaste familielid het recht om een ​​incidentele civiele procedure in te stellen.
In het geval van verlies van staatseigendommen of collectief eigendom, kan een volksparket een incidentele civiele procedure instellen bij het instellen van een openbaar ministerie.
Artikel 102 Indien nodig kan een volksrechtbank beschermingsmaatregelen nemen om de eigendommen van een verdachte te verzegelen, in beslag te nemen of te bevriezen. De eiser bij een incidentele civiele procedure of een volksparket kan de volksrechtbank verzoeken conservatoire maatregelen te nemen. De volksrechtbank houdt zich bij het nemen van bewaringsmaatregelen aan de wet op de burgerlijke rechtsvordering.
Artikel 103 Een volksrechtbank kan bij het behandelen van een incidentele civiele zaak bemiddeling voeren of een uitspraak of oordeel vellen over vermogensverlies.
Artikel 104 Een incidentele civiele procedure wordt samen met de strafzaak behandeld. Alleen om buitensporige vertraging in de berechting van de strafzaak te voorkomen, mag dezelfde gerechtelijke organisatie, na voltooiing van de strafzaak, de incidentele civiele procedure blijven behandelen.
Hoofdstuk VIII Termijnen en service
Artikel 105 Tijdvakken worden berekend per uur, dag en maand.
Het uur en de dag waarop een tijdsperiode begint, worden niet geteld als binnen de tijdsperiode.
Een wettelijk voorgeschreven tijdsperiode omvat geen reistijd. Beroep of andere documenten die zijn verzonden voordat de termijn is verstreken, worden niet als achterstallig beschouwd.
Valt de laatste dag van een wettelijk tijdvak op een feestdag, dan wordt de dag direct volgend op de feestdag aangemerkt als de einddatum van het tijdvak. De termijn voor het in hechtenis houden van een criminele verdachte, beklaagde of crimineel loopt echter af op de laatste dag van de tijdsperiode en wordt niet verlengd vanwege de officiële feestdag.
Artikel 106 Wanneer een partij een termijn niet kan halen vanwege onweerstaanbare redenen of om andere legitieme redenen, kan de partij binnen vijf dagen nadat de belemmering is opgeheven, verzoeken de procedure voort te zetten die vóór het verstrijken van de termijn had moeten zijn afgerond.
Een volksrechtbank beslist over het al dan niet goedkeuren van de aanvraag zoals beschreven in de vorige paragraaf.
Artikel 107 Oproepingen, kennisgevingen en andere gerechtelijke documenten worden aan de geadresseerde zelf bezorgd; als de geadresseerde afwezig is, kunnen de documenten namens hem / haar worden ontvangen door een volwassen lid van zijn / haar familie of een verantwoordelijke persoon van zijn / haar eenheid.
Indien de geadresseerde of een ontvanger namens hem / haar weigert de documenten te aanvaarden of weigert zijn / haar zegel op het ontvangstbewijs te ondertekenen of aan te brengen, kan de persoon die de documenten betekend de buren van de geadresseerde of andere getuigen ter plaatse vragen om de situatie uit te leggen aan hen, laat de documenten achter in de woonplaats van de geadresseerde, noteer op het dienstbewijs de bijzonderheden van de weigering en de datum van betekening en onderteken zijn / haar naam; de dienst wordt dus geacht te zijn voltooid.
Hoofdstuk IX Overige bepalingen
Artikel 108 Voor de toepassing van de wet zijn de definities van de volgende termen:
(1) "onderzoek": het gespecialiseerde onderzoekswerk en de daarmee verband houdende verplichte maatregelen die volgens de wet worden uitgevoerd door de openbare veiligheidsorganen en de procureurs van het volk tijdens het proces van het verzamelen van bewijsmateriaal en het onderzoeken en vaststellen van een strafzaak.
(2) "partijen": slachtoffers, particuliere aanklagers, criminele verdachten, beklaagden en de eisers en beklaagden in incidentele civiele procedures.
(3) "wettelijke vertegenwoordigers": de ouders, pleegouders of voogden van een persoon die wordt vertegenwoordigd en vertegenwoordigers van het staatsorgaan of de openbare organisatie die verantwoordelijk is voor de bescherming van die persoon;
(4) "deelnemers" aan de procedure: de partijen, wettelijke vertegenwoordigers, procesvertegenwoordigers, verdedigers, getuigen, deskundige getuigen en tolken;
(5) "procesvertegenwoordigers": personen die zijn toevertrouwd door slachtoffers in gevallen van openbare vervolging en hun wettelijke vertegenwoordigers of naaste familieleden en door particuliere aanklagers in gevallen van particuliere vervolging en hun wettelijke vertegenwoordigers om namens hen deel te nemen aan gerechtelijke procedures, en personen die namens hen zijn toevertrouwd door partijen in incidentele civiele procedures en hun wettelijke vertegenwoordigers om namens hen deel te nemen aan gerechtelijke procedures.
(6) "naaste familieleden": iemands echtgenoot of echtgenote, vader, moeder, zoons, dochters en broers en zussen die uit dezelfde ouders zijn geboren.
Deel twee: Het indienen van een zaak, onderzoek en het instellen van openbare vervolging
Hoofdstuk I Een zaak indienen
Artikel 109 De openbare veiligheidsorganen of de volksprocureurs dienen, na het ontdekken van feiten van misdrijven of verdachten van strafrecht, de zaken in voor onderzoek binnen de reikwijdte van hun rechtsmacht.
Artikel 110 Elke entiteit of persoon heeft, na het ontdekken van feiten van een misdrijf of een criminele verdachte, het recht en de plicht om de zaak te melden of informatie te verstrekken aan een openbaar veiligheidsorgaan, een volksparket of een volksrechtbank.
Het openbare veiligheidsorgaan, het volksparket of de volksrechtbank zal alle rapporten, beschuldigingen en informatie aanvaarden. Als een zaak niet onder zijn bevoegdheid valt, verwijst het de zaak naar het bevoegde orgaan en stelt het de persoon die het rapport heeft ingediend, de beschuldiging heeft ingediend of de informatie heeft verstrekt, daarvan in kennis. Als de zaak niet onder zijn bevoegdheid valt maar noodmaatregelen vereist, neemt hij noodmaatregelen alvorens de zaak naar het bevoegde orgaan te verwijzen.
Indien een overtreder zich overgeeft aan een openbare veiligheidsorgaan, een volksparket of een volksrechtbank, is het bepaalde in het derde lid van toepassing.
Artikel 110 Rapporten, beschuldigingen en informatie kunnen schriftelijk of mondeling worden ingediend. De functionaris die een mondeling rapport, beschuldiging of informatie ontvangt, legt hiervan schriftelijk verslag uit, dat, na voorgelezen te zijn aan de melder, beschuldiging of informant en vrij van fouten is bevonden, door hem / haar wordt ondertekend of verzegeld.
De functionaris die de beschuldiging of informatie ontvangt, moet de beschuldigde of de informant duidelijk uitleggen welke juridische verantwoordelijkheid op zich zal nemen voor het uiten van een valse beschuldiging. Een klacht of informatie die niet in overeenstemming is met de feiten, of zelfs een onjuiste klacht, moet strikt worden onderscheiden van een valse beschuldiging, zolang er geen sprake is van verzinsels of vervalsing van bewijsmateriaal.
De openbare veiligheidsorganen, de volksparketten en de volksrechtbanken moeten de veiligheid verzekeren van verslaggevers, aanklagers en informanten, evenals hun naaste familieleden. Indien de verslaggevers, aanklagers of informanten hun naam en handelingen van aangifte, klacht of informatieverstrekking niet aan het publiek wensen kenbaar te maken, zullen deze voor hen vertrouwelijk worden behandeld.
Artikel 112 Een volksrechtbank, volksparket of openbaar veiligheidsorgaan onderzoekt, binnen de reikwijdte van zijn rechtsmacht, onmiddellijk het materiaal dat door een verslaggever, aanklager of informant is verstrekt, en de bekentenis van een dader die zich vrijwillig heeft overgegeven. Als het van mening is dat er feiten van een misdrijf zijn en dat strafrechtelijke aansprakelijkheid moet worden onderzocht, dient het een zaak in. Als het van mening is dat er geen feiten van een misdrijf zijn of dat de feiten duidelijk incidenteel zijn en geen onderzoek naar strafrechtelijke aansprakelijkheid vereisen, dient het geen zaak in en stelt het de beschuldigde in kennis van de reden. Als de aanklager het niet eens is met de beslissing, kan hij / zij om heroverweging vragen.
Artikel 113 Wanneer het openbaar ministerie van mening is dat een zaak moet worden ingediend voor onderzoek door een orgaan van openbare veiligheid, maar dit laatste niet heeft gedaan, of wanneer een slachtoffer vindt dat een zaak moet worden ingediend voor onderzoek door een orgaan van openbare veiligheid, maar dit laatste heeft niet heeft gedaan en het slachtoffer de zaak heeft voorgelegd aan een volksparket, zal het volksprocureur het openbare veiligheidsorgaan verzoeken om de redenen voor het niet indienen van de zaak. Indien het volksparket van mening is dat de redenen voor het niet indienen van de zaak, opgegeven door het orgaan voor openbare veiligheid, onhoudbaar zijn, stelt het het orgaan van openbare veiligheid op de hoogte om de zaak in te dienen, en na ontvangst van de kennisgeving dient het orgaan van openbare veiligheid de zaak in.
Artikel 114 In geval van particuliere vervolging heeft het slachtoffer het recht om rechtstreeks een zaak aanhangig te maken bij een volksrechtbank. Als het slachtoffer dood is of zijn / haar gedragsvermogen heeft verloren, hebben zijn / haar wettelijke vertegenwoordigers en naaste familieleden het recht om een ​​zaak aanhangig te maken bij een volksrechtbank. De volksrechtbank zal het volgens de wet aanvaarden.
Hoofdstuk II Onderzoek
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 115 Met betrekking tot een strafzaak die is ingediend, verricht het orgaan van de openbare veiligheid onderzoek, verzamelt en verkrijgt het bewijs om de verdachte schuldig of onschuldig te bewijzen of om te bewijzen dat het misdrijf gering of ernstig is. Een persoon die op heterdaad is betrapt of een hoofdverdachte kan eerst worden vastgehouden volgens de wet, en een criminele verdachte die aan de voorwaarden voor aanhouding voldoet, wordt volgens de wet gearresteerd.
Artikel 116 Na onderzoek begint het orgaan van de openbare veiligheid een voorlopig onderzoek naar een zaak waarvoor er bewijs is dat de feiten van het misdrijf ondersteunt, om het verzamelde en verkregen bewijsmateriaal te verifiëren.
Artikel 117 De betrokken partij, zijn / haar verdediger, de procesvertegenwoordiger of een belanghebbende hebben het recht om een ​​verzoekschrift of beschuldiging in te dienen bij een gerechtelijk orgaan indien hij / zij van mening is dat het gerechtelijk orgaan of zijn personeelsleden een van de volgende handelingen:
(1) geen bevel tot ontheffing, beëindiging of wijziging van een verplichte maatregel te gelasten na het verstrijken van de wettelijke termijn;
(2) het niet teruggeven van de borgtocht op borgtocht in afwachting van het proces dat zal worden teruggegeven;
(3) eigendommen die niet relevant zijn voor de onderhavige zaak te verzegelen, in beslag te nemen of te bevriezen;
(4) het niet beëindigen van de verzegeling, inbeslagneming en bevriezing van eigendommen zoals vereist; of
(5) om eigendommen die zijn verzegeld, in beslag genomen of bevroren te verduisteren, misbruiken, privé te verdelen, vervangen of gebruiken in strijd met de relevante bepalingen.
Het orgaan dat het verzoek of de beschuldiging heeft aanvaard, behandelt het verzoek of de klacht tijdig. De partij die het verzoek of de beschuldiging indient, kan een beroep doen op de volksvertegenwoordiging op hetzelfde niveau als hij / zij bezwaren heeft tegen de behandelingsresultaten. Voor een zaak die rechtstreeks door een volksprocureur wordt aanvaard, kan de betrokken partij een beroep doen op het volksparket op het eerstvolgende hogere niveau. Het volksparket neemt het beroep tijdig in behandeling en stelt het betrokken orgaan op de hoogte om te corrigeren als het beroep waar wordt bevonden.
Paragraaf 2 Het verhoor van de verdachte
Artikel 118 Het verhoor van een criminele verdachte moet worden uitgevoerd door de onderzoekers van een volksparket of openbaar veiligheidsorgaan. Tijdens een verhoor mogen er niet minder dan twee onderzoekers deelnemen.
Nadat de criminele verdachte voor hechtenis is overgebracht naar een detentiecentrum, voeren opsporingsambtenaren het verhoor uit in het detentiehuis.
Artikel 119 Een verdachte die niet hoeft te worden gearresteerd of in hechtenis moet worden gehouden, kan worden opgeroepen naar een aangewezen locatie van de stad of het graafschap waar hij / zij woont of naar zijn / haar woonplaats voor ondervraging, op voorwaarde dat de bewijsstukken die zijn afgegeven door de het procureuraat of het orgaan voor openbare veiligheid van relevante personen zijn ingericht. Een ter plaatse gevonden criminele verdachte kan mondeling worden opgeroepen door een wetshandhavingsambtenaar door zijn / haar werkcertificaat te tonen, op voorwaarde dat de mondelinge oproeping wordt vermeld in het schriftelijke verhoor.
Een dagvaarding of gedwongen verschijning voor de rechtbank mag niet langer duren dan 12 uur. Voor gecompliceerde gevallen van ernstige omstandigheden waarin hechtenis of arrestatie noodzakelijk is, mag een dagvaarding of gedwongen verschijning voor de rechtbank niet langer duren dan 24 uur.
Een criminele verdachte mag niet worden vastgehouden onder het mom van opeenvolgende dagvaarding of gedwongen verschijning. Een criminele verdachte krijgt het nodige voedsel en rust wanneer hij / zij wordt opgeroepen of gedwongen om voor opsporingsambtenaren te verschijnen.
Artikel 120 Bij het verhoor van een verdachte vragen de onderzoekers eerst aan de verdachte of hij al dan niet een strafbaar feit heeft begaan, en laten ze hem de omstandigheden van zijn schuld verklaren of zijn onschuld verklaren; dan kunnen de onderzoekers hem vragen stellen. De criminele verdachte beantwoordt de vragen van de onderzoekers naar waarheid, maar heeft het recht om te weigeren vragen te beantwoorden die voor de zaak niet relevant zijn.
Bij het verhoren van verdachten stellen de onderzoekers de verdachte op de hoogte van de wettelijke bepalingen die clementie toestaan ​​voor degenen die hun misdaden naar waarheid belijden en de bepalingen voor het pleiten van schuld en het aanvaarden van straf.
Artikel 121 Tijdens het verhoor van een criminele verdachte die slechthorend of spraakgestoord is, neemt een functionaris die de gebarentaal goed beheerst deel, en van dergelijke omstandigheden wordt in het dossier aangetekend.
Artikel 122 Het verslag van een verhoor wordt ter controle aan de verdachte getoond; als de verdachte niet kan lezen, wordt het verslag aan hem voorgelezen. Als er weglatingen of fouten in het register staan, kan de verdachte aanvullingen of correcties aanbrengen. Wanneer de verdachte erkent dat het record geen fouten bevat, ondertekent of brengt hij zijn zegel erop aan. De onderzoekers ondertekenen ook het verslag. Indien de verdachte verzoekt om het schrijven van een persoonlijke verklaring, mag hij dat doen. Indien nodig kunnen de opsporingsambtenaren de verdachte ook vragen om een ​​persoonlijke verklaring te schrijven.
Artikel 123 Onderzoekers mogen bij het verhoren van een verdachte het verhoorproces opnemen of op video opnemen, en doen dit wanneer de verdachte betrokken is bij een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf of de doodstraf staat of bij een anderszins belangrijke strafzaak.
Ten behoeve van de volledigheid worden gedurende het gehele ondervragingsproces opgenomen of video-opnamen gemaakt.
Deel 3 Het ondervragen van de Getuigen
Artikel 124 Onderzoekers kunnen een getuige ondervragen ter plaatse, bij zijn werkgever, zijn woonplaats of een door de getuige aangewezen plaats. Indien nodig kan de getuige worden opgeroepen om getuigenis af te leggen bij een volksparket of een openbaar veiligheidsorgaan. Als de getuige ter plaatse wordt verhoord, zullen de onderzoekers hun werkcertificaten overleggen; en indien de getuige wordt verhoord in de lokalen van zijn werkgever, zijn / haar woonplaats of op een door de getuige aangewezen plaats, leggen de onderzoekers de bewijsstukken voor die zijn afgegeven door de volksvertegenwoordiging of het openbare veiligheidsorgaan.
Getuigen zullen afzonderlijk worden ondervraagd.
Artikel 125 Wanneer een getuige wordt ondervraagd, moet hij worden opgedragen om te getuigen en naar waarheid te getuigen, en moet hij worden geïnformeerd over de juridische verantwoordelijkheid die wordt gedragen voor het opzettelijk afleggen van een valse getuigenis of het verbergen van strafrechtelijk bewijs.
Artikel 126 De bepalingen van artikel 122 van de wet zijn ook van toepassing op het verhoor van getuigen.
Artikel 127 De bepalingen van alle artikelen van deze afdeling zijn van toepassing op het verhoor van slachtoffers.
Paragraaf 4 Onderzoek en onderzoek
Artikel 128 Onderzoekers voeren een gerechtelijk onderzoek uit of onderzoeken de locaties, voorwerpen, mensen en lijken die relevant zijn voor een misdrijf. Indien nodig kunnen deskundigen worden toegewezen of uitgenodigd om onder leiding van de onderzoekers een gerechtelijk onderzoek of onderzoek uit te voeren.
Artikel 129 Elke entiteit en individu heeft de plicht de plaats van een misdrijf te beschermen en onmiddellijk een orgaan van openbare veiligheid op de hoogte te brengen om officieren te sturen om een ​​gerechtelijk onderzoek te voeren.
Artikel 130 Om een ​​gerechtelijk onderzoek of onderzoek uit te voeren, moeten de onderzoekers papieren hebben die zijn afgegeven door een volksparket of een openbaar veiligheidsorgaan.
Artikel 131 Wanneer de oorzaak van een overlijden onduidelijk is, heeft een orgaan van openbare veiligheid de bevoegdheid om een ​​autopsie te gelasten en stelt het de familieleden van de aanwezige overledene daarvan in kennis.
Artikel 132 Om bepaalde kenmerken, verwondingen of fysieke toestand van een slachtoffer of een criminele verdachte vast te stellen, kan een lichamelijk onderzoek worden uitgevoerd en kunnen vingerafdrukken, bloed, urine en andere biologische monsters worden afgenomen.
Indien een verdachte weigert te worden verhoord, kunnen de opsporingsambtenaren, wanneer zij dit nodig achten, een verplicht onderzoek uitvoeren.
Het onderzoek van de personen van vrouwen wordt uitgevoerd door vrouwelijke functionarissen of artsen.
Artikel 133 Er wordt een verslag gemaakt van de omstandigheden van een gerechtelijk onderzoek of onderzoek, en het wordt ondertekend of verzegeld door de deelnemers aan het onderzoek of onderzoek en de ooggetuigen.
Artikel 134 Wanneer een volksprocureur bij de behandeling van een zaak het nodig acht om een ​​onderzoek of onderzoek dat door een orgaan van openbare veiligheid is gedaan, te herhalen, kan het het orgaan van de openbare veiligheid vragen om een ​​ander onderzoek of onderzoek uit te voeren en kan het procureurs sturen om deel te nemen in het.
Artikel 135 Om de omstandigheden van een zaak vast te stellen, kunnen, indien nodig, onderzoeksexperimenten worden uitgevoerd met de goedkeuring van de persoon die de leiding heeft over een orgaan van openbare veiligheid.
Informatie over een onderzoeksexperiment wordt schriftelijk vastgelegd en ondertekend of afgestempeld door de deelnemers.
Bij het uitvoeren van onderzoeksexperimenten is het verboden enige actie te ondernemen die gevaarlijk, vernederend of beledigend is voor de openbare zeden.
Paragraaf 5 Zoeken
Artikel 136 Om strafrechtelijk bewijsmateriaal te verzamelen en een dader op te sporen, kunnen rechercheurs de persoon, bezittingen en verblijfplaats van de verdachte en iedereen die mogelijk strafrechtelijk of strafrechtelijk bewijs verbergt, doorzoeken, evenals andere relevante plaatsen.
Artikel 137 Elke entiteit of persoon is verplicht om fysiek bewijsmateriaal, documentair bewijsmateriaal, audiovisueel materiaal en ander bewijsmateriaal in te dienen dat kan dienen als bewijs van schuld of bewijs van onschuld voor een criminele verdachte, zoals vereist door het openbaar ministerie of het publiek. beveiligingsorgaan.
Artikel 138 Wanneer een huiszoeking moet plaatsvinden, moet een huiszoekingsbevel worden getoond aan de persoon die wordt doorzocht.
Als zich een noodsituatie voordoet wanneer er wordt gearresteerd of gedetineerd, kan een huiszoeking worden uitgevoerd zonder een huiszoekingsbevel.
Artikel 139 Bij een huiszoeking zijn de te fouilleren persoon of zijn / haar familieleden, buren of andere ooggetuigen ter plaatse aanwezig.
Huiszoekingen in het lichaam van vrouwen worden uitgevoerd door vrouwelijke officieren.
Artikel 140 Er wordt een verslag gemaakt van de omstandigheden van een huiszoeking, en het wordt ondertekend of verzegeld door de onderzoekers en de doorzochte persoon of zijn / haar familieleden, buren of andere ooggetuigen. Indien de gefouilleerde persoon of zijn / haar familieleden voortvluchtig zijn geworden of weigeren hun handtekening of zegel op het dossier aan te brengen, wordt dit in het dossier vermeld.
Paragraaf 6 Verzegelen, inbeslagname van materieel bewijsmateriaal en gedocumenteerd bewijsmateriaal
Artikel 141 Alle voorwerpen en documenten die tijdens het onderzoek worden gevonden en die de schuld of onschuld van een verdachte kunnen bewijzen, worden verzegeld of in beslag genomen. Eigendom en documenten die niet relevant zijn voor de zaak, worden niet verzegeld of in beslag genomen.
De eigendommen en documenten die zijn verzegeld of in beslag zijn genomen, moeten naar behoren worden bewaard of verzegeld voor bewaring en mogen niet worden gebruikt, vervangen of beschadigd.
Artikel 142 De goederen of documenten die zijn verzegeld of in beslag zijn genomen, worden duidelijk verantwoord in aanwezigheid van de getuige en de houder van die goederen en documenten. Een lijst wordt ter plaatse in tweevoud opgemaakt en ondertekend of verzegeld door de onderzoekers, de getuige en de houder, waarbij een exemplaar aan de houder wordt gegeven en het andere aan de archieven wordt gehecht voor toekomstig gebruik.
Artikel 143 Indien de onderzoekers het nodig achten om de post of telegrammen van een criminele verdachte in beslag te nemen, kunnen zij, na goedkeuring van een openbaar veiligheidsorgaan of een volksparket, de post- en telecommunicatiebureaus op de hoogte brengen om de desbetreffende post en telegrammen te controleren en over te dragen voor inbeslagneming.
Wanneer voortzetting van de inbeslagneming niet meer nodig is, worden de post- en telecommunicatiebureaus onmiddellijk in kennis gesteld.
Artikel 144 Wanneer dit op grond van een onderzoek vereist is, kan het procuraat van een volk of het orgaan van openbare veiligheid toegang krijgen tot de deposito's, overmakingen, obligaties, aandelen, aandelen van fondsen of andere eigendommen van een criminele verdachte of deze bevriezen in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen, in welk geval de relevante entiteiten en individuen samenwerking bieden.
De deposito's, overmakingen, obligaties, aandelen, aandelen van fondsen of andere eigendommen van een criminele verdachte mogen niet herhaaldelijk worden bevroren.
Artikel 145 De goederen, documenten, mails of telegrafen die zijn verzegeld of in beslag genomen of de deposito's, overmakingen, obligaties, aandelen of aandelen van fondsen die zijn bevroren, worden bevrijd en teruggegeven binnen drie dagen nadat is vastgesteld dat ze bij onderzoek niet relevant zijn voor de zaak.
Paragraaf 7 Beoordeling door deskundigen
Artikel 146 Wanneer bepaalde bijzondere problemen in een zaak moeten worden opgelost om de omstandigheden van de zaak te verduidelijken, worden deskundigen aangesteld of uitgenodigd om hun oordeel te geven.
Artikel 147 Na beoordeling geeft een deskundige schriftelijk zijn beoordelingsadviezen en zet hij zijn / haar handtekening erop.
De deskundige is wettelijk aansprakelijk als hij / zij opzettelijk een vals oordeel geeft.
Artikel 148 Het onderzoeksorgaan stelt de verdachte en het slachtoffer in kennis van de meningen van de deskundige verificatie die in zijn zaak als bewijs zullen dienen. Een aanvullende deskundige verificatie of een andere deskundige verificatie kan plaatsvinden op aanvraag van de verdachte of het slachtoffer.
Artikel 149 De periode gedurende welke de geestesziekte van een criminele verdachte ter verificatie is, wordt niet meegerekend bij de behandeling van de zaak.
Sectie 8 Technische onderzoeksmaatregelen
Artikel 150 Na het indienen van een zaak kan een orgaan van openbare veiligheid, op basis van de noodzaak van strafrechtelijk onderzoek en na het doorlopen van strenge goedkeuringsprocedures, technische onderzoeksmaatregelen nemen indien de zaak betrekking heeft op misdrijven die de staatsveiligheid in gevaar brengen, misdrijven van terroristische activiteiten, misdrijven gepleegd door groepen in de vorm van criminele syndicaten, grote drugsgerelateerde misdrijven of andere misdrijven die de samenleving ernstig in gevaar brengen.
Met betrekking tot een ernstige corruptie- of omkopingszaak, of een zaak waarbij sprake is van een ernstig misdrijf van ernstige aantasting van het persoonlijke recht van burgers door machtsmisbruik, kan na het indienen van de zaak in een dossier een volksvertegenwoordiger, op basis van de behoefte aan strafrechtelijk onderzoek en na het doorlopen van strikte goedkeuringsprocedures, technische onderzoeksmaatregelen toepassen en deze doorgeven aan relevante organen voor de uitvoering van dergelijke maatregelen in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen.
Bij de vervolging van een voortvluchtige verdachte of een voortvluchtige verdachte die op de gezochte lijst staat of wiens arrestatie is goedgekeurd of besloten, kunnen na goedkeuring de nodige technische onderzoeksmaatregelen worden genomen.
Artikel 151 Een besluit over de goedkeuring van de soorten technische onderzoeksmaatregelen die moeten worden genomen en de partijen waarop dergelijke maatregelen van toepassing zijn, wordt genomen op basis van de behoefte aan strafrechtelijk onderzoek. Het besluit tot goedkeuring is drie maanden geldig vanaf de datum waarop het is afgegeven. De technische onderzoeksmaatregelen worden onmiddellijk beëindigd wanneer ze niet langer nodig zijn. Als in moeilijke en complexe gevallen de technische onderzoeksmaatregelen na het verstrijken van de termijn nog steeds vereist zijn, kan hun geldigheidsduur na goedkeuring worden verlengd met een maximum van drie maanden per verlenging.
Artikel 152 Technische onderzoeksmaatregelen worden uitgevoerd in strikte overeenstemming met de goedgekeurde typen, toepasselijke partijen en termijnen.
Onderzoekers zullen de staatsgeheimen, handelsgeheimen en persoonlijke privacy die tijdens het onderzoek ter kennis komen met technische onderzoeksmaatregelen vertrouwelijk behandelen, en zullen de informatie en materialen die zijn verkregen met technische onderzoeksmaatregelen en die niet relevant zijn voor de gevallen, onverwijld vernietigen.
Materiaal dat door technische onderzoeksmaatregelen is verkregen, mag alleen worden gebruikt voor het onderzoeken, vervolgen en berechten van strafzaken en mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Relevante entiteiten en individuen werken samen met openbare veiligheidsorganen bij het nemen van technische onderzoeksmaatregelen in overeenstemming met de wet, en bewaren vertrouwelijke relevante informatie.
Artikel 153 Om de omstandigheden van een zaak vast te stellen, kan, indien nodig en onder voorbehoud van de goedkeuring van de persoon die verantwoordelijk is voor een orgaan voor openbare veiligheid, relevant personeel worden aangesteld om een ​​undercoveronderzoek uit te voeren, op voorwaarde dat de maatregelen die tijdens het geheime onderzoek worden genomen, niet anderen om misdaden te plegen en de openbare veiligheid niet in gevaar te brengen of de persoonlijke veiligheid van anderen ernstig te bedreigen.
Met betrekking tot criminele activiteiten waarbij drugs, smokkelwaar of eigendommen worden afgeleverd, kan een orgaan van openbare veiligheid, voor zover nodig voor strafrechtelijk onderzoek, gecontroleerde aflevering uitvoeren in overeenstemming met de relevante bepalingen.
Artikel 154 Materiaal dat door middel van opsporingsmaatregelen is verzameld in overeenstemming met de bepalingen van deze afdeling, kan als bewijs worden gebruikt in strafprocedures. Wanneer het gebruik van dergelijk bewijs de persoonlijke veiligheid van betrokken personeel kan bedreigen of kan leiden tot andere ernstige gevolgen, worden beschermende maatregelen genomen om de blootstelling van de toegepaste technische maatregelen en de ware identiteit van dergelijk personeel te voorkomen, en indien nodig kunnen rechters verifiëren het bewijs buiten de rechtszalen.
Sectie 9 Gezochte bestellingen
Artikel 155 Wanneer een criminele verdachte die moet worden aangehouden voortvluchtig is, kan een orgaan van de openbare veiligheid een gezocht bevel uitvaardigen en effectieve maatregelen nemen om hem / haar te vervolgen voor arrestatie en hem / haar voor de rechter te brengen.
Organen van de openbare veiligheid op elk niveau kunnen direct gewenste bevelen uitvaardigen binnen de gebieden die onder hun jurisdictie vallen en zullen een orgaan van hoger niveau met de juiste autoriteit verzoeken om dergelijke bevelen uit te vaardigen voor gebieden die buiten hun jurisdictie vallen.
Paragraaf 10 Conclusie van onderzoek
Artikel 156 De termijn voor het in hechtenis houden van een verdachte tijdens het onderzoek na aanhouding is niet langer dan twee maanden. Als de zaak ingewikkeld is en niet binnen de gestelde termijn kan worden afgehandeld, kan een verlenging met een maand worden toegestaan ​​met goedkeuring van het volksparket op het naast hogere niveau.
Artikel 157 Waar het om bijzondere redenen niet gepast is om een ​​bijzonder ernstige en complexe zaak zelfs binnen een relatief lange tijdsperiode voor berechting over te dragen, dient het Opperste Volksparket een rapport in bij het Permanent Comité van het Nationale Volkscongres voor goedkeuring van het uitstellen van de behandeling van de zaak.
Artikel 158 Met betrekking tot de volgende gevallen, indien het onderzoek niet kan worden afgerond binnen de termijn bepaald in artikel 156 van de wet, kan een verlenging van twee maanden worden toegestaan ​​na goedkeuring of beslissing van het volksparket van een provincie, autonome regio of gemeente direct onder de centrale overheid:
(1) ernstige en complexe gevallen in afgelegen gebieden waar het verkeer het meest hinderlijk is;
(2) ernstige gevallen waarbij criminele bendes betrokken zijn;
(3) ernstige en complexe zaken waarbij mensen betrokken zijn die van de ene plaats naar de andere misdrijven begaan; en
(4) ernstige en complexe zaken waarbij verschillende kwartalen betrokken zijn en waarvoor het moeilijk is om bewijs te verkrijgen.
Artikel 159 Indien in het geval van een criminele verdachte die kan worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor bepaalde tijd van tien jaar of meer, kan het onderzoek van de zaak nog steeds niet worden afgerond na het verstrijken van de verlengde termijn zoals bepaald in artikel 158 van de wet, een andere verlenging van twee maanden kan worden toegestaan ​​na goedkeuring of beslissing van het volksparket van een provincie, autonome regio of gemeente direct onder de centrale regering.
Artikel 160 Indien tijdens de onderzoeksperiode wordt vastgesteld dat een verdachte andere ernstige misdrijven heeft gepleegd, wordt de termijn voor het in hechtenis houden van de verdachte voor onderzoek opnieuw berekend met ingang van de datum van ontdekking van dergelijke andere misdrijven in in overeenstemming met artikel 156 hierin.
De identiteit van een criminele verdachte zal worden onderzocht als zijn / haar identiteit onbekend is vanwege zijn / haar weigering om een ​​echte naam of adres op te geven, in welk geval de termijn voor het in hechtenis houden van de criminele verdachte zal worden berekend vanaf de datum waarop zijn / haar identiteit wordt vastgesteld, op voorwaarde dat het onderzoek naar zijn / haar strafbare feiten en het verzamelen van bewijs niet worden opgeschort. Als de identiteit van een criminele verdachte echt niet kan worden achterhaald, maar de feiten van de misdrijven duidelijk zijn en het bewijs voldoende en concreet is, kunnen vervolging en berechting plaatsvinden onder de naam die door de verdachte is verstrekt.
Artikel 161 Een onderzoeksorgaan luistert naar de adviezen van een advocaat voordat het onderzoek van een zaak wordt afgesloten indien de advocaat daarom verzoekt, en legt de adviezen vast in de dossiers. De schriftelijke adviezen van de advocaat worden bij het dossier gevoegd.
Artikel 162 Een zaak waarvan het onderzoek wordt afgesloten door een orgaan van openbare veiligheid, dient duidelijke feiten van misdrijven en voldoende en concreet bewijs te bevatten. Het openbare veiligheidsorgaan stelt schriftelijke vervolgingsadviezen op en legt deze samen met de dossiers en het bewijsmateriaal voor onderzoek en beslissing voor aan de volksprocureur op hetzelfde niveau, en stelt tegelijkertijd de verdachte en zijn / haar advocaat op de hoogte van de overdracht van de zaak.
Wanneer een criminele verdachte vrijwillig schuld pleit, wordt de omstandigheid geregistreerd en samen met de zaak meegedeeld, en vermeld in de vervolgingsadviezen.
Artikel 163 Indien tijdens het onderzoek wordt ontdekt dat de strafrechtelijke aansprakelijkheid van een criminele verdachte niet had mogen worden onderzocht, wordt de zaak afgewezen; als de criminele verdachte wordt gearresteerd, wordt hij / zij onmiddellijk vrijgelaten en krijgt hij een vrijgavecertificaat, en wordt de volksvertegenwoordiger die de arrestatie oorspronkelijk heeft goedgekeurd, op de hoogte gesteld.
Sectie 11 Onderzoek van zaken die rechtstreeks zijn aanvaard door de volksprocureurs
Artikel 164 Het onderzoek van zaken die rechtstreeks door de procureurs van het volk zijn aanvaard, wordt beheerst door de bepalingen van dit hoofdstuk.
Artikel 165 Indien een zaak die rechtstreeks door een volksprocureur wordt aanvaard, voldoet aan de voorwaarden van artikel 81 en in artikel 4, vierde lid, of vijfde alinea, van de wet, is arrestatie of detentie van de verdachte noodzakelijk, wordt de beslissing daarover genomen door de volksvertegenwoordiging en uitgevoerd door een orgaan van openbare veiligheid.
Artikel 166 Het procuraat van een volk ondervraagt ​​een gedetineerde in een rechtstreeks door hem aanvaarde zaak binnen 24 uur na de detentie. Als wordt geconstateerd dat de persoon niet had mogen worden vastgehouden, zal het volksparket de persoon onmiddellijk vrijlaten en een vrijgavecertificaat afgeven.
Art. 167 Wanneer een volksvertegenwoordiger het nodig acht om een ​​gedetineerde te arresteren in een zaak die rechtstreeks door hem is aanvaard, neemt hij daarover binnen veertien dagen een beslissing. De termijn voor het nemen van een beslissing over aanhouding kan onder uitzonderlijke omstandigheden met één tot drie dagen worden verlengd. Indien arrestatie niet nodig is, wordt de gedetineerde onmiddellijk vrijgelaten. Indien verder onderzoek vereist is en de gedetineerde voldoet aan de voorwaarden voor vrijlating op borgtocht in afwachting van zijn proces of residentiële bewaking, wordt de gedetineerde op borgtocht vrijgelaten in afwachting van zijn proces of onder residentiële bewaking geplaatst in overeenstemming met de wet.
Artikel 168 Nadat een volksparket zijn onderzoek van een zaak heeft beëindigd, neemt het een besluit om het openbaar ministerie in te leiden, niet om een ​​vervolging in te stellen of om de zaak te seponeren.
Hoofdstuk III Inleiding van de openbare vervolging
Artikel 169 Alle gevallen waarin het instellen van een openbaar ministerie vereist is, worden ter beslissing onderzocht door de procureurs van het volk.
Artikel 170 Een volksprocureur beoordeelt de zaak die is overgedragen door een toezichthoudend orgaan voor vervolging, in overeenstemming met de wet en de toezichtwet. Indien het volksparket van mening is dat aanvullende verificatie nodig is, dient het de zaak terug te sturen naar het toezichthoudend orgaan voor aanvullend onderzoek, en kan eventueel ook zelf aanvullend onderzoek doen.
Voor een zaak die door het toezichthoudend orgaan voor vervolging wordt overgedragen en waarvoor al een bewaarmaatregel geldt, houdt het volksparket eerst de verdachte vast en wordt de bewaarmaatregel automatisch beëindigd. Het procuratoraat van het volk beslist binnen tien dagen na de detentie over aanhouding, vrijlating op borgtocht in afwachting van het proces of residentiële bewaking. Onder bijzondere omstandigheden kan de beslistermijn met één tot vier dagen worden verlengd. De periode gedurende welke het volksparket besluit dwangmaatregelen te nemen, wordt niet meegerekend in de periode van onderzoek voorafgaand aan vervolging.
Artikel 171 Bij de behandeling van een zaak moet het procuraat van een volk zich ervan vergewissen:
(1) of de feiten en omstandigheden van het misdrijf duidelijk zijn, of het bewijs betrouwbaar en toereikend is en of de tenlastelegging en de aard van het misdrijf correct zijn vastgesteld;
(2) of er misdrijven zijn weggelaten of andere personen wier strafrechtelijke verantwoordelijkheid moet worden onderzocht;
(3) of het een zaak is waarin de strafrechtelijke aansprakelijkheid niet mag worden onderzocht;
(4) of de zaak een incidentele civiele procedure heeft; en
(5) of het onderzoek van de zaak rechtmatig wordt uitgevoerd.
Artikel 172 Voor zaken die door een toezichthoudend orgaan of een orgaan van openbare veiligheid worden overgedragen voor vervolging, neemt een volksparket binnen een maand een beslissing. Voor grote of complexe gevallen kan een verlenging van 15 dagen worden toegestaan. Wanneer de verdachte schuld pleit en straffen aanvaardt die voldoen aan de voorwaarden voor de toepassing van procedures voor versnelde procedures, beslist het volksparket binnen tien dagen, voor die misdrijven die bestraft kunnen worden met een gevangenisstraf van een jaar of meer, de periode kan worden verlengd tot 15 dagen.
Indien de jurisdictie over een zaak die moet worden onderzocht voordat deze wordt vervolgd door een volksparket, wordt gewijzigd, wordt de termijn voor het onderzoek voorafgaand aan vervolging berekend vanaf de datum waarop het procuraat van een ander volk de zaak na de wijziging ontvangt.
Artikel 173 Bij de behandeling van een zaak ondervraagt ​​het volksparket de verdachte en luistert naar de mening van de verdachte of de plichtadvocaat, het slachtoffer en zijn / haar procesvertegenwoordiger, en legt deze vast in de dossiers. Schriftelijke adviezen van de verdediger of de advocaat van dienst, het slachtoffer en zijn / haar procesvertegenwoordiger worden bij de dossiers gevoegd.
Wanneer de verdachte schuld pleit en de straf aanvaardt, zal de volksvertegenwoordiger hem / haar informeren over zijn / haar procesrechten en wettelijke bepalingen inzake schuldbekentenis, en luisteren naar de mening van de verdachte, de verdediger of de plichtsadvocaat, de slachtoffer en zijn / haar procesvertegenwoordiger over de volgende zaken, en noteer dergelijke meningen in de dossiers:
# (1) de vermoedelijke feiten van misdrijven, ten laste gelegde misdrijven en toepasselijke wettelijke bepalingen;
(2) aanbevelingen over lichtere of minder zware bestraffing of vrijstelling van bestraffing;
(3) procedures die van toepassing zijn op processen na pleidooi voor schuld en aanvaarding van straf; en
(4) andere omstandigheden waarin advies moet worden ingewonnen.
Indien de procureur van het volk overeenkomstig de bepalingen van de voorgaande twee leden advies inwint bij de advocaat van wacht, verschaft het de advocaat van dienst het nodige gemak om de relevante omstandigheden van de zaak van tevoren te begrijpen.
Artikel 174 Elke verdachte die vrijwillig schuld pleit, de straf aanvaardt en instemt met de aanbeveling tot veroordeling en de toepasselijke procedures, moet in aanwezigheid van zijn / haar verdediger of de advocaat van dienst een erkenning ondertekenen op pleidooi voor schuld en aanvaarding van de straf.
Onder een van de volgende omstandigheden hoeft de criminele verdachte geen erkenning te ondertekenen op een pleidooi voor schuld en aanvaarding van de straf:
(1) wanneer een criminele verdachte of beklaagde die slechtziend, slechthorend of spraakzaam is, of een persoon met een verstandelijke beperking is die niet volledig het vermogen heeft verloren om zijn / haar eigen gedrag te herkennen of te beheersen;
(2) wanneer de procesvertegenwoordiger of verdediger van een minderjarige verdachte bezwaar heeft tegen het pleidooi voor schuld en de aanvaarding van de straf door de minderjarige; of
(3) andere omstandigheden waaronder het niet nodig is om een ​​erkenning te ondertekenen op een pleidooi voor schuld en aanvaarding van de straf.
Artikel 175 Bij de behandeling van een zaak kan het openbaar ministerie het relevante openbare veiligheidsorgaan verzoeken het bewijsmateriaal te verstrekken dat nodig is voor gerechtelijke procedures, en het openbare veiligheidsorgaan verzoeken de wettigheid van het vergaren van bewijsmateriaal uit te leggen indien het van mening is dat de het bewijs kan zijn verzameld op onwettige wijze, zoals bepaald in artikel 56 hierin.
Bij de behandeling van een zaak die aanvullend onderzoek vereist, kan het volksparket de zaak voor aanvullend onderzoek terugverwijzen naar een openbare veiligheidsorgaan of het onderzoek zelf uitvoeren.
Indien aanvullend onderzoek moet worden ingesteld, wordt dit binnen een maand afgerond. Aanvullend onderzoek mag maximaal tweemaal worden uitgevoerd. Wanneer het aanvullende onderzoek is afgerond en de zaak wordt overgedragen aan het volksparket, wordt de termijn voor onderzoek en vervolging opnieuw berekend door het volksparket.
Een volksparket neemt een beslissing over niet-vervolging van een zaak waarvoor een tweede aanvullend onderzoek is ingesteld, indien het van mening is dat er nog steeds onvoldoende bewijs is en dat de zaak niet voldoet aan de vereisten voor vervolging.
Artikel 176 Wanneer een volksprocureur van mening is dat de feiten van een misdrijf gepleegd door een criminele verdachte zijn vastgesteld, is het bewijs concreet en voldoende, en zal de verdachte strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld in overeenstemming met de wet. een beslissing nemen over vervolging, een openbare vervolging instellen in een volksrechtbank in overeenstemming met de bepalingen over de rechtsmacht van een proces, en relevant zaakmateriaal en bewijsmateriaal overdragen aan de volksrechtbank.
Wanneer de criminele verdachte schuld pleit en straffen accepteert, zal het volksparket aanbevelingen doen over de hoofdstraf, bijkomende straf, of de proeftijd van toepassing is, enz .; en tegelijk met de zaak een erkenning op pleidooi en strafacceptatie en ander materiaal overdragen.
Artikel 177 Een volksparket zal een beslissing nemen over het niet vervolgen van een zaak als er geen feit is dat wijst op het misdrijf dat beweerdelijk is gepleegd door de criminele verdachte of als er een van de omstandigheden is die in artikel 16 hierin zijn uiteengezet.
Met betrekking tot een minderjarige zaak en de dader hoeft niet strafrechtelijk te worden bestraft of daarvan moet worden vrijgesteld op grond van de strafwet, kan het volksparket beslissen om geen vervolging in te stellen.
Wanneer een volksparket heeft besloten een zaak niet te vervolgen, neemt het maatregelen om de tijdens het onderzoek verzegelde, in beslag genomen of bevroren voorwerpen vrij te geven. Wanneer administratieve straffen, administratieve sancties of confiscatie van onwettige winsten worden opgelegd aan de persoon die niet wordt vervolgd, vaardigt het volksparketadvies uit en draagt ​​de zaak voor behandeling over aan de relevante autoriteiten. Dergelijke relevante autoriteiten stellen de volksvertegenwoordiging onmiddellijk op de hoogte van de behandelingsresultaten.
Artikel 178 Een besluit om geen vervolging in te stellen wordt openbaar bekendgemaakt en het besluit wordt in schriftelijke vorm bezorgd aan de persoon tegen wie geen vervolging kan worden ingesteld en aan zijn / haar werkeenheid. Als de genoemde persoon in hechtenis is, wordt hij / zij onmiddellijk vrijgelaten.
Artikel 179 Met betrekking tot een zaak die door een openbaar veiligheidsorgaan is overgedragen voor vervolging, zal het openbaar ministerie, indien het besluit geen vervolging in te stellen, de beslissing schriftelijk meedelen aan het orgaan van de openbare veiligheid. Als het openbare veiligheidsorgaan van mening is dat het besluit om geen vervolging in te stellen onjuist is, kan het heroverweging eisen, en als het verzoek wordt afgewezen, kan het de zaak ter beoordeling voorleggen aan het volksparket op het volgende hogere niveau.
Artikel 180 Wanneer het volksparket beslist geen vervolging in te stellen met betrekking tot een zaak waarbij een slachtoffer betrokken is, stuurt het de beslissing schriftelijk naar het slachtoffer. Indien het slachtoffer weigert de beslissing te aanvaarden, kan hij / zij binnen zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke beslissing een verzoekschrift indienen bij de volksvertegenwoordiging op het naast hogere niveau en deze laatste verzoeken om een ​​openbaar ministerie in te leiden. Het volksparket stelt het slachtoffer na heronderzoek in kennis van zijn beslissing. Als het volksparket de beslissing om geen vervolging in te stellen handhaaft, kan het slachtoffer een rechtszaak aanspannen bij een volksrechtbank. Het slachtoffer kan ook rechtstreeks een rechtszaak bij een volksrechtbank aanhangig maken zonder eerst een verzoekschrift in te dienen. Nadat de volksrechtbank de zaak heeft aanvaard, draagt ​​de volksrechtbank het desbetreffende dossier over aan de volksrechtbank.
Artikel 181 Indien de persoon tegen wie de procureur van het volk beslist, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 177, tweede alinea, van de wet om geen vervolging in te stellen, nog steeds weigert de beslissing te aanvaarden, kan hij / zij een verzoekschrift indienen bij de volksvertegenwoordiging. procureur binnen zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke beslissing. Het volksparket neemt een besluit tot heronderzoek, stelt de persoon tegen wie geen vervolging kan worden ingesteld op de hoogte en stuurt tegelijkertijd een afschrift van de beslissing naar het orgaan van de openbare veiligheid.
Artikel 182 Wanneer de verdachte vrijwillig en naar waarheid het feit van een vermoedelijk misdrijf bekent, een aanzienlijk verdienstelijke dienst verricht of de zaak grote staatsbelangen betreft, kan het orgaan van de openbare veiligheid de zaak na onderzoek en goedkeuring door het Opperste Volksparket, intrekken en het volksparket kan besluiten om geen vervolging in te stellen, of kan besluiten om geen vervolging in te stellen voor een of meer vermeende misdrijven.
Indien een zaak niet wordt vervolgd of wordt ingetrokken in overeenstemming met de bepalingen van het voorgaande lid, behandelen het volksparket en de openbare veiligheidsautoriteiten onmiddellijk de goederen die zijn verzegeld, in beslag genomen of bevroren, evenals de vruchten daarvan.
Deel drie Trial
Hoofdstuk I Trial Organisaties
Artikel 183 Processen van zaken van eerste aanleg voor de primaire en intermediaire volksrechtbanken worden gevoerd door een collegiaal panel, bestaande uit drie rechters of uit drie of zeven rechters en volksverantwoordelijken. Zaken waarin summiere procedures of versnelde procedures worden toegepast in de volksrechtbanken, kunnen echter door één enkele rechter worden berecht.
Processen van zaken van eerste aanleg bij de hoge volksrechtbanken of het Hooggerechtshof worden geleid door een collegiaal panel bestaande uit drie tot zeven rechters of uit drie tot zeven rechters en mensen die zich beoordelen.
De berechting van een zaak in eerste aanleg door het Hooggerechtshof wordt gevoerd door een collegiaal bestaande uit drie tot zeven rechters;
Processen van zaken waartegen beroep is ingesteld en waarvoor protest is aangetekend bij de volksrechtbanken, worden geleid door een collegiaal panel bestaande uit drie of vijf rechters.
Het aantal leden van een collegiaal panel is oneven.
Artikel 184 Indien de meningen verschillen wanneer een collegiaal panel zijn beraadslagingen houdt, wordt een beslissing genomen in overeenstemming met de mening van de meerderheid, maar de mening van de minderheid wordt in de administratie opgenomen. De verslagen van de beraadslagingen worden ondertekend door de leden van het collegiaal panel.
Artikel 185 Na de hoorzittingen en beraadslagingen doet de collegiale kamer een oordeel. Met betrekking tot een moeilijke, complexe of belangrijke zaak waarover de collegiale commissie het moeilijk acht om een ​​beslissing te nemen, verwijst de collegiale commissie de zaak naar de voorzitter van de rechtbank om te beslissen of de zaak ter bespreking aan de rechterlijke commissie wordt voorgelegd. en besluit. De collegiale commissie voert de beslissing van de rechterlijke commissie uit.
Hoofdstuk II Procedures van eerste aanleg
Paragraaf 1 Zaken van het Openbaar Ministerie
Artikel 186 Nadat een volksrechtbank een zaak heeft onderzocht waarvoor openbare vervolging is ingesteld, beslist het gerechtelijke zitting te beginnen om de zaak te behandelen, indien de tenlastelegging duidelijke feiten bevat van het ten laste gelegde misdrijf.
Artikel 187Na besloten te hebben zittingen te beginnen om een ​​zaak te behandelen, bepaalt een volksrechtbank de leden van het collegiaal panel en legt het duplicaat van de tenlastelegging van de volksvertegenwoordiger uiterlijk tien dagen voor aan de verdachte en zijn / haar verdediger. vóór de aanvang van een zitting.
Vóór de aanvang van een rechtszitting kunnen rechters een vergadering beleggen met de officier van justitie, de betrokken partij en zijn / haar verdediger en procesvertegenwoordiger om hun mening over terugtrekking te beraadslagen en te raadplegen, de lijst van getuigen, het uitsluiten van illegaal bewijsmateriaal en ander proces. -relevante kwesties.
Zodra de datum voor een zitting is bepaald, stelt de volksrechtbank de volksvertegenwoordiging in kennis van het tijdstip en de plaats van de zitting, roept de betrokken partij op, brengt de verdachte, de procesvertegenwoordiger, getuigen, deskundigen en gerechtstolken op de hoogte, en dient de dagvaarding en oproepingen ten minste drie dagen voor de aanvang van de zitting. Als een zaak in een openbare zitting moet worden behandeld, worden de naam van de verdachte, de oorzaken van de actie en het tijdstip en de locatie van de zitting drie dagen voor de geplande openbare zitting openbaar gemaakt.
De omstandigheden van de bovengenoemde procedure worden schriftelijk vastgelegd en ondertekend door de rechters en de griffier.
Artikel 188 Een volksrechtbank behandelt zaken in eerste aanleg in openbare zittingen, behalve in zaken die staatsgeheimen of persoonlijke levenssfeer betreffen. Zaken met betrekking tot bedrijfsgeheimen kunnen in besloten zitting worden berecht, indien de betrokken partijen dit van toepassing zijn.
Voor zaken die niet in openbare zittingen zijn behandeld, worden de redenen voor het niet-openbare proces ter zitting meegedeeld.
Artikel 189 Wanneer een zaak van openbare vervolging in een volksrechtbank wordt behandeld, stuurt het desbetreffende volksparket zijn personeel om voor de rechtbank te verschijnen ter ondersteuning van het openbaar ministerie.
Artikel 190 Bij aanvang van een zitting gaat de voorzitter na of alle partijen voor de rechtbank zijn verschenen en maakt hij het voorwerp van de zaak bekend; maken de leden van het collegiaal panel, de griffier, de officier van justitie, de beklaagde, de procesvertegenwoordiger, de getuigen-deskundigen en de tolk bekend; de partijen informeren over hun recht om de terugtrekking aan te vragen van een lid van het collegiaal panel, de griffier, de officier van justitie, eventuele getuigen-deskundigen of de tolk; en de verweerder informeren over zijn / haar recht op verdediging.
Wanneer de verdachte schuldig pleit en straffen aanvaardt, zal de voorzitter de verdachte informeren over zijn / haar procesrechten en wettelijke bepalingen inzake schuldbekentenis en het aanvaarden van straffen, en zal hij de vrijwilligheid van het pleidooi voor schuld en aanvaarding van straffen herzien, en de authenticiteit en legitimiteit van de inhoud van de erkenning op schuldbekentenis en strafaanvaarding.
Artikel 191 Nadat de officier van justitie het proces-verbaal in de rechtbank heeft voorgelezen, kunnen de verdachte en het slachtoffer in het proces-verbaal verklaringen over het verdachte misdrijf indienen en kan de officier van justitie de verdachte verhoren.
Het slachtoffer, de eiser en de beklaagde in een incidentele civiele procedure en de procesvertegenwoordiger kunnen, met toestemming van de voorzitter, vragen stellen aan de beklaagde.
De rechters kunnen de verdachte ondervragen.
Artikel 192 Een getuige zal voor een volksrechtbank verschijnen om getuigenis af te leggen wanneer de officier van justitie, de betrokken partij of de beklaagde of procesvertegenwoordiger bezwaren heeft tegen de getuigenis van een getuige, en de getuigenis van de getuige heeft materiële gevolgen voor de veroordeling en de veroordeling , en de volksrechtbank acht het nodig de getuige te vragen voor de rechtbank te verschijnen.
Wanneer een lid van de volkspolitie voor een rechtbank verschijnt als getuige om getuigenis af te leggen van een misdrijf waarvan hij getuige is bij het vervullen van officiële taken, is het voorgaande lid van toepassing.
Indien de openbare procureur, de betrokken partij of de verdediger of de procesvertegenwoordiger bezwaren heeft tegen de beoordelingsresultaten en de volksrechtbank het nodig acht dat de betrokken deskundige voor de rechtbank verschijnt, verschijnt de deskundige voor de rechtbank om te getuigen. Indien de deskundige weigert voor de rechtbank te verschijnen om getuigenis af te leggen na ontvangst van de kennisgeving van de volksrechtbank, worden de beoordelingsresultaten niet als basis genomen voor de beslissing over de zaak.
Artikel 193 Indien een getuige zonder goede redenen niet verschijnt voor een volksrechtbank om een ​​verklaring af te leggen na ontvangst van de kennisgeving van de volksrechtbank, kan de volksrechtbank de getuige dwingen te verschijnen, tenzij de getuige de echtgenoot, ouder of kind is van de beklaagde.
Wanneer een getuige, zonder gerechtvaardigde redenen, weigert voor de volksrechtbank te verschijnen of tijdens de zitting weigert te getuigen, wordt de getuige vermaand, en in geval van ernstige omstandigheden mag de getuige niet langer dan tien dagen worden vastgehouden met de goedkeuring van de voorzitter van de volksrechtbank. De gestrafte kan een verzoek tot heroverweging indienen bij de volksrechtbank op het naast hogere niveau als hij / zij bezwaren heeft tegen het besluit tot detentie. De bewaring wordt tijdens de heroverwegingstermijn niet opgeschort.
Artikel 194 Voordat een getuige getuigenis aflegt, zullen de rechters hem opdragen naar waarheid getuigenis af te leggen en hem de juridische verantwoordelijkheid uit te leggen die zal ontstaan ​​voor het opzettelijk afleggen van een valse getuigenis of het verbergen van strafrechtelijk bewijs. De officier van justitie, de partijen, de verdedigers en de procesvertegenwoordigers kunnen, met toestemming van de voorzitter, de getuigen en getuigen-deskundigen ondervragen. Indien de voorzittende rechter van mening is dat een verhoor niet relevant is voor de zaak, maakt hij er een einde aan.
De rechters kunnen de getuigen en getuigen-deskundigen ondervragen.
Artikel 195 De officier van justitie en de verdedigers tonen de materiële bewijzen aan de rechtbank ter identificatie van de partijen; de verklaringen van getuigen die niet aanwezig zijn in de rechtbank, de meningen van deskundige getuigen die niet aanwezig zijn in de rechtbank, de dossiers van onderzoeken en andere documenten die als bewijs dienen, worden voorgelezen in de rechtbank. De rechters luisteren naar de mening van de officier van justitie, de partijen, de verdedigers en de procesvertegenwoordigers.
Artikel 196 Als de collegiale commissie tijdens een terechtzitting twijfels heeft over het bewijs, kan het een uitstel aankondigen om onderzoek te doen om het bewijs te verifiëren.
Bij het uitvoeren van onderzoek om bewijs te verifiëren, kan de volksrechtbank onderzoek, onderzoek, verzegeling, inbeslagname, deskundige evaluatie, evenals onderzoek en bevriezing uitvoeren.
Artikel 197 Tijdens een terechtzitting hebben de partijen, de verdedigers en procesvertegenwoordigers het recht om te verzoeken dat nieuwe getuigen worden opgeroepen, nieuw materieel bewijs wordt verkregen, een nieuwe deskundige evaluatie wordt uitgevoerd en dat er nog een onderzoek wordt gehouden.
De officier van justitie, de betrokkene, de verdediger en de procesvertegenwoordiger kunnen bij de betrokken volksrechtbank verzoeken om personen met specifieke deskundigheid te melden om voor de rechtbank te verschijnen om hun mening te geven over de beoordelingsadviezen van de betrokken deskundige.
De rechtbank beslist of de bovengenoemde verzoeken worden ingewilligd.
Het verschijnen van personen met specifieke deskundigheid voor de volksrechtbank als bedoeld in het tweede lid wordt beheerst door de bepalingen die van toepassing zijn op deskundigen.
Artikel 198 Tijdens de gerechtelijke procedure worden alle feiten en bewijsmateriaal met betrekking tot de veroordeling en de veroordeling van een zaak onderzocht en besproken.
Met toestemming van de voorzitter kunnen de officier van justitie, de betrokken partij, de verdediger en de procesvertegenwoordiger hun mening geven over het bewijsmateriaal en de omstandigheden van de zaak en met elkaar in debat gaan.
Nadat de voorzitter de conclusie van het debat heeft verklaard, heeft de verdachte het recht een slotverklaring af te leggen.
Artikel 199 Indien een deelnemer aan de procedure van een proces of een omstander het bevel van de rechtszaal overtreedt, waarschuwt de voorzitter hem / haar om te stoppen. Als iemand niet gehoorzaamt, kan de voorzitter met geweld uit de rechtszaal worden verwijderd. Als de overtreding ernstig is, krijgt de persoon een boete van niet meer dan CNY 1,000 of wordt hij niet meer dan 15 dagen vastgehouden. De boete of detentie is onderworpen aan de goedkeuring van de president van de rechtbank. Als de gestrafte persoon niet tevreden is met de beslissing over de boete of detentie, kan hij een verzoek tot heroverweging indienen bij de volksrechtbank op het naast hogere niveau. De uitvoering van de boete of detentie wordt tijdens de periode van heroverweging echter niet opgeschort.
Degene die een menigte bijeenbrengt om ophef te plegen of beschuldigingen in de rechtszaal te brengen, of gerechtelijke ambtenaren of deelnemers aan de procedure vernedert, belastert, intimideert of in elkaar slaat, waardoor de orde van de rechtszaal ernstig wordt verstoord, wat een misdrijf is, zal worden onderzocht op strafrechtelijke wijze. verantwoordelijkheid volgens de wet.
Artikel 200 Nadat een verdachte zijn / haar slotverklaring heeft afgelegd, kondigt de voorzittende rechter een uitstel aan en beraadslaagt de collegiale commissie, op basis van de vastgestelde feiten en bewijzen en in overeenstemming met de bepalingen van de relevante wetten, van de volgende uitspraken:
(1) als de feiten van een zaak duidelijk zijn, het bewijs betrouwbaar en voldoende is en de verdachte schuldig wordt bevonden in overeenstemming met de wet, zal hij / zij dienovereenkomstig schuldig worden verklaard;
(2) indien de verdachte in overeenstemming met de wet onschuldig wordt bevonden, zal hij / zij dienovereenkomstig onschuldig worden verklaard;
(3) als het bewijs onvoldoende is en de verdachte dus niet schuldig kan worden bevonden, wordt hij / zij dienovereenkomstig onschuldig verklaard op grond van het feit dat het bewijs onvoldoende is en de beschuldiging ongegrond.
Artikel 201 Bij het uitspreken van een vonnis wegens een pleidooi voor schuld en aanvaarding van straf, zal de volksrechtbank in het algemeen de ten laste gelegde strafbare feiten en de aanbevelingen voor veroordeling die door het volksparket zijn voorgesteld in overeenstemming met de wet overnemen, behalve in de volgende omstandigheden:
(1) wanneer het gedrag van de verdachte geen misdrijf vormt of niet strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld;
(2) waar de verdachte schuld pleit en straf aanvaardt tegen zijn / haar wil;
(3) wanneer de verdachte de feiten ontkent van het misdrijf waarvan hij / zij wordt beschuldigd;
(4) wanneer het strafbare feit ten laste van de vervolging in strijd is met het misdrijf dat tijdens het proces is aangetroffen; of
(5) andere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de onpartijdige behandeling van de zaak.
Als de volksrechtbank van mening is dat het veroordelingsadvies duidelijk ongepast is, of als de verdachte of de beklaagde bezwaar maakt tegen het veroordelingsadvies, kan het volksprocureuraat het veroordelingsadvies aanpassen. Als het volksparket het veroordelingsadvies niet aanpast of het veroordelingsadvies na aanpassing nog steeds duidelijk onjuist is, zal de volksrechtbank een oordeel vellen in overeenstemming met de wet.
Artikel 202 In alle gevallen worden uitspraken in het openbaar uitgesproken.
Indien het vonnis ter terechtzitting wordt uitgesproken, dient de betrokken volksrechtbank het schriftelijke vonnis binnen vijf dagen aan de betrokken partijen en het volksparket dat de vervolging heeft ingeleid, uit. Wanneer het vonnis op een vaste datum in de toekomst moet worden uitgesproken, dient de volksrechtbank het schriftelijke vonnis uit aan de betrokken partijen en aan het volksparket dat de vervolging heeft ingesteld onmiddellijk na de bekendmaking van het vonnis. De schriftelijke uitspraak wordt ook betekend aan de verdediger en de procesvertegenwoordiger.
Artikel 203 Een schriftelijk vonnis draagt ​​de handtekening van de rechters en de griffier en vermeldt de termijn en het hof voor beroep.
Artikel 204 Tijdens het proces kan een hoorzitting worden uitgesteld als zich een van de volgende situaties voordoet die het verloop van het proces beïnvloeden:
(1) als het nodig is om nieuwe getuigen op te roepen, nieuw materieel bewijsmateriaal te verkrijgen, een nieuwe deskundige evaluatie uit te voeren of een ander gerechtelijk onderzoek te houden;
(2) indien de procureurs oordelen dat een zaak waarvoor een openbare vervolging is ingesteld aanvullend onderzoek vereist, en zij doen daartoe een voorstel; of;
(3) als het proces niet kan doorgaan vanwege een aanvraag tot intrekking.
Artikel 205 Indien de behandeling van een zaak wordt uitgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het tweede lid van artikel 2 van de wet, voltooit de volksvertegenwoordiger het aanvullende onderzoek binnen een maand.
Artikel 206 Tijdens de terechtzitting kan de berechting van een zaak worden opgeschort indien de zaak gedurende een relatief lange periode niet kan worden berecht wegens een van de volgende omstandigheden:
(1) de verdachte is ernstig ziek en kan daarom niet voor de rechtbank verschijnen;
(2) de verdachte is ontsnapt;
(3) de particuliere aanklager kan wegens een ernstige ziekte niet voor de rechtbank verschijnen, maar heeft nagelaten een procesvertegenwoordiger toe te vertrouwen om voor de rechtbank te verschijnen; of;
(4) overmacht.
Het proces wordt hervat zodra de redenen voor schorsing zijn verstreken. De duur van de schorsing is niet inbegrepen in de tijdslimiet voor het proces.
Artikel 207 De griffier maakt van de gehele gerechtelijke procedure een schriftelijk verslag, dat door de voorzitter wordt onderzocht en vervolgens door de voorzitter en de griffier wordt ondertekend.
Dat gedeelte van het procesverslag dat de getuigenverklaring bevat, wordt voor de rechtbank voorgelezen of aan de getuigen gegeven om voor te lezen. Nadat de getuigen hebben erkend dat het verslag geen fouten bevat, moeten zij het ondertekenen of hun zegels aanbrengen.
Het procesverslag in de rechtszaal wordt aan de partijen ter voorlezing gegeven of wordt hun voorgelezen. Als een partij van mening is dat er weglatingen of fouten in de registratie staan, kan hij / zij verzoeken om aanvullingen of correcties. Nadat de partijen hebben erkend dat het record geen fouten bevat, moeten zij het document ondertekenen of verzegelen.
Artikel 208 De volksrechtbank doet uitspraak over een zaak van vervolging binnen twee maanden of, niet later dan drie maanden, na aanvaarding daarvan. Voor een zaak waarbij sprake is van het misdrijf waarop de doodstraf staat of een incidentele civiele zaak onder een van de omstandigheden zoals gespecificeerd in artikel 158 hierin, kan de termijn met drie maanden worden verlengd na goedkeuring van een volksrechtbank op het naast hogere niveau. Indien de termijn onder bijzondere omstandigheden verder verlengd moet worden, zal een verzoek om goedkeuring worden ingediend bij de Supreme People's Court.
Als de jurisdictie van een volksrechtbank over een zaak wordt gewijzigd, wordt de termijn voor de behandeling van de zaak berekend vanaf de datum waarop een andere volksrechtbank de zaak na de wijziging ontvangt.
Wat betreft een zaak waarvoor een volksprocureur aanvullend onderzoek moet verrichten, zal de volksrechtbank beginnen met het opnieuw berekenen van de tijdslimiet voor de behandeling van de zaak nadat het aanvullende onderzoek is afgerond en de zaak aan hem is overgedragen.
Artikel 209 Als een volksrechtbank ontdekt dat bij de behandeling van een zaak een volksrechtbank de door de wet voorgeschreven gerechtelijke procedures heeft geschonden, heeft het de bevoegdheid om aan het volksgerechtshof te suggereren dat het dit recht moet zetten.
Sectie 2 Zaken van particuliere vervolging
Artikel 210 Gevallen van particuliere vervolging zijn onder meer:
(1) zaken die alleen na een klacht moeten worden behandeld;
(2) zaken waarvoor de slachtoffers bewijs hebben om te bewijzen dat het om kleine strafzaken gaat; en
(3) zaken waarvoor de slachtoffers bewijs hebben om te bewijzen dat de beklaagden volgens de wet moeten worden onderzocht op strafrechtelijke verantwoordelijkheid omdat hun daden inbreuk hebben gemaakt op de persoonlijke of eigendomsrechten van de slachtoffers, terwijl de openbare veiligheidsorganen of de volksvertegenwoordigers dat niet doen onderzoek doen naar de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de verdachte.
Artikel 211 Na onderzoek van een zaak van particuliere vervolging, behandelt de volksrechtbank deze op een van de volgende manieren in het licht van de verschillende situaties:
(1) als de feiten van het misdrijf duidelijk zijn en het bewijs voldoende is, wordt de zaak behandeld tijdens een rechtszitting; of
(2) in een geval van privévervolging waarvoor strafrechtelijk bewijs ontbreekt, en de privé-aanklager geen aanvullend bewijs kan overleggen, zal de rechtbank hem / haar overhalen om zijn / haar vervolging in te trekken of een beslissing te nemen om de privévervolging te ontslaan.
Wanneer een privé-aanklager, die volgens de wet tweemaal een dagvaarding heeft ontvangen, weigert voor de rechtbank te verschijnen zonder gerechtvaardigde redenen, of zich terugtrekt uit een zitting zonder toestemming van de rechtbank, kan de zaak als ingetrokken worden beschouwd door de privé-aanklager.
Wanneer rechters tijdens de behandeling van een zaak twijfels hebben over het bewijs en het nodig achten om onderzoek te doen om het bewijs te verifiëren, zijn de bepalingen van artikel 196 van de wet van toepassing.
Artikel 212 Een volksrechtbank kan bemiddelen in gevallen van particuliere vervolging. Een privé-aanklager kan een schikking treffen met de verdachte of de privévervolging zelf intrekken voordat de uitspraak wordt aangekondigd. Bemiddeling is echter niet van toepassing op gevallen zoals gespecificeerd in alinea (3) van artikel 210 hierin.
Wanneer de verdachte is vastgehouden, wordt de tijdslimiet voor een volksrechtbank om een ​​zaak van particuliere vervolging te behandelen, bepaald door het eerste lid en het tweede lid van artikel 208 van dit document. Indien de verdachte niet is vastgehouden, wordt de uitspraak in een zaak van particuliere vervolging binnen zes maanden na aanvaarding van de zaak uitgesproken.
Artikel 213 Tijdens de procedure kan de verweerder in geval van particuliere vervolging een tegenvordering instellen tegen de particuliere aanklager. De bepalingen inzake privévervolging zijn van toepassing op tegenvorderingen.
Sectie 3 Beknopte procedures
Artikel 214 Een zaak die onder de jurisdictie van een volksrechtbank op primair niveau valt, kan worden berecht volgens kort geding als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
(1) de feiten van een zaak zijn duidelijk en het bewijs is concreet en voldoende;
(2) de verdachte pleit schuldig aan zijn / haar misdaad en heeft geen bezwaar tegen de feiten van het misdrijf waarvan hij / zij wordt beschuldigd; en
(3) de verweerder heeft geen bezwaar tegen de toepassing van de kort gedingprocedure.
Een volksparket kan een volksrechtbank voorstellen om een ​​summiere procedure in te stellen bij het instellen van een openbaar ministerie.
Artikel 215 Beknopte procedures zijn niet van toepassing onder de volgende omstandigheden:
(1) wanneer de verdachte een visuele, auditieve of spraakstoornis heeft, of een persoon met een verstandelijke beperking is die niet volledig het vermogen heeft verloren om zijn / haar eigen gedrag te herkennen of te beheersen;
(2) wanneer de zaak een grote sociale impact heeft;
(3) wanneer sommige medeverdachten in het geval van gezamenlijke misdrijven geen schuld bekennen of bezwaar hebben tegen de toepassing van summiere procedures; of
(4) wanneer er andere omstandigheden zijn waarin summiere procedures niet geschikt zijn.
Artikel 216 Met betrekking tot een zaak waarop kort geding van toepassing is en waarin de verdachte kan worden gestraft met een gevangenisstraf voor bepaalde tijd van niet meer dan drie jaar of lichtere straffen, kan een volksrechtbank een collegiaal panel vormen of een enkele rechter hebben om de zaak te behandelen ; wanneer de verdachte wordt gestraft met een gevangenisstraf van meer dan drie jaar, stelt de volksrechtbank een collegiaal panel samen om de zaak te behandelen.
Voor een zaak van openbare vervolging die wordt berecht volgens een kort geding, stuurt de betrokken volksvertegenwoordiger zijn personeel om voor de rechtbank te verschijnen.
Artikel 217 Voor een zaak die volgens de procedure in kort geding wordt behandeld, vraagt ​​de rechter de verdachte naar zijn / haar mening over de feiten van het misdrijf waarvan hij / zij wordt beschuldigd, en stelt hij de verdachte op de hoogte van de wettelijke bepalingen inzake de toepassing van de procedure in kort geding, en bevestigen of de beklaagde instemt met de toepassing van summiere procedures.
Artikel 218 Voor een zaak die volgens de procedure van kort geding wordt behandeld, kunnen de beklaagde en zijn verweerder, met toestemming van de rechters, in debat treden met de openbare aanklager of de privé-aanklager en zijn / haar procesvertegenwoordiger.
Artikel 219 Zaken die volgens summiere procedures worden behandeld, zijn niet onderworpen aan de procedurele bepalingen van afdeling 1 van dit hoofdstuk over dienstperioden, het verhoren van verdachten, het ondervragen van getuigen en deskundigen, het overleggen van bewijsmateriaal en gerechtelijke debatten, op voorwaarde dat de volksrechtbanken de definitieve verklaringen horen. van de beklaagden alvorens vonnissen uit te spreken.
Artikel 220 Een volksrechtbank sluit een zaak die volgens de procedure van kort geding is behandeld binnen 20 dagen na aanvaarding ervan. Indien de verdachte wordt gestraft met een gevangenisstraf van meer dan drie jaar, kan de termijn worden verlengd tot anderhalve maand.
Artikel 221 Indien de volksrechtbank tijdens de behandeling van een zaak ontdekt dat de kort gedingprocedure niet geschikt is voor de zaak, behandelt het de zaak opnieuw in overeenstemming met de bepalingen in afdeling 1 of afdeling 2 van dit hoofdstuk.
Sectie 4 Versnelde procedures
Artikel 222 Voor een zaak onder de jurisdictie van een primaire volksrechtbank die kan worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor bepaalde tijd van niet meer dan drie jaar of lichtere straffen, indien de feiten van de zaak duidelijk zijn en het bewijs waar en voldoende is, en de beklaagde pleit schuldig en stemt in met de toepassing van de versnelde procedures, de versnelde procedures kunnen van toepassing zijn, en een dergelijke zaak zal uitsluitend door één rechter worden behandeld.
Een volksparket die een openbaar ministerie instelt, kan de volksrechtbank aanbevelen de versnelde procedures toe te passen.
Artikel 223 In elk van de volgende omstandigheden zijn de versnelde procedures niet van toepassing:
(1) wanneer de verdachte een visuele, auditieve of spraakstoornis heeft, of een persoon met een verstandelijke beperking is die niet volledig het vermogen heeft verloren om zijn / haar eigen gedrag te herkennen of te beheersen;
(2) wanneer de verweerder minderjarig is;
(3) wanneer de zaak een grote sociale impact heeft;
(4) wanneer sommige medeverdachten in een geval van gezamenlijke misdrijven bezwaren hebben tegen de feiten van het misdrijf waarvan hij / zij is beschuldigd, de tenlasteleggingen, aanbevelingen voor veroordelingen of de toepassing van versnelde procedures;
(5) wanneer de verdachte en het slachtoffer of zijn / haar procesvertegenwoordiger geen bemiddelings- of schikkingsovereenkomst hebben bereikt over incidentele civiele vorderingen tot schadevergoeding; of
(6) andere omstandigheden waarop de versnelde procedures niet van toepassing zijn.
Artikel 224 De behandeling van een zaak volgens de versnelde procedures is niet onderworpen aan de bepalingen van afdeling 1 van dit hoofdstuk met betrekking tot de termijn voor betekening van de procedure, en onderzoek en debatten in de rechtbank worden in het algemeen niet gevoerd. Voordat echter een vonnis wordt uitgesproken, worden de mening van de verdachte en de slotverklaring van de verdachte gehoord.
Voor een zaak die volgens de versnelde strafprocedures wordt behandeld, wordt de straf voor de rechtbank bekendgemaakt.
Artikel 225 Voor een zaak waarop de versnelde procedures van toepassing zijn, moet de volksrechtbank deze binnen tien dagen na aanvaarding afronden; en voor een geval waarin gevangenisstraf voor bepaalde tijd van meer dan een jaar kan worden opgelegd, kan de sluitingsperiode worden verlengd tot 15 dagen.
Artikel 226 Tijdens het proces, wanneer de volksrechtbank oordeelt dat het gedrag van de verdachte geen misdaad vormt of dat hij / zij niet strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld, of dat de verdachte schuldig pleit en tegen zijn wil bestraffingen aanvaardt, of dat de verdachte ontkent de feiten van een misdrijf waarvan hij / zij is beschuldigd, of andere omstandigheden waarop snelle procedures niet van toepassing zijn, de zaak wordt opnieuw berecht in overeenstemming met de bepalingen van afdeling 1 of afdeling 3 van dit hoofdstuk.
Hoofdstuk III Procedures van tweede aanleg
Artikel 227 Indien de verdachte, de openbare aanklager of hun wettelijke vertegenwoordigers weigeren een vonnis of bevel in eerste aanleg van een plaatselijke volksrechtbank op welk niveau dan ook te aanvaarden, hebben zij het recht om schriftelijk of mondeling in beroep te gaan bij de volksrechtbank op de volgende hoger level. Verdedigers of naaste familieleden van de verweerder kunnen, met toestemming van de verweerder, beroep instellen.
Een partij bij een incidentele civiele procedure of zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger kan in beroep gaan tegen dat deel van een vonnis of bevel in eerste aanleg dat is uitgesproken door een lokale volksrechtbank op elk niveau dat zich bezighoudt met de incidentele civiele procedure.
Een verweerder mag onder geen enkel voorwendsel het recht worden ontnomen om in beroep te gaan.
Artikel 228 Als een plaatselijke volksvertegenwoordiger op welk niveau dan ook van mening is dat er een duidelijke fout is in een vonnis of bevel in eerste aanleg van een volksrechtbank op hetzelfde niveau, moet het een protest indienen bij de volksrechtbank op het volgende hogere niveau.
Artikel 229 Wanneer het slachtoffer of zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger weigert een vonnis in eerste aanleg van een plaatselijke volksrechtbank op welk niveau dan ook te aanvaarden, heeft hij / zij binnen vijf dagen na de datum van ontvangst van de schriftelijke beslissing het recht om verzoek het volksparket om een ​​protest in te dienen. De volksvertegenwoordiger beslist binnen vijf dagen na ontvangst van het verzoek van het slachtoffer of zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger of hij het protest al dan niet indient en geeft hem / haar een antwoord.
Artikel 230 De termijn voor beroep of protest tegen een vonnis bedraagt ​​tien dagen en de termijn voor beroep of protest tegen een vonnis bedraagt ​​vijf dagen; de termijn gaat in op de dag na ontvangst van de schriftelijke uitspraak of beschikking.
Artikel 231 Wanneer een verdachte, een particuliere aanklager of een eiser of verweerder in een incidentele civiele procedure beroep aantekent bij de volksrechtbank die de zaak oorspronkelijk heeft behandeld, draagt ​​de volksrechtbank binnen drie dagen het verzoekschrift van beroep over samen met het dossier en het bewijs voor de volksrechtbank op het volgende hogere niveau; tegelijkertijd bezorgt het duplicaten van het verzoekschrift van beroep aan het volksparket op hetzelfde niveau en aan de andere partij.
Als een verdachte, een particuliere aanklager of een eiser of verweerder in een incidentele civiele procedure rechtstreeks beroep aantekent bij de volksrechtbank van tweede aanleg, zal de volksrechtbank het verzoekschrift van beroep binnen drie dagen overdragen aan de volksrechtbank die de zaak oorspronkelijk behandelde. voor levering aan het volksparket op hetzelfde niveau en aan de andere partij.
Artikel 232 Als de procureur van een plaatselijk volk protesteert tegen een vonnis of bevel in eerste aanleg van de volksrechtbank op hetzelfde niveau, moet het een schriftelijk protest indienen bij de volksrechtbank die de zaak oorspronkelijk heeft behandeld en een kopie van het schriftelijke protest sturen naar het volksparket op het volgende hogere niveau. De volksrechtbank die de zaak oorspronkelijk heeft behandeld, draagt ​​het schriftelijke protest samen met het dossier en het bewijsmateriaal over aan de volksrechtbank op het volgende hogere niveau en bezorgt duplicaten van het schriftelijke protest aan de partijen.
Als het volksparket op het volgende hogere niveau het protest ongepast acht, kan het het protest intrekken bij de volksrechtbank op hetzelfde niveau en het volksprocuratoraat op het volgende lagere niveau informeren.
Artikel 233 Een volksrechtbank van tweede aanleg voert een volledig onderzoek uit van de vastgestelde feiten en de toepassing van de wet in de uitspraak van eerste aanleg en wordt niet beperkt door de reikwijdte van het beroep of protest.
Indien slechts door een deel van de beklaagden beroep wordt aangetekend in een geval van gezamenlijke misdaad, zal de zaak nog steeds als geheel worden beoordeeld en behandeld.
Artikel 234 Een volksrechtbank van tweede aanleg vormt een collegiaal panel en begint zittingen om de volgende zaken te berechten:
(1) een beroepsprocedure waarin de verdachte, de privé-aanklager en zijn / haar procesvertegenwoordiger bezwaren hebben tegen de feiten of het bewijs dat in eerste aanleg is vastgesteld en de bezwaren van invloed kunnen zijn op de veroordeling en de veroordeling van de zaak;
(2) een beroepsprocedure waarin de verdachte wordt veroordeeld tot de doodstraf;
(3) een zaak in hoger beroep waartegen een volksparketzaak is geprotesteerd; of
(4) een zaak in hoger beroep die valt onder andere omstandigheden die een proces in rechtszittingen vereisen.
De volksrechtbank van tweede aanleg ondervraagt ​​de verdachte en raadpleegt andere betrokken partijen, verdedigers en procesvertegenwoordigers wanneer het besluit geen zitting te houden om een ​​zaak te behandelen.
Wanneer een volksrechtbank van tweede aanleg een rechtszitting opent om een ​​zaak van beroep of protest te behandelen, kan het dat doen op de plaats waar de zaak zich heeft voorgedaan of op de plaats waar de volksrechtbank die de zaak oorspronkelijk heeft behandeld zich bevindt.
Artikel 235 Met betrekking tot een zaak waartegen een volksprocureur is geprotesteerd of een zaak van openbare vervolging die wordt berecht door een volksrechtbank van tweede aanleg in een rechtszitting, zal het volksparket van hetzelfde niveau zijn personeel sturen om de zitting bij te wonen. De volksrechtbank van tweede aanleg zal, na te hebben besloten een zitting te beginnen voor de behandeling van de zaak, de volksvertegenwoordiging op de hoogte brengen om de dossiers te onderzoeken, en deze laatste beëindigt het onderzoek binnen een maand. De tijd die het volksparket nodig heeft om de dossiers te onderzoeken, is niet inbegrepen in de tijdslimiet voor het proces.
Artikel 236 Na behandeling van een beroep of protest tegen een vonnis van eerste aanleg, behandelt de volksrechtbank van tweede aanleg het op een van de volgende manieren in het licht van de verschillende situaties:
(1) als het oorspronkelijke vonnis correct was bij de vaststelling van de feiten en de toepassing van de wet en passend was bij de veroordeling, zal de volksrechtbank de afwijzing van het beroep of protest gelasten en het oorspronkelijke vonnis bevestigen.
(2) als het oorspronkelijke vonnis geen fout bevatte bij de vaststelling van de feiten, maar onjuist was in de toepassing van de wet of ongepast was bij de veroordeling, zal de volksrechtbank het vonnis herzien.
(3) als de feiten in het oorspronkelijke vonnis onduidelijk waren of het bewijs onvoldoende, kan de volksrechtbank het vonnis herzien na vaststelling van de feiten, of het kan het oorspronkelijke vonnis intrekken en de zaak terugverwijzen naar de volksrechtbank die het oorspronkelijk voor een nieuw proces heeft gebracht .
Indien de oorspronkelijke volksrechtbank een uitspraak heeft gedaan over een zaak die is teruggezonden voor een nieuw proces in overeenstemming met alinea (3) van de voorgaande alinea, indien de verdachte beroep instelt of de volksvertegenwoordiger protesteert, dient de volksrechtbank van tweede aanleg een vonnis of uitspraak op grond van de wet, en zal de zaak niet terugverwijzen naar de oorspronkelijke volksrechtbank voor een nieuw proces.
Artikel 237 Bij het behandelen van een door de verweerder of zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger, verweerder of naaste verwant ingestelde beroepsprocedure, mag een volksrechtbank van tweede aanleg de straffen voor de verdachte niet verzwaren. Wanneer een zaak wordt terugverwezen naar de oorspronkelijke volksrechtbank voor een nieuw proces door de volksrechtbank van tweede aanleg, tenzij er nieuwe feiten van de misdaad zijn en de volksvertegenwoordiging aanvullende vervolging heeft ingesteld, zal de oorspronkelijke volksrechtbank de straffen voor de verdachte niet verzwaren. .
De beperking neergelegd in het vorige lid is niet van toepassing op zaken waartegen een volksparket heeft geprotesteerd of zaken waartegen beroep is ingesteld door particuliere aanklagers.
Artikel 238 Indien een volksrechtbank van tweede aanleg ontdekt dat een volksrechtbank van eerste aanleg de door de wet voorgeschreven procesprocedures op een van de volgende manieren schendt, beslist het om het oorspronkelijke vonnis te herroepen en de zaak terug te verwijzen naar de volksrechtbank die oorspronkelijk werd behandeld. het voor nieuw proces:
(1) het overtreden van de bepalingen van de wet met betrekking tot berechting in het openbaar;
(2) het overtreden van het opnamesysteem;
(3) de partijen hun door de wet voorgeschreven procesrecht te ontnemen of deze rechten te beperken, wat de onpartijdigheid van een proces kan belemmeren;
(4) onrechtmatige oprichting van een gerechtelijke organisatie; of
(5) andere schendingen van de procesprocedures die wettelijk zijn voorgeschreven en die de onpartijdigheid van een proces kunnen belemmeren.
Artikel 239 De volksrechtbank die oorspronkelijk een zaak heeft behandeld, zal een nieuw collegiaal panel vormen voor de zaak die voor een nieuw proces naar hem wordt verwezen, in overeenstemming met de procedures van eerste aanleg. Met betrekking tot het vonnis gewezen na het nieuwe proces, kan beroep of protest worden ingediend in overeenstemming met de bepalingen van artikel 227, 228 of 229 van de wet.
Artikel 240.Nadat een volksrechtbank van tweede aanleg een beroep of protest tegen een bevel van eerste aanleg heeft herzien, gelast het de afwijzing van het beroep of het protest of herroept of herziet het de oorspronkelijke beschikking respectievelijk onder verwijzing naar de bepalingen van artikel 236, 238 of 239 van de wet.
Artikel 241 De volksrechtbank die oorspronkelijk een zaak heeft behandeld, berekent opnieuw de termijn voor de berechting van de zaak die hem door de volksrechtbank van tweede aanleg is teruggezonden vanaf de datum van ontvangst van de zaak in voorlopige hechtenis.
Artikel 242 Een volksrechtbank van tweede aanleg behandelt zaken van beroep of protest met verwijzing naar de procedures van eerste aanleg, naast de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk.
Artikel 243 Een volksrechtbank van tweede aanleg sluit de behandeling van een zaak van beroep of protest binnen twee maanden na aanvaarding van de zaak. Voor een zaak waarin de verdachte een misdrijf pleegt dat bestraft kan worden met de doodstraf of een incidentele civiele zaak die onder een van de omstandigheden valt zoals vermeld in artikel 158 hierin, kan de termijn met twee maanden worden verlengd na goedkeuring of beslissing van een hoge ambtenaar. rechtbank op het niveau van provincie, autonome regio of gemeente direct onder de rijksoverheid. Indien onder bijzondere omstandigheden verdere verlenging nodig is, wordt een verzoek ter goedkeuring voorgelegd aan de Supreme People's Court.
Het Opperste Volksgerechtshof beslist over de tijdslimiet voor de berechting van de daarmee aanvaarde beroeps- of protestzaken.
Artikel 244 Alle uitspraken en beschikkingen van tweede aanleg en alle uitspraken en beschikkingen van de Supreme People's Court zijn definitief.
Artikel 245 Een openbaar veiligheidsorgaan, het volksparket en de volksrechtbank zullen de eigendommen en de daaruit voortkomende vruchten van de criminele verdachten en beklaagden die zijn verzegeld, in beslag genomen of bevroren voor toekomstige verificatie, naar behoren bewaren en een lijst opstellen van de eigendommen en de opgebouwde vruchten, en dezelfde overdracht met de gevallen. Geen enkele entiteit of individu mag het eigendom of de verworven vruchten zelf misbruiken of vervreemden. De legitieme eigendommen van een slachtoffer worden tijdig aan het slachtoffer teruggegeven. De smokkelwaar en andere goederen die niet geschikt zijn voor langdurige opslag, worden verwijderd in overeenstemming met de toepasselijke staatsbepalingen.
Alle tastbare voorwerpen die als bewijs worden gebruikt, worden samen met een zaak overgedragen. In het geval van een tastbaar object dat niet geschikt is voor overdracht, wordt de lijst, foto of ander bewijsstuk samen met de zaak overgedragen.
Het vonnis van een volksrechtbank omvat de beschikking over het eigendom en de opgebouwde vruchten die zijn verzegeld, in beslag genomen of ingevroren.
Nadat het vonnis van een volksrechtbank in werking is getreden, moet het betrokken orgaan de eigendommen en de opgebouwde vruchten verwijderen die overeenkomstig het vonnis zijn verzegeld, in beslag genomen of ingevroren. Al deze eigendommen en verworven vruchten zullen worden overgedragen aan de staatskas, behalve die welke overeenkomstig de wet aan het slachtoffer worden teruggegeven.
Een gerechtsdeurwaarder die zonder toestemming de eigendommen en de opgebouwde vruchten verduistert, verduistert of verwijdert die zijn verzegeld, in beslag genomen of bevroren, is onderworpen aan strafrechtelijke aansprakelijkheid in overeenstemming met de wet. Als er geen misdrijf is, worden aan de gerechtsdeurwaarder disciplinaire sancties opgelegd.
Hoofdstuk IV Procedures voor herziening van doodvonnissen
Artikel 246 Doodvonnissen zijn onderworpen aan goedkeuring door het Hooggerechtshof.
Artikel 247 Een zaak van eerste aanleg waarin een Intermediate People's Court een doodvonnis heeft opgelegd en de verdachte geen hoger beroep instelt, wordt beoordeeld door een High People's Court en ter goedkeuring voorgelegd aan de Supreme People's Court. Als de hoge volksrechtbank het niet eens is met het doodvonnis, kan het de zaak voor de rechter brengen of de zaak voor een nieuw proces instellen.
Zaken van eerste aanleg waarin een hoge volksrechtbank een doodvonnis heeft opgelegd en de verdachte geen hoger beroep instelt, en zaken van tweede aanleg waarin een doodvonnis is opgelegd, moeten allemaal ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Hooggerechtshof.
Artikel 248 Een zaak waarin een tussengerechtshof een doodvonnis heeft opgelegd met een schorsing van twee jaar van executie, is onderworpen aan goedkeuring door een hoge volksrechtbank.
Artikel 249 Beoordeling door het Hooggerechtshof van zaken waarbij doodvonnissen zijn betrokken en toetsing door een hoge volksrechtbank van zaken met betrekking tot doodvonnissen met opschorting van executie worden uitgevoerd door collegiale panels, elk bestaande uit drie rechters.
Artikel 250 Het Hooggerechtshof doet een uitspraak over de goedkeuring of niet-goedkeuring van de doodstraf bij de herziening van een zaak waarbij de doodstraf is veroordeeld. Als het Hooggerechtshof de doodstraf afkeurt, kan het de zaak terugzetten voor een nieuw proces of het vonnis herzien.
Artikel 251 Bij de behandeling van een zaak waarbij de doodstraf is veroordeeld, ondervraagt ​​het Hooggerechtshof de verdachte en raadpleegt de verdedigingsadvocaat op verzoek van de verdedigingsadvocaat.
De Supreme People's Procuratorate kan zijn mening voorleggen aan de Supreme People's Court wanneer deze een zaak behandelt waarbij de doodstraf is veroordeeld. Het Hooggerechtshof stelt de resultaten van de herziening van de zaak ter kennis van het Hooggerechtshof.
Hoofdstuk V Procedures voor toezicht op proeven
Artikel 252 Een partij of zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger of naaste verwant kan een verzoekschrift indienen bij een volksrechtbank of een volksparket met betrekking tot een rechtsgeldig vonnis of bevel, maar de uitvoering van het vonnis of bevel wordt niet opgeschort.
Artikel 253 Indien het verzoekschrift van de betrokken partij of zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger of naaste familieleden onder een van de volgende omstandigheden valt, zal een volksrechtbank de zaak opnieuw behandelen:
(1) wanneer er nieuw bewijs voorhanden is om de fouten in de feiten die in het oorspronkelijke vonnis of de oorspronkelijke uitspraak zijn vastgesteld, te bewijzen, die van invloed kunnen zijn op de veroordeling en de veroordeling van een zaak;
(2) wanneer het bewijs dat als basis dient voor veroordeling en veroordeling onbetrouwbaar en ontoereikend is, of moet worden uitgesloten in overeenstemming met de wet, of wanneer het belangrijkste bewijs dat de feiten van de zaak aantoont, met elkaar in tegenspraak zijn;
(3) wanneer het oorspronkelijke vonnis of de oorspronkelijke uitspraak onjuist is in de toepassing van de wet;
(4) wanneer de zaak wordt berecht in strijd met de wettelijke procedure, hetgeen de onpartijdigheid van het proces kan aantasten; of
(5) waar de rechter omkoping en corruptie heeft gepleegd, vriendjespolitiek heeft geoefend voor persoonlijk gewin of de wet heeft overtreden tijdens het proces van de zaak.
Artikel 254 Wanneer de president van een volksrechtbank op welk niveau dan ook een duidelijke fout constateert in een rechtsgeldig vonnis of bevel van zijn / haar rechtbank met betrekking tot de vaststelling van feiten of de toepassing van de wet, zal hij / zij de zaak voorleggen aan de rechterlijke commissie voor behandeling.
Waar het Hooggerechtshof een bepaalde fout constateert in een juridisch effectief vonnis of uitspraak van een volksrechtbank op een lager niveau, of als een volksrechtbank op een hoger niveau een duidelijke fout constateert in een rechtsgeldig vonnis of bevel van een volksrechtbank op op een lager niveau heeft het de bevoegdheid om de zaak zelf voor de rechter te brengen of kan het een volksrechtbank op een lager niveau opdracht geven een nieuw proces te voeren.
Waar de Supreme People's Procuratorate een duidelijke fout constateert in een juridisch effectieve uitspraak of uitspraak van een volksrechtbank op welk niveau dan ook, of als een volksprocureur op een hoger niveau een duidelijke fout constateert in een juridisch effectieve uitspraak of uitspraak van een volksrechtbank op een op een lager niveau, heeft het de bevoegdheid om bij de volksrechtbank op hetzelfde niveau een protest in te dienen tegen het vonnis of bevel in overeenstemming met de procedures voor het toezicht op het proces.
Met betrekking tot een zaak waartegen een volksprocureur heeft geprotesteerd, zal de volksrechtbank die het protest heeft aanvaard, een collegiaal panel vormen voor een nieuw proces; als de feiten op basis waarvan de oorspronkelijke uitspraak werd gedaan, niet duidelijk zijn of het bewijs niet voldoende is, kan het de volksrechtbank op het lagere niveau opdracht geven de zaak opnieuw te behandelen.
Artikel 255 Wanneer een volksrechtbank op hogere niveaus een volksrechtbank op lagere niveaus beveelt een zaak opnieuw te behandelen, zal een volksrechtbank op een lager niveau anders dan de oorspronkelijke volksrechtbank worden bevolen om het nieuwe proces te leiden. Wanneer het voor de oorspronkelijke volksrechtbank geschikter is om het proces opnieuw in te leiden, kan de oorspronkelijke volksrechtbank worden gelast de zaak opnieuw te behandelen.
Artikel 256 Wanneer een zaak opnieuw moet worden behandeld volgens de procedures voor toezicht op het proces door de oorspronkelijke volksrechtbank, wordt een nieuw collegiaal panel gevormd om het nieuwe proces te leiden. In het geval van zaken in eerste aanleg zal het nieuwe proces worden gevoerd in overeenstemming met de procedures in eerste aanleg, en tegen de uitspraak of uitspraak kan beroep of protest worden aangetekend. In het geval van zaken in tweede aanleg of zaken die voor berechting worden voorgelegd aan volksrechtbanken van hoger niveau, zal het nieuwe proces worden gevoerd in overeenstemming met de procedures van tweede aanleg en is het vonnis of de uitspraak die wordt gegeven het oordeel of de uitspraak in laatste aanleg.
Voor zaken die door een volksrechtbank tijdens zittingen opnieuw worden behandeld, stuurt de volksvertegenwoordiger op hetzelfde niveau zijn personeel om de zittingen bij te wonen.
Artikel 257 Wanneer het nodig is om dwangmaatregelen te nemen tegen de verdachte in een zaak die een volksrechtbank heeft besloten opnieuw te behandelen, neemt de volksrechtbank een beslissing over de verplichte maatregelen in overeenstemming met de wet. Wanneer het nodig is om dwangmaatregelen te nemen tegen de verdachte in een nieuwe rechtszaak waartegen het volksparketbureau protest heeft aangetekend, neemt het volksprocureur een beslissing over de verplichte maatregelen in overeenstemming met de wet.
Bij het behandelen van zaken in overeenstemming met de procedures voor toezicht op het proces, kan een volksrechtbank besluiten de uitvoering van de oorspronkelijke vonnissen of uitspraken op te schorten.
Artikel 258 Met betrekking tot een zaak die opnieuw wordt behandeld door een volksrechtbank in overeenstemming met de procedures voor het toezicht op het proces, beëindigt het het proces binnen drie maanden vanaf de dag waarop het besluit om de zaak zelf voor de rechtbank te brengen of waarop de er wordt besloten om de zaak opnieuw te proberen. Indien verlenging van de termijn noodzakelijk is, mag de termijn niet langer zijn dan zes maanden.
De bepalingen van het voorgaande lid zijn van toepassing op de tijdslimiet voor de berechting van een geprotesteerde zaak die door een volksrechtbank wordt aanvaard en door die rechtbank zal worden behandeld in overeenstemming met de procedures voor het toezicht op het proces. Wanneer het nodig is om een ​​volksrechtbank op een lager niveau te leiden om een ​​geprotesteerde zaak opnieuw te berechten, wordt een dergelijke beslissing genomen binnen een maand na de dag waarop de geprotesteerde zaak is aanvaard; de bepalingen van het vorige lid zijn van toepassing op de termijn voor de berechting van de zaak door de volksrechtbank op het lagere niveau.
Deel vier uitvoering
Artikel 259 Uitspraken en uitspraken worden uitgevoerd nadat ze rechtsgeldig zijn geworden.
De volgende uitspraken en uitspraken zijn rechtsgeldig:
(1) vonnissen en uitspraken waartegen geen beroep of protest is ingediend binnen de wettelijk voorgeschreven termijn;
(2) vonnissen en uitspraken in laatste aanleg; en
(3) uitspraken over de doodstraf die zijn goedgekeurd door het Hooggerechtshof en uitspraken over de doodstraf met twee jaar opschorting van executie, goedgekeurd door een hoge volksrechtbank.
Artikel 260 Indien een verdachte in hechtenis het vonnis van niet schuldig of vrijgesteld van strafrechtelijke straf wordt gegeven door een volksrechtbank van eerste aanleg, wordt hij / zij onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis vrijgelaten.
Artikel 261 Wanneer een vonnis van de doodstraf met onmiddellijke tenuitvoerlegging wordt uitgesproken of goedgekeurd door het Hooggerechtshof, ondertekent en vaardigt de president van het Hooggerechtshof een bevel uit om het doodvonnis uit te voeren.
Indien een ter dood veroordeelde met twee jaar schorsing van executie geen opzettelijke overtreding begaat tijdens de periode van opschorting van de straf en zijn / haar straf daarom na het verstrijken van die termijn moet worden omgezet in overeenstemming met de wet, dient het uitvoerende orgaan een schriftelijke aanbeveling aan een hoge volksrechtbank voor een uitspraak; als er geverifieerd bewijs is dat de crimineel een opzettelijk misdrijf heeft gepleegd en zijn / haar doodvonnis daarom moet worden uitgevoerd, zal de hoge volksrechtbank de zaak voor onderzoek en goedkeuring voorleggen aan de Supreme People's Court.
Artikel 262 Na ontvangst van een bevel van het Opperste Volksgerechtshof om een ​​doodvonnis uit te voeren, zal de volksrechtbank op een lager niveau het ten uitvoer te leggen vonnis binnen zeven dagen uitspreiden. Onder een van de volgende voorwaarden zal de volksrechtbank op een lager niveau de executie opschorten en onmiddellijk een rapport voorleggen aan de Supreme People's Court voor een uitspraak:
(1) als vóór de uitvoering van de straf wordt ontdekt dat het vonnis een fout kan bevatten;
(2) indien de misdadiger vóór de uitvoering van de straf belangrijke strafbare feiten aan het licht brengt of een andere, aanzienlijk verdienstelijke dienst verricht, kan het nodig zijn de straf te herzien; of
(3) als de crimineel zwanger is.
Indien de in het eerste of tweede lid van het voorgaande lid gegeven reden die de schorsing van de straf veroorzaakte, is verdwenen, kan de straf alleen worden uitgevoerd nadat een rapport is ingediend bij de president van het Hooggerechtshof om te ondertekenen en uit te vaardigen. een ander bevel tot uitvoering van het doodvonnis. Indien de executie wordt opgeschort om de reden vermeld in het derde lid van het voorgaande lid, wordt een verzoek ingediend bij het Hooggerechtshof om de straf volgens de wet te wijzigen.
Artikel 263 Voordat een volksrechtbank een doodvonnis uitspreekt dat moet worden uitgevoerd, moet het de volksvertegenwoordiging op hetzelfde niveau op de hoogte stellen om een ​​officier te sturen om toezicht te houden op de executie.
Een doodvonnis wordt uitgevoerd door middel van schieten of injectie.
Een doodvonnis kan worden uitgevoerd op de executieplaats of op een aangewezen plaats van hechtenis.
De gerechtsdeurwaarder die de executie leidt, verifieert de identiteit van de crimineel, vraagt ​​de crimineel of hij / zij nog laatste woorden of brieven heeft en levert de crimineel vervolgens af aan de beul voor uitvoering van het doodvonnis. Als vóór de uitvoering wordt ontdekt dat er mogelijk een fout is gemaakt, wordt de uitvoering opgeschort en wordt een rapport voorgelegd aan de Supreme People's Court voor een bevel.
De executie van doodvonnissen wordt aangekondigd, maar is niet openbaar.
Nadat een doodvonnis is voltrokken, zal de griffier ter plaatse een schriftelijk verslag hiervan opstellen. De volksrechtbank die de doodstraf heeft uitgevoerd, zal een rapport over de executie indienen bij de Supreme People's Court.
Nadat een doodvonnis is uitgevoerd, stelt de volksrechtbank die het uit te voeren doodvonnis heeft uitgesproken de familieleden van de misdadiger op de hoogte.
Artikel 264 Wanneer een crimineel wordt uitgesproken voor de uitvoering van strafrechtelijke straffen, dient de volksrechtbank die de crimineel uitspreekt de relevante juridische documenten binnen tien dagen na de datum van inwerkingtreding van het vonnis betekend aan het relevante openbare veiligheidsorgaan, de gevangenis of enig ander handhavingsorgaan.
Een crimineel die is veroordeeld tot de doodstraf met uitstel van twee jaar, of levenslange gevangenisstraf of gevangenisstraf voor bepaalde tijd, wordt, in overeenstemming met de wet, door een orgaan van de openbare veiligheid uitgeleverd aan een gevangenis voor uitvoering van strafrechtelijke straffen. Wat betreft een crimineel die is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor bepaalde tijd: als de resterende straf niet meer dan drie maanden bedraagt ​​voordat hij / zij wordt vrijgelaten wegens het uitzitten van zijn / haar straf, moet de crimineel zijn / haar straf in een detentiehuis uitzitten. Met betrekking tot een crimineel die is veroordeeld tot strafrechtelijke detentie, dient de crimineel zijn / haar straf uit onder toezicht van het relevante openbare veiligheidsorgaan.
Wat betreft een jeugdige delinquent, zijn / haar strafrechtelijke straf zal worden uitgevoerd in een hervormingscentrum voor jeugdige delinquenten.
Een executerend orgaan neemt een crimineel onverwijld in hechtenis en stelt de familieleden van de crimineel in kennis.
Aan een crimineel die is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor bepaalde tijd of een strafrechtelijke detentie, wordt na de uitvoering van de straf een certificaat van vrijlating afgegeven door het uitvoerende orgaan.
Artikel 265 Een crimineel die is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor bepaalde tijd of een strafrechtelijke detentie kan worden toegestaan ​​om zijn / haar straf tijdelijk buiten de gevangenis uit te zitten onder elk van de volgende omstandigheden:
(1) wanneer de crimineel ernstig ziek is en op borgtocht moet worden vrijgelaten voor medische behandeling;
(2) wanneer de crimineel zwanger is of borstvoeding geeft; of
(3) wanneer de crimineel niet in staat is voor zichzelf te zorgen in het dagelijks leven, en zijn / haar tijdelijke veroordeling buiten de gevangenis de openbare veiligheid niet in gevaar brengt.
Indien een tot levenslange gevangenisstraf veroordeelde crimineel onder de omstandigheid voorzien in het tweede lid van het vorige lid valt, kan de misdadiger worden toegestaan ​​haar straf tijdelijk buiten de gevangenis uit te zitten.
Een crimineel mag niet op borgtocht worden vrijgelaten voor medische behandeling als die vrijlating de openbare veiligheid in gevaar kan brengen of als de crimineel zichzelf zou kunnen verwonden of verminken.
Als een crimineel inderdaad ernstig ziek is en op borgtocht moet worden vrijgelaten voor medische behandeling, zal een door een volksregering op provinciaal niveau aangewezen ziekenhuis een diagnose stellen en ondersteunende documenten verstrekken.
Voordat een crimineel zijn / haar straf begint uit te zitten, wordt de beslissing over tijdelijke straf buiten de gevangenis genomen door de volksrechtbank die de crimineel zal uitleveren voor de uitvoering van zijn / haar straf. Nadat de crimineel is overgedragen aan de relevante autoriteit om zijn / haar straf uit te zitten, zal de betrokken gevangenis of detentiehuis schriftelijke adviezen over tijdelijke straf uitzitten buiten de gevangenis uitbrengen en dit rapporteren aan een bestuursorgaan van de gevangenis op of boven de gevangenis. provinciaal niveau of een openbaar veiligheidsorgaan op of boven het niveau van steden met districten ter goedkeuring.
Artikel 266 Een gevangenis of detentiehuis die de schriftelijke adviezen over tijdelijke veroordeling buiten de gevangenis naar voren brengt, kopieert het duplicaat van de schriftelijke adviezen naar het volksparket. Het volksparket kan schriftelijke adviezen indienen bij de beslissende of goedkeurende autoriteit.
Artikel 267 Het orgaan dat de tijdelijke straf buiten de gevangenis beslist of goedkeurt, kopieert de beslissing over de tijdelijke straf buiten de gevangenis naar het betrokken volksparket. Wanneer het volksparket tijdelijke straf buiten de gevangenis als ongepast beschouwt, stuurt het binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving zijn schriftelijke adviezen naar het orgaan dat heeft besloten of goedgekeurd tot tijdelijke strafuitvoering buiten de gevangenis. Na ontvangst van de schriftelijke adviezen van het volksparket, zal het genoemde orgaan de beslissing onverwijld heroverwegen.
Artikel 268 Wanneer een crimineel die toestemming heeft gekregen om zijn / haar straf tijdelijk buiten de gevangenis uit te zitten, zich in een van de volgende omstandigheden bevindt, wordt hij / zij tijdig in de gevangenis beland:
(1) wanneer wordt vastgesteld dat de crimineel niet heeft voldaan aan de voorwaarden voor tijdelijke veroordeling buiten de gevangenis;
(2) wanneer de crimineel een ernstige overtreding heeft begaan van de bepalingen inzake het toezicht op en het beheer van de tijdelijke strafvervolging buiten de gevangenis; of
(3) wanneer de omstandigheden waaronder de misdadiger zijn / haar straf tijdelijk buiten de gevangenis mag uitzitten, niet langer bestaan ​​en de straf niet is verstreken.
Wanneer een misdadiger die door een volksrechtbank is toegestaan ​​om zijn / haar straf tijdelijk buiten de gevangenis uit te zitten, naar de gevangenis wordt gestuurd, neemt de volksrechtbank daarover een beslissing en dient de relevante juridische documenten aan het openbare veiligheidsorgaan, de gevangenis of andere betrokken uitvoerende organen.
Indien een misdadiger die niet voldoet aan de voorwaarden voor tijdelijke strafuitvoering buiten de gevangenis daarvoor toestemming krijgt door middel van omkoping of andere onwettige middelen, wordt de duur van de straf buiten de gevangenis niet meegerekend in de uitvoeringstermijn van de gevangenisstraf. zin. Wanneer een crimineel ontsnapt tijdens de tijdelijke straf uitzit buiten de gevangenis, wordt de duur van de ontsnapping niet meegerekend bij de uitvoeringstermijn van de straf.
Indien een crimineel overlijdt tijdens de tijdelijke veroordeling buiten de gevangenis, stelt het uitvoerende orgaan de gevangenis of het detentiehuis hiervan tijdig in kennis.
Artikel 269 Wanneer een crimineel wordt veroordeeld tot openbaar toezicht, voorwaardelijke straf krijgt, voorwaardelijk vrij is of tijdelijk zijn straf uitzit buiten de gevangenis, zal de crimineel, in overeenstemming met de wet, onderworpen worden aan gemeenschapscorrectie door middel van een gemeenschapscorrectie. organisatie.
Artikel 270 De ontneming van politieke rechten aan een crimineel wordt afgedwongen door een orgaan van openbare veiligheid. Na het verstrijken van de executietermijn stelt het betrokken uitvoerende orgaan de crimineel en zijn / haar werkgever of de basisorganisatie van de plaats waar de crimineel verblijft schriftelijk op de hoogte.
Artikel 271 Indien een tot een boete veroordeelde crimineel de boete niet binnen de gestelde termijn betaalt, zal de volksrechtbank hem / haar tot betaling dwingen. Als de crimineel echt moeite heeft met betalen omdat hij / zij een onweerstaanbare ramp heeft doorgemaakt, kan een bevel worden gegeven om de boete te verlagen of hem / haar vrij te stellen van betaling.
Artikel 272 Alle beslissingen over confiscatie van goederen, of deze nu als aanvullende straf of onafhankelijk zijn opgelegd, worden uitgevoerd door de volksrechtbanken; indien nodig kunnen de volksrechtbanken dergelijke uitspraken samen met de openbare veiligheidsorganen uitvoeren.
Artikel 273 Indien een misdadiger tijdens het uitzitten van zijn straf opnieuw een misdrijf pleegt, of indien een strafbaar feit dat is ontdekt op het moment van de uitspraak niet bekend was, wordt hij / zij door het uitvoerend orgaan ter behandeling overgebracht naar een volksprocureur.
Wanneer een crimineel die is veroordeeld tot openbaar toezicht, strafrechtelijke hechtenis, gevangenisstraf of levenslange gevangenisstraf, zijn / haar straf zal laten omzetten of voorwaardelijke vrijlating zal krijgen wegens oprecht berouw of verdienstelijke dienst tijdens de uitvoering van de straf, dient het uitvoerende orgaan een schriftelijke verklaring in. voorstel aan de relevante volksrechtbank voor beslissing en goedkeuring, en kopieert het duplicaat van het voorstel naar de relevante volksprocureur. Het volksparket kan schriftelijke adviezen indienen bij de volksrechtbank.
Artikel 274 Indien een volksprocureur van mening is dat de uitspraak over omzetting van straf of voorwaardelijke vrijlating door een volksrechtbank ongepast is, dient het binnen 20 dagen na de datum van ontvangst van een afschrift van het schriftelijke bevel een schriftelijke aanbeveling aan de volksvertegenwoordiging voor te leggen. rechtbank voor correctie. De volksrechtbank vormt binnen een maand na ontvangst van de aanbeveling een nieuw collegiaal panel om de zaak te behandelen en een definitieve uitspraak te doen.
Artikel 275 Wanneer de gevangenis of enig ander uitvoerend orgaan tijdens de uitvoering van een strafrechtelijke straf van mening is dat er een fout in het vonnis is of de misdadiger een verzoekschrift indient, verwijst hij de zaak naar het volksvertegenwoordiger of de volksrechtbank die de uitspraak heeft gedaan. origineel oordeel voor behandeling.
Artikel 276 De procureurs van het volk houden toezicht op de uitvoering van strafrechtelijke straffen door organen uit te voeren om te zien of de executie in overeenstemming is met de wet. Als ze illegale praktijken ontdekken, stellen ze de uitvoerende organen hiervan in kennis om deze te corrigeren.
Deel V Speciale procedures
Hoofdstuk I Procedures voor strafzaken gepleegd door minderjarigen
Artikel 277 Minderjarigen die misdrijven hebben gepleegd, worden opgevoed, hervormd en gerehabiliteerd door de beginselen van het aannemen van onderwijs als primair middel en het gebruik van straffen als nevenmiddel hoog te houden.
Volksrechtbanken, volksrechters en openbare veiligheidsorganen waarborgen de procesrechten van minderjarigen bij de behandeling van door minderjarigen gepleegde strafzaken, zorgen voor de beschikbaarheid van rechtsbijstand voor minderjarigen en wijzen rechters, procureurspersoneel en onderzoekers aan die bekend zijn met de fysieke en mentale kenmerken van minderjarigen om de zaken te ondernemen.
Artikel 278 Wanneer een minderjarige verdachte of beklaagde geen verdachte heeft toevertrouwd, stelt de betrokken volksrechtbank, de volksvertegenwoordiger of het betrokken orgaan van openbare veiligheid een instantie voor rechtsbijstand in kennis om een ​​advocaat aan te wijzen als de verdediger van de minderjarige.
Artikel 279 Bij de behandeling van door minderjarigen gepleegde strafzaken kunnen een openbare veiligheidsorgaan, de volksvertegenwoordiging en de volksrechtbank, afhankelijk van de omstandigheden, onderzoek doen naar de ervaring opgroeien, de redenen voor het plegen van misdrijven en de voorwaarden voor opvoeding en voogdij van de minderjarige verdachten of beklaagden.
Artikel 280 De toepassing van arrestatie op minderjarige verdachten en beklaagden zal strikt worden beperkt. Wanneer een volksprocureur de arrestatie van een minderjarige verdachte of beklaagde beoordeelt en goedkeurt, en de betrokken volksrechtbank besluit de arrestatie uit te voeren, wordt de minderjarige verdachte of beklaagde verhoord en wordt de mening van de verdedigingsadvocaat gehoord.
Minderjarigen die in hechtenis worden gehouden of zijn gearresteerd of die een straf uitzitten, worden gescheiden van volwassenen vastgehouden, beheerd en opgeleid.
Artikel 281 Voor een strafzaak gepleegd door een minderjarige, wordt de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige verdachte of beklaagde geïnformeerd om het verhoor en het proces bij te wonen. Wanneer de wettelijke vertegenwoordiger niet kan worden bereikt of niet aanwezig kan zijn, of zelf medeplichtig is, andere volwassen familieleden van de minderjarige verdachte of beklaagde, of vertegenwoordigers van zijn / haar school of werkgever, de basisorganisatie in zijn / haar / haar woonplaats of de minderjarige beschermingsorganisatie kan worden ingelicht voor het bijwonen van het verhoor en het proces, en de relevante informatie wordt schriftelijk vastgelegd. De wettelijke vertegenwoordiger die verschijnt, kan namens hem / haar de procesrechten van de minderjarige verdachte of beklaagde uitoefenen.
De wettelijke vertegenwoordiger of andere aanwezige personen kunnen hun mening geven als zij menen dat het personeel dat de zaak behandelt de legitieme rechten en belangen van de minderjarige heeft geschaad tijdens het verhoor of het proces. De verhoorverslagen en gerechtelijke verslagen worden overhandigd aan of voorgelezen aan de wettelijke vertegenwoordiger of andere aanwezige personen.
Vrouwelijke personeelsleden zullen aanwezig zijn bij het verhoor van een vrouwelijke minderjarige verdachte.
In de berechting van een strafzaak die is gepleegd door een minderjarige, kan zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger aanvullende verklaringen afleggen nadat de minderjarige beklaagde de laatste verklaringen heeft afgelegd.
het eerste lid, het tweede lid en het derde lid zijn van toepassing wanneer minderjarige slachtoffers of getuigen worden ondervraagd.
Artikel 282 Wanneer een minderjarige wordt verdacht van een misdrijf bedoeld in hoofdstuk IV, V of VI van de bijzondere bepalingen van het strafrecht, bestraft met een gevangenisstraf voor bepaalde tijd van niet meer dan een jaar of lichtere straffen, en aan de voorwaarden voor vervolging is voldaan, maar hij / zij heeft berouw getoond over de misdaden, het volksparket kan een voorwaardelijke beslissing nemen om niet tot vervolging over te gaan. Het volksparket raadpleegt het orgaan van de openbare veiligheid en het slachtoffer alvorens een voorwaardelijke beslissing te nemen om niet tot vervolging over te gaan.
Indien een orgaan van de openbare veiligheid verlangt dat een voorwaardelijke beslissing die niet tot vervolging leidt, moet worden heroverwogen of herzien, of indien het betrokken slachtoffer een verzoekschrift indient tegen die beslissing, zijn de bepalingen van artikel 179 en artikel 180 hierin van toepassing.
Wanneer de minderjarige verdachte en zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger bezwaar maken tegen de voorwaardelijke beslissing tot niet-vervolging van een volksparket, beslist het volksprocureur om de zaak te vervolgen.
Artikel 283 Tijdens de proeftijd opgelegd door voorwaardelijke niet-vervolging, houdt het betrokken volksparket toezicht op en onderzoekt de minderjarige verdachte die voorwaardelijk is vrijgesteld van vervolging. De voogd van de minderjarige verdachte versterkt de disciplinaire maatregelen tegen de verdachte en werkt samen met het volksparket bij toezicht en inspectie.
De proeftijd voor voorwaardelijke niet-vervolging bedraagt ​​niet minder dan zes maanden maar niet meer dan een jaar, te rekenen vanaf de datum waarop het volksparket de voorwaardelijke beslissing tot niet-vervolging neemt.
Een minderjarige verdachte die voorwaardelijk is vrijgesteld van vervolging:
(1) zich houden aan wet- en regelgeving en toezicht aanvaarden;
(2) zijn / haar activiteiten rapporteren zoals vereist door het toezichthoudend orgaan;
(3) de goedkeuring van het toezichthoudend orgaan verkrijgen alvorens de stad of het graafschap waarin hij / zij woont te verlaten of alvorens naar een andere woonplaats te verhuizen; en
(4) onderwijs en correctie accepteren zoals vereist door het toezichthoudende orgaan.
Artikel 284 Een volksprocureur trekt het voorwaardelijke besluit tot niet-vervolging in en stelt het openbaar ministerie in als wordt vastgesteld dat de relevante minderjarige verdachte zich tijdens de proeftijd in een van de volgende omstandigheden bevindt:
(1) de minderjarige verdachte heeft nieuwe misdrijven gepleegd of moet worden vervolgd voor misdrijven die zijn gepleegd voordat het voorwaardelijke besluit tot niet-vervolging werd genomen; of
(2) de minderjarige verdachte heeft ernstige schendingen begaan van de openbare veiligheidsbepalingen of de bepalingen inzake toezicht en administratie van het toezichthoudende orgaan met betrekking tot voorwaardelijke niet-vervolging.
Het volksparket neemt een besluit tot niet-vervolging bij het verstrijken van de proeftijd, indien de betreffende minderjarige verdachte tijdens de proeftijd geen van de bovengenoemde omstandigheden heeft betrokken.
Artikel 285 Een zaak waarin de verdachte ten tijde van het proces nog geen 18 jaar oud is, wordt berecht in besloten zitting, op voorwaarde dat, met toestemming van de minderjarige beklaagde en zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger, de school waar de minderjarige beklaagde aanwezig is en de kleine beschermingsorganisatie kan vertegenwoordigers aanwijzen om het proces bij te wonen.
Artikel 286 Indien een misdadiger jonger is dan 18 jaar op het moment van het plegen van het misdrijf dat wordt bestraft met een gevangenisstraf voor bepaalde tijd van niet meer dan vijf jaar of lichtere straffen, wordt het desbetreffende strafregister afgesloten.
Er mag voor geen enkele entiteit of persoon een verzegeld strafregister worden verstrekt, behalve wanneer dit wordt vereist door gerechtelijke organen voor de behandeling van zaken of wanneer dit wordt ingezien door een relevante organisatie in overeenstemming met de bepalingen van de staat. De organisatie die toegang heeft tot het verzegelde strafregister in overeenstemming met de wet, zal de informatie daarin vertrouwelijk behandelen.
Artikel 287 Tenzij in dit hoofdstuk anders is voorgeschreven, worden strafzaken gepleegd door minderjarigen behandeld overeenkomstig andere bepalingen in dit hoofdstuk.
Hoofdstuk II Procedures voor verzoening tussen betrokken partijen in zaken van openbare vervolging
Artikel 288 Met betrekking tot de volgende gevallen van openbare vervolging kunnen de partijen daarbij een verzoeningsakkoord bereiken indien de verdachten of beklaagden van de strafrechtelijke vervolging oprecht berouw hebben getoond en de vergeving van de slachtoffers hebben verkregen door middel van compensatie en excuses en de slachtoffers vrijwillig verzoening hebben aanvaard :
(1) zaken met betrekking tot misdrijven voorgeschreven in hoofdstuk IV en hoofdstuk V van de bijzondere bepalingen van het strafrecht die voortvloeien uit privégeschillen, die worden bestraft met een gevangenisstraf van niet meer dan drie jaar of lichtere straffen; en
(2) gevallen van misdrijven van nalatigheid die worden bestraft met een gevangenisstraf voor bepaalde tijd van niet meer dan zeven jaar of lichtere straffen, met uitzondering van misdrijven wegens misdrijven.
Indien de verdachte of beklaagde de afgelopen vijf jaar opzettelijke misdrijven heeft gepleegd, zijn de procedures van dit hoofdstuk niet van toepassing.
Artikel 289 Wanneer de partijen bij een strafzaak tot verzoening komen, raadplegen het betrokken orgaan van de openbare veiligheid, de volksvertegenwoordiging en de volksrechtbank de betrokken partijen en andere relevante personen, beoordelen zij de vrijwilligheid en legitimiteit van de verzoening en organiseren zij de voorbereiding van de verzoeningsovereenkomst. .
Artikel 290 Met betrekking tot een zaak waarin een verzoeningsakkoord is bereikt, kan het betrokken orgaan van de openbare veiligheid het volksparket adviseren om een ​​milde straf te zoeken. Het volksparket kan op zijn beurt de betrokken volksrechtbank adviseren om milde straffen op te leggen. Het volksparket kan besluiten de zaak niet te vervolgen als de omstandigheden van het misdrijf gering zijn en niet strafbaar zijn. De volksrechtbank kan de verdachte volgens de wet milde straffen opleggen.
Hoofdstuk III Procedures voor Trials bij Absentia
Artikel 291 Voor een strafzaak inzake corruptie of omkoping, of een zaak met betrekking tot het ernstig in gevaar brengen van de staatsveiligheid of terroristische criminele activiteiten die door de volksvertegenwoordiging zijn geïdentificeerd en die een onmiddellijke berechting vereist, indien de verdachte of beklaagde in het buitenland is geweest en de toezichthoudende autoriteiten of de openbare veiligheid autoriteiten de zaak hebben overgedragen voor vervolging, kan de volksvertegenwoordiger een openbare vervolging instellen bij de volksrechtbank als hij oordeelt dat de bijzonderheden van het misdrijf al bekend zijn, dat het bewijs sluitend en voldoende is, en dat strafrechtelijke aansprakelijkheid zal worden vervolgd in overeenstemming met wet. Na een toetsing te hebben uitgevoerd, besluit de volksrechtbank om een ​​rechtszitting te openen als de tenlastelegging duidelijke gegevens bevat over de beschuldigde strafbare feiten en voldoet aan de voorwaarden waarop de procedures voor processen bij verstek van toepassing zijn.
De zaak bedoeld in de vorige paragraaf wordt behandeld door een collegiaal panel bestaande uit de tussenliggende volksrechtbank op de plaats van het misdrijf, in de woonplaats van de verdachte voordat hij China verlaat of zoals aangewezen door het Hooggerechtshof.
Artikel 292 Een volksrechtbank dient de dagvaarding en een afschrift van de aanklacht van de volksvertegenwoordiger aan de verdachte door middel van gerechtelijke bijstand zoals voorgeschreven in de relevante internationale verdragen, of zoals aangedragen via diplomatieke kanalen, of op andere middelen die zijn toegestaan ​​door de wet van de de locatie van de gedaagde. Als de verdachte niet aanwezig is bij de rechtbank zoals vereist na de dagvaarding en de afschrift van de aanklacht is betekend, zal de volksrechtbank de zaak in openbare zitting behandelen, een vonnis geven in overeenstemming met de wet en zich ontdoen van onwettige winsten en andere eigendommen die betrokken zijn bij de zaak.
Artikel 293 Voor een zaak die bij verstek door een volksrechtbank wordt behandeld, heeft de verweerder het recht om een ​​persoon als zijn / haar verweerder toe te vertrouwen, en kan de naaste verwant van de verweerder namens hem / haar een verdachte toevertrouwen. Als de verdachte of zijn / haar naaste familielid een verdachte niet toevertrouwt, moet de volksrechtbank een rechtsbijstandinstantie op de hoogte brengen om een ​​advocaat aan te wijzen die de verweerder kan verdedigen.
Artikel 294 De volksrechtbank dient de schriftelijke uitspraak aan de beklaagde en zijn / haar naaste familieleden en de beklaagde. De beklaagde of zijn / haar naaste familielid die niet tevreden is met het vonnis heeft het recht om in beroep te gaan bij de volksrechtbank op het naast hogere niveau, en de beklaagde kan ook in beroep gaan met toestemming van de beklaagde of zijn / haar naaste familielid. .
Als de volksrechtbank van mening is dat het oordeel van de volksrechtbank inderdaad onjuist is, zal het protest indienen bij de volksrechtbank op het volgende hogere niveau.
Artikel 295 Wanneer de verdachte zich tijdens een proces vrijwillig overgeeft of gevangen wordt genomen, zal de volksrechtbank de zaak opnieuw behandelen.
Wanneer een overtreder aanwezig is bij de rechtbank nadat het vonnis of de uitspraak al rechtsgeldig is geworden, stelt de volksrechtbank de overtreder bloot aan de uitvoering van een straf. Voordat de straf wordt uitgevoerd, stelt de volksrechtbank de overtreder op de hoogte van zijn / haar recht om bezwaar te maken tegen het vonnis of de uitspraak. Als de dader bezwaar maakt tegen het vonnis of de uitspraak, zal de volksrechtbank de zaak opnieuw behandelen.
Indien de beschikking over de eigendommen van een dader op grond van een feitelijke vonnis of uitspraak inderdaad onjuist is, zullen die eigendommen worden teruggegeven met een vergoeding.
Artikel 296 In het geval dat de verweerder niet in staat is om voor de rechtbank te verschijnen wegens ernstige ziekte en nog steeds niet kan verschijnen voor de rechtbank nadat de procedure meer dan zes maanden is opgeschort, als de verweerder en zijn / haar procesvertegenwoordiger of naaste familielid een aanvraag indient voor of instemt met voortzetting van het proces, kan de volksrechtbank de zaak behandelen in afwezigheid van de verdachte in de rechtbank, en een oordeel vellen in overeenstemming met de wet.
Artikel 297 Wanneer de verdachte overlijdt, doet de volksrechtbank een uitspraak waarbij het proces wordt beëindigd; als er echter bewijs is dat de verdachte onschuldig is, en de volksrechtbank bevestigt zijn / haar onschuld na het voeren van een proces bij verstek, dan zal het een oordeel vellen in overeenstemming met de wet.
Voor een zaak die de volksrechtbank opnieuw probeert onder toezicht van een proces en de beklaagde overlijdt, kan de volksrechtbank een proces bij verstek voeren en een oordeel vellen in overeenstemming met de wet.
Hoofdstuk IV Procedures voor het in beslag nemen van illegale winsten in gevallen waarin de verdachte of beklaagde is ondergedoken of overleden
Artikel 298 Een volksparket kan bij een volksrechtbank een aanvraag indienen voor confiscatie van illegale winsten in geval van ernstige misdrijven zoals corruptie, omkoping of terroristische activiteiten waarbij de verdachten of beklaagden zijn ondergedoken en een jaar na de openbare aanhoudingsbevelen niet zijn gevonden zijn afgegeven, of wanneer de criminele verdachten of beklaagden zijn overleden, en de illegale winsten en andere eigendommen die bij de zaak betrokken zijn, zullen worden geconfisqueerd op grond van het strafrecht.
Wanneer een orgaan van openbare veiligheid van mening is dat een van de omstandigheden zoals gespecificeerd in het voorgaande lid bestaat, stelt het de brief met adviezen op over de confiscatie van illegale winsten en verwijst het de zaken door naar het volksparket.
Een aanvraag voor confiscatie van illegale winsten bevat het relevante bewijsmateriaal met betrekking tot de feiten van het misdrijf en de illegale winsten, en vermeldt de soorten, bedragen en locaties van de goederen en of de goederen zijn verzegeld, in beslag genomen en bevroren.
Indien nodig kan een volksrechtbank de goederen die worden geconfisqueerd, verzegelen, in beslag nemen en bevriezen.
Artikel 299 Een verzoek om confiscatie van onrechtmatige winsten wordt behandeld door het collegiaal panel dat wordt gevormd door de tussengerechtelijke volksrechtbank van de plaats waar het misdrijf plaatsvindt of in de woonplaats van de verdachte of beklaagde.
Een volksrechtbank zal een aankondiging doen na aanvaarding van een verzoek om confiscatie van illegale verworvenheden. De aankondiging is zes maanden geldig. De naaste familieleden en andere belanghebbende partijen van de strafrechtelijke verdachte of beklaagde hebben het recht om een ​​aanvraag in te dienen om de procedure bij te wonen, of om procesvertegenwoordigers toe te vertrouwen om de procedure bij te wonen.
De volksrechtbank behandelt het verzoek om confiscatie van illegale winsten na het verstrijken van de aankondigingstermijn. Wanneer een belanghebbende de procedure bijwoont, behandelt de volksrechtbank het verzoek ter zitting.
Artikel 300 Een volksrechtbank zal, na onderzoek en hoorzitting, een beslissing nemen om de eigendommen waarvan wordt vastgesteld dat ze illegale winsten zijn of andere eigendommen die bij de zaak betrokken zijn, te confisqueren, met uitzondering van de eigendommen die in overeenstemming met de wet aan het slachtoffer zullen worden teruggegeven. . Indien de goederen niet in beslag mogen worden genomen, beslist de volksrechtbank om de aanvraag af te wijzen en de goederen te bevrijden van verzegeling, inbeslagneming of bevriezing.
De naaste familieleden en andere belanghebbenden van de betrokken strafrechtelijke verdachte of beklaagde, of het volksparket kunnen in beroep gaan of protesteren tegen de uitspraak van de volksrechtbank op grond van het voorgaande lid.
Artikel301 Een volksrechtbank beëindigt de berechting van een zaak als de criminele verdachte of beklaagde zich in het algemeen vrijwillig overgeeft of tijdens een gerechtelijke procedure wordt opgepakt.
Eigendommen die per abuis in beslag zijn genomen, worden teruggegeven of terugbetaald aan de betrokken verdachte of beklaagde.
Hoofdstuk V Procedures voor verplichte medische behandeling voor geesteszieken die niet strafrechtelijk aansprakelijk worden gehouden
Artikel 302 Een geesteszieke persoon die gewelddadige handelingen heeft gepleegd die de openbare veiligheid in gevaar brengen of de persoonlijke veiligheid van burgers ernstig in gevaar brengen, maar die niet strafrechtelijk aansprakelijk is na deskundige beoordeling volgens de wettelijke procedures, kan onder verplichte medische behandeling worden geplaatst als dat waarschijnlijk is. om een ​​bedreiging voor de samenleving te blijven vormen.
Artikel 302 Een volksrechtbank beslist over de verplichte medische behandeling van personen met een psychische aandoening in overeenstemming met de bepalingen van dit hoofdstuk.
Wanneer een orgaan van openbare veiligheid ontdekt dat een geesteszieke persoon voldoet aan de voorwaarden voor de verplichte medische behandeling, geeft het een adviesbrief over de verplichte medische behandeling uit en verwijst het de zaak door naar het betrokken volksvertegenwoordiger. Wanneer het volksparket constateert dat een geesteszieke persoon die hiernaar is verwezen door het openbare veiligheidsorgaan voldoet aan de voorwaarden voor verplichte medische behandeling, of de genoemde omstandigheid vaststelt tijdens het onderzoek voorafgaand aan vervolging, zal het volksparket bij de bevoegde volksrechtbank een aanvraag indienen voor een verplichte medische behandeling. . Wanneer de volksrechtbank tijdens het proces van de zaak vaststelt dat de verdachte voldoet aan de voorwaarden voor verplichte medische behandeling, kan het een beslissing nemen over de verplichte medische behandeling.
Ten aanzien van een geesteszieke persoon die gewelddaden heeft gepleegd, kan het relevante openbare veiligheidsorgaan beschermende en tijdelijke beperkende maatregelen nemen voordat de volksrechtbank een beslissing neemt over de verplichte medische behandeling.
Artikel 304 Een volksrechtbank vormt een collegiaal panel om een ​​verzoek om verplichte medische behandeling te behandelen na aanvaarding daarvan.
De volksrechtbank informeert de wettelijke vertegenwoordiger van de verweerder of de verweerder die de behandeling bijwoont van een verzoek om verplichte medische behandeling. Indien de verweerder of de beklaagde geen procesvertegenwoordiger heeft toevertrouwd, informeert de volksrechtbank een instantie voor rechtsbijstand om een ​​advocaat aan te wijzen die hem / haar juridische diensten verleent.
Artikel 305 Wanneer een volksrechtbank bij het horen van oordeel is dat de verweerder of de beklaagde voldoet aan de voorwaarden voor verplichte medische behandeling, beslist het binnen een maand over de verplichte medische behandeling.
De persoon tegen wie de beslissing over de verplichte medische behandeling wordt genomen, of het slachtoffer en zijn / haar wettelijke vertegenwoordiger of naaste familieleden die bezwaren hebben tegen de beslissing over de verplichte medische behandeling, kunnen een verzoek tot heroverweging indienen bij de volksrechtbank op het naast hogere niveau.
Artikel 306 Een instelling waar de medische behandeling verplicht is, stelt regelmatig een diagnose en beoordeling van de persoon die een dergelijke behandeling ontvangt. Wanneer de persoon niet langer een bedreiging vormt voor de persoonlijke veiligheid van anderen en geen verdere verplichte medische behandeling nodig heeft, stelt de instelling die de verplichte medische behandeling aanbiedt adviezen op om de verplichte medische behandeling tijdig te beëindigen en dient het voorstel in bij de volksrechtbank dat heeft het besluit over de verplichte medische behandeling ter goedkeuring genomen.
De persoon die een verplichte medische behandeling ontvangt en zijn / haar naaste familieleden hebben het recht om beëindiging van de verplichte medische behandeling aan te vragen.
Artikel 307 Het volksparket houdt toezicht op de beslissing en uitvoering van de verplichte geneeskundige behandeling.
Aanvullende bepalingen
Artikel 308 De veiligheidsafdelingen van het leger oefenen de onderzoeksbevoegdheid uit met betrekking tot strafbare feiten die in het leger hebben plaatsgevonden.
De Chinese kustwacht voert de bescherming van het maritieme recht en de rechtshandhavingstaken uit en oefent het recht uit om de strafzaken die zich op zee voordoen, te onderzoeken.
Misdrijven gepleegd door criminelen in de gevangenis zullen door de gevangenis worden onderzocht.
De behandeling van strafzaken door de veiligheidsafdelingen van het leger, door de Chinese kustwacht en door gevangenissen wordt beheerst door de relevante bepalingen van de wet.

© 2020 Guodong Du en Meng Yu. Alle rechten voorbehouden. Herpublicatie of herdistributie van de inhoud, inclusief door framing of soortgelijke middelen, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Guodong Du en Meng Yu.