In juli 2022 oordeelde de Chaoyang Primary People's Court van Peking (de "Court") in een arbeidsconflict dat bedrijven geen lonen in virtuele valuta mogen betalen.
In het vonnis in eerste aanleg oordeelde het Hof dat het bedrijf meer dan CNY 270,000 aan salaris en bonus zou moeten betalen aan de werknemer Mr. Shen in Chinese valuta (Renminbi).
Dit geschil kwam voort uit het onenigheid van Shen met de betaling van het bedrijf in de vorm van virtuele valuta. Nadat het bedrijf was uitgeschreven, klaagde Shen zijn aandeelhouders, Hu en Deng, aan voor zijn salaris, prestatiebonus en overuren.
Het Hof oordeelde dat volgens de arbeidswet van de VRC de lonen maandelijks in de vorm van valuta aan de arbeiders zelf moeten worden betaald. Bovendien bepaalt artikel 5 van de “Tussentijdse bepalingen inzake loonbetaling” (工资支付暂行规定) dat lonen worden betaald in wettig betaalmiddel en niet worden betaald in de vorm van vergoedingen in natura of verhandelbare waardepapieren in plaats van valuta.
Volgens de wet op de People's Bank of China (中国人民银行法) is het wettige betaalmiddel van China de renminbi (RMB). De “Notice on Verdere voorkoming en oplossing van het risico van handel in virtuele valuta en speculatie” (工资支付暂行规定), uitgegeven in 2021, specificeert dat virtuele valuta niet dezelfde juridische status hebben als wettig betaalmiddel en dat virtuele valuta zoals Bitcoin, ETH en USDT is geen wettig betaalmiddel en mag en kan niet als valuta op de markt worden verspreid.