De wet ter voorkoming van dierepidemieën werd afgekondigd in 1997 en gewijzigd in respectievelijk 2007, 2013, 2015 en 2021. De laatste herziening is op 1 mei 2021 in werking getreden.
Er zijn in totaal 113 artikelen. De wet heeft tot doel het preventiesysteem voor dierenepidemieën te verbeteren en de volksgezondheid en de menselijke gezondheid te beschermen.
Kernpunten van de wet zijn onder meer:
Preventie van epidemieën bij dieren moet de principes volgen waarbij preventie op de eerste plaats komt en preventie wordt geïntegreerd met controle, decontaminatie en eliminatie.
De bevoegde autoriteit voor landbouw en plattelandszaken van de Staatsraad draagt zorg voor de preventie van dierepidemieën in het hele land. De bevoegde autoriteiten voor landbouw en plattelandszaken van de lokale volksregeringen op of boven het provinciaal niveau zijn belast met de preventie van dierepidemie in hun respectieve administratieve regio's.
De staat stelt het systeem in voor het beoordelen van de risico's van dierepidemieën en implementeert het systeem voor monitoring en vroegtijdige waarschuwing van dierepidemieën, het systeem voor het onderzoeken van de voorwaarden voor preventie van dierepidemieën, het systeem voor het melden van de situatie van dierepidemieën en het systeem voor officiële dierenartsen. afspraak.
Voor niet-eetbare wilde dieren die moeten worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, medicinaal gebruik, tentoonstellingen of andere speciale doeleinden, moet een aanvraag voor quarantaine worden ingediend bij de instellingen voor toezicht op de diergezondheid in overeenstemming met de relevante bepalingen van de staat, en deze dieren mogen pas worden gebruikt nadat ze de quarantaine zijn gepasseerd.
De staat voert verplichte vaccinatie uit tegen dierepidemieën die de productie van de fokkerij en de menselijke gezondheid ernstig in gevaar brengen.
De staat ondersteunt lokale autoriteiten bij het instellen van zones die vrij zijn van bepaalde dierepidemieën en moedigt veehouderijen aan om bioveiligheidsisolatiezones te bouwen die vrij zijn van bepaalde dierepidemieën.