Wet op plaatsvervangers van het Nationale Volkscongres en de Lokale Volkscongressen (2015) werd afgekondigd in 1992 en gewijzigd in respectievelijk 2010 en 2015. De laatste herziening is op 29 augustus 2015 in werking getreden.
Er zijn in totaal 52 artikelen.
De belangrijkste punten van deze wet zijn:
1. Afgevaardigden bij het Nationale Volkscongres zijn samenstellende leden van het hoogste orgaan van de staatsmacht, en afgevaardigden van de plaatselijke volkscongressen op verschillende niveaus zijn samenstellende leden van de organen van de staatsmacht op de overeenkomstige niveaus. (Artikel 2)
2 Afgevaardigden hebben voornamelijk recht op de volgende rechten:
(1) Bijwonen van sessies;
(2) het naar voren brengen van hun mening;
(3) het gezamenlijk indienen van rekeningen en voorstellen;
(4) Deelnemen aan alle stemmen. (Artikel 3)
3. Afgevaardigden staan niet los van hun eigen productie en werk. (Artikel 5)
4 Afgevaardigden staan onder toezicht van de kiezers van de kieskringen of de kieseenheden die hen hebben gekozen. (Artikel 6)
5 De activiteiten van plaatsvervangers wanneer de volkscongressen niet vergaderd zijn, geven voorrang aan collectieve activiteiten en nemen groepsactiviteiten van plaatsvervangers als basisvorm. (Artikel 20)
6 Afgevaardigden zijn niet wettelijk aansprakelijk voor hun toespraken of stemmen op verschillende bijeenkomsten van de volkscongressen. (Artikel 31)
7. Geen enkele plaatsvervanger van een volkscongres op of boven het provinciaal niveau mag worden gearresteerd of strafrechtelijk worden berecht zonder de toestemming van het presidium van het volkscongres op het overeenkomstige niveau, of zonder de toestemming van zijn vaste commissie wanneer het volkscongres is niet in sessie. (Artikel 32)