De nationale veiligheidswet werd in 2015 afgekondigd en trad in werking op 1 juli 2015.
Er zijn in totaal 84 artikelen.
De belangrijkste punten zijn:
1 Nationale veiligheid betekent een status waarin het regime, de soevereiniteit, de eenheid, de territoriale integriteit, het welzijn van de mensen, duurzame economische en sociale ontwikkeling en andere grote belangen van de staat relatief niet met enig gevaar worden geconfronteerd en niet intern of extern worden bedreigd. en het vermogen om een duurzame beveiligingsstatus te behouden.
2 Bij werkzaamheden op het gebied van nationale veiligheid worden algemene regelingen getroffen inzake interne veiligheid en externe veiligheid; territoriale veiligheid en burgerveiligheid; conventionele beveiliging en onconventionele beveiliging; en eigen veiligheid en gemeenschappelijke veiligheid.
3 De staat stelt de regels en mechanismen vast voor toetsing en toezicht op de nationale veiligheid, en voert nationale veiligheidsonderzoeken uit van buitenlandse investeringen, bepaalde materialen en sleuteltechnologieën, en netwerkinformatietechnologieproducten en -diensten die van invloed zijn of kunnen zijn op de nationale veiligheid, bouwprojecten die betrekking hebben op nationale veiligheidskwesties en andere belangrijke zaken en activiteiten om nationale veiligheidsrisico's effectief te voorkomen en op te lossen.
4 Burgers en organisaties vervullen de volgende taken om de staatsveiligheid te waarborgen:
(1) voldoen aan de relevante bepalingen van de grondwet van de Volksrepubliek China en de wetten en voorschriften met betrekking tot staatsveiligheid;
(2) tijdige rapportage van aanwijzingen van activiteiten die de staatsveiligheid in gevaar brengen;
(3) naar waarheid bewijs leveren van geïnformeerde activiteiten die de staatsveiligheid in gevaar brengen;
(4) het verstrekken van faciliteiten of andere hulp voor staatsveiligheidswerkzaamheden;
(5) het verstrekken van de nodige ondersteuning en bijstand aan staatsveiligheidsorganen, openbare veiligheidsorganen en relevante militaire organen;
(6) Het bewaren van staatsgeheimen die zijn geïnformeerd; en
(7) Het nakomen van andere verplichtingen die zijn bepaald door wetten en administratieve voorschriften.