De wet op de bevolking en gezinsplanning werd in 2001 uitgevaardigd en in 2015 gewijzigd. De laatste herziening is op 1 januari 2016 in werking getreden.

Er zijn in totaal 47 artikelen.

De belangrijkste punten zijn:

1 De staat neemt uitgebreide maatregelen om de bevolking onder controle te houden en de kwaliteit van leven te verbeteren.

2 De Staatsraad stelt het bevolkingsontwikkelingsplan op en de lokale overheden stellen, overeenkomstig de bevolkingsontwikkelingsplanning, de uitvoeringsprogramma's op inzake bevolkings- en gezinsplanning en organiseren de uitvoering.

3 Burgers hebben het recht om te baren en dragen ook de plicht om volgens de wet gezinsplanning toe te passen. De Staat pleit ervoor dat één echtpaar twee kinderen krijgt.

4 Anticonceptie speelt een hoofdrol bij gezinsplanning. De staat beloont de echtgenoten die gezinsplanning uitoefenen overeenkomstig de bepalingen.

5 Het is verboden vrouwen die baby's baren of vrouwen die niet in staat zijn te dragen, te discrimineren of te mishandelen. En het is verboden vrouwelijke baby's te discrimineren, te mishandelen of in de steek te laten.

6 De staat geeft de erecertificaat voor alleenstaande ouders af aan een echtpaar dat, gedurende de periode waarin de staat ervoor pleit dat één echtpaar slechts één kind baart, vrijwillig slechts één kind wil baren tijdens hun leven.

7 De Staat stelt het stelsel van gezondheidszorg vóór het huwelijk en het stelsel van gezondheidszorg voor zwangerschap en vruchtbare periode in om geboorteafwijkingen te voorkomen of te verminderen en om de gezondheidstoestand van de geboren baby's te verbeteren.

8. het is ten strengste verboden om zonder medische noodzaak ultrasone technologie of andere technologische middelen te gebruiken om het geslacht van een foetus vast te stellen; en het is ten strengste verboden om een ​​zwangerschap af te breken op basis van het geslacht van een foetus zonder medische noodzaak.