De wet inzake bevolkings- en gezinsplanning werd afgekondigd op 29 december 2001 en gewijzigd in respectievelijk 2015 en 2021. De laatste herziening is op 20 augustus 2021 in werking getreden.
Er zijn in totaal 48 artikelen. De wet heeft tot doel de gecoördineerde ontwikkeling van bevolking, economie, maatschappij, hulpbronnen en milieu te bewerkstelligen en gezinsplanning te bevorderen.
De belangrijkste punten zijn:
Gezinsplanning is een basisbeleid van de staat.
De staat pleit voor het huwelijk en het krijgen van kinderen op de juiste leeftijd, evenals voor een gezonde geboorte en kinderopvang. Een getrouwd stel kan drie kinderen krijgen.
Vrouwen kunnen speciale arbeidsbescherming genieten en bijstand en compensatie krijgen tijdens zwangerschap, bevalling en borstvoeding in overeenstemming met de relevante bepalingen van de staat. De staat beschermt de legitieme rechten en belangen van vrouwen in het arbeidsproces en biedt arbeidsbemiddelingsdiensten voor vrouwen wanneer hun werk wordt beïnvloed door een bevalling. Burgers die een chirurgische ingreep ondergaan voor gezinsplanning genieten het verlof zoals bepaald door de staat.
De volksregeringen op of boven het provinciaal niveau zullen allesomvattende maatregelen nemen op het gebied van planning, grond, huisvesting, fiscale, financiële, talentvolle en andere maatregelen om de totstandkoming van het algemene systeem van kinderopvang te bevorderen en de toegankelijkheid en eerlijkheid van diensten voor gezinnen met zuigelingen en jonge kinderen. De staat stimuleert en begeleidt particuliere sectoren bij het opzetten van kinderopvangorganisaties en ondersteunt kleuterscholen, organen, ondernemingen, openbare instellingen en gemeenschappen bij het verstrekken van kinderopvangdiensten.