De bepalingen van het Hooggerechtshof inzake de bevoegdheid van de rechtbanken voor intellectuele eigendom van Peking, Shanghai en Guangzhou werden op 31 oktober 2014 afgekondigd en zijn op 3 november 2014 in werking getreden.

Er zijn in totaal acht artikelen die tot doel hebben de jurisdictie van de drie rechtbanken voor intellectuele eigendom in China te bepalen.

De belangrijkste punten zijn:

1.In 2014 heeft China drie rechtbanken voor intellectuele eigendom opgericht in Peking, Shanghai en Guangzhou om civiele en administratieve zaken met betrekking tot intellectuele eigendom in eerste aanleg met sterke technische kenmerken te behandelen. (zie het besluit tot oprichting van rechtbanken voor intellectuele eigendom in Peking, Shanghai en Guangzhou van het Permanent Comité van het Nationale Volkscongres).

2 Rechtbanken voor intellectuele eigendom zijn bevoegd voor zaken in eerste aanleg op de volgende gebieden:

(1) Burgerlijke en administratieve gevallen van octrooien, nieuwe variëteiten van planten, lay-outontwerp van geïntegreerde schakelingen, technische geheimen en computersoftware;

(2) Administratieve zaken met betrekking tot auteursrechten, handelsmerken, oneerlijke concurrentie en andere administratieve handelingen door afdelingen onder de Staatsraad of de lokale volksregering op of boven het provinciaal niveau;

(3) Burgerlijke zaken betreffende de erkenning van bekende handelsmerken.

3 Bovendien is de rechtbank voor intellectuele eigendom van Peking bevoegd voor administratieve zaken in eerste aanleg op de volgende gebieden:

(1) Weigeren om de uitspraak of beslissing over de autorisatie en bevestiging van intellectuele eigendomsrechten gemaakt door afdelingen onder de Staatsraad te aanvaarden;

(2) Weigeren om het besluit over de dwanglicentie van intellectuele eigendom en de uitspraak over royalty's of vergoedingen van dwanglicenties, genomen door afdelingen onder de Staatsraad, te aanvaarden.