Het antwoord van het Hooggerechtshof over verschillende kwesties met betrekking tot de toepassing van het recht bij geschillen over inbreuken op intellectuele eigendom op internet werd afgekondigd in 2020 en trad in werking op 14 september 2020.

Er zijn in totaal zes artikelen die tot doel hebben rechtbanken in het hele land te voorzien van een uniforme wetstoepassingsstandaard voor het behandelen van inbreukprocedures op het gebied van intellectueel eigendom op internet.

De belangrijkste punten zijn:

1.Wanneer de houder van het intellectuele-eigendomsrecht beweert dat zijn / haar rechten zijn geschonden en de rechtbank om bewaringsmaatregelen verzoekt, kan hij / zij de rechtbank verzoeken te beslissen dat de netwerkdienstverlener of de exploitant van het e-commerceplatform (gezamenlijk to als "het platform") maatregelen moeten nemen om links te verwijderen, blokkeren en verbreken.

Inbreukverklaring: indien de houder van het intellectuele eigendomsrecht meent dat er sprake is van een inbreuk binnen het platform, kan hij / zij een melding naar het platform sturen. Het platform stuurt de kennisgeving van de rechthebbende tijdig door naar relevante netwerkgebruikers of bedrijfsexploitanten binnen het platform (gezamenlijk "de platformgebruiker" genoemd) en neemt de nodige maatregelen. Indien het platform nalaat de nodige maatregelen te nemen, waardoor de rechthebbende verdere verliezen lijdt, is het samen met de platformgebruiker hoofdelijk aansprakelijk voor dergelijke verdere verliezen.

3. niet-inbreukverklaring: indien de platformgebruiker meent dat hij geen inbreuk pleegt, kan hij het platform verzoeken de niet-inbreukverklaring door te sturen naar de houder van het intellectuele eigendomsrecht. Indien de rechthebbende niet binnen een redelijke termijn na ontvangst van de niet-inbreukverklaring aangeeft dat hij / zij een klacht heeft ingediend of een rechtszaak heeft aangespannen, zal het platform onmiddellijk zijn maatregelen tegen de platformgebruiker beëindigen.

4.Als de platformgebruiker de niet-inbreukverklaring kwaadwillig indient, wat leidt tot de beëindiging van de nodige maatregelen door de exploitant van het e-commerceplatform en schade toebrengt aan de houder van het intellectuele eigendomsrecht, kan de rechthebbende de platformgebruiker verzoeken om bestraffend schade.