De wet op het invorderingsbeheer is in 1992 uitgevaardigd en in respectievelijk 1995, 2001, 2013 en 2015 gewijzigd. De laatste herziening is op 24 april 2015 in werking getreden.
Er zijn in totaal 43 artikelen.
De belangrijkste punten zijn:
1 De inning van belasting of de beëindiging daarvan, de vermindering, vrijstelling en teruggaaf van belasting alsmede de betaling van ontduiking of achterstallige belasting geschiedt in overeenstemming met de wet of, indien de Staatsraad door de wet wordt gemachtigd om te formuleren relevante bepalingen, in overeenstemming met de relevante bepalingen die zijn voorgeschreven in door de Staatsraad opgestelde administratieve voorschriften.
2 De bevoegde belastingdiensten onder de Staatsraad zijn belast met de administratie van de belastinginning voor het hele land. Alle nationale belastingkantoren en lokale belastingkantoren beheren respectievelijk de belastinginning in overeenstemming met de door de Staatsraad vastgestelde reikwijdte van de belastinginning.
3 Belastingplichtigen of inhoudingsplichtigen zijn verplicht belasting te betalen, dan wel belastingen in te houden en af te dragen of belastingen te innen en af te dragen in overeenstemming met de wet of de bestuursrechtelijke bepalingen.
4 Indien een belastingautoriteit redenen heeft om aan te nemen dat een belastingplichtige die zich bezighoudt met productie of bedrijfsactiviteiten, enige handeling heeft verricht ter ontduiking van zijn belastingbetalingsverplichtingen, kan de belastingautoriteit de conservatieve belastingmaatregelen nemen.