De ondernemingsfaillissementswet werd afgekondigd in 2006 en trad in werking op 1 juni 2007.
Er zijn in totaal 136 artikelen.
De belangrijkste punten zijn:
1 Indien een onderneming niet in staat is haar schulden af te lossen op het moment dat ze opeisbaar worden en haar activa onvoldoende zijn voor de afwikkeling van alle schulden of wanneer zij duidelijk insolvent is, zal een dergelijke onderneming haar schulden afhandelen ingevolge de faillissementsprocedure. (Artikel 2)
2 Elke faillissementsprocedure die ingevolge deze wet ingaat, is bindend voor alle activa die door de schuldenaar buiten het grondgebied van de Volksrepubliek China worden gehouden. (Artikel 5)
3 Wanneer een vonnis of uitspraak van een buitenlandse rechtbank in een faillissementszaak die van kracht is geworden betrekking heeft op activa op het grondgebied van de Volksrepubliek China die in het bezit zijn van een schuldenaar, en een verzoek of verzoek om rechterlijke erkenning en tenuitvoerlegging van de beslissing wordt ingediend bij de People's Court, het People's Court behandelt de aanvraag of het verzoek op grond van het internationale verdrag dat de Volksrepubliek China heeft gesloten of er lid van is, of op grond van het wederkerigheidsbeginsel. (Artikel 5)
4 Indien een Volksrechtbank zich uitspreekt voor de aanvaarding van een faillissementsaanvraag, benoemt de Volksrechtbank gelijktijdig een bewindvoerder. (Artikel 13)
5 Elke schuldregeling door de schuldenaar met individuele schuldeisers nadat de People's Court de faillissementsaanvraag heeft aanvaard, is ongeldig. (Artikel 16)
6 Het Volksgerechtshof stelt, na aanvaarding van een faillissementsaanvraag, de termijn vast waarbinnen elke verklaring van schuldeiserrechten moet worden afgelegd. Schuldeisers geven hun schuldeisersrechten op aan de bewindvoerder binnen de door de Volksrechtbank bepaalde termijn voor de verklaring van schuldeiserrechten. (artikel 45 + 48)
7 Bij afwikkeling van faillissementskosten en collectieve schulden met gebruikmaking van de activa van de gefailleerde, worden de volgende kosten terugbetaald in de volgende volgorde: (artikel 113)
(1) lonen, medische subsidies, invaliditeitssubsidies en compensatiekosten verschuldigd aan werknemers door de failliet die moeten worden opgenomen in de basispensioenverzekering en de basisgezondheidsverzekering van de individuele rekeningen van de werknemers, en elke compensatie die moet worden betaald aan werknemers op grond van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen;
(2) sociale lasten anders dan die vermeld in de vorige post, verschuldigd door de failliete en onbetaalde belastingen van de gefailleerde; en
(3) normale rechten van schuldeisers bij faillissementen.
8. Indien het vermogen van de gefailleerde niet toereikend is om deze kosten in dezelfde volgorde terug te betalen, geschiedt de uitkering naar evenredigheid. (Artikel 113)