Op 7 november 2023 heeft de Internationale Handelsrechtbank van Chengdu, in een geval van erkenning van een buitenlands echtscheidingsvonnis, de partijen vrijgesteld van consulaire authenticatieformaliteiten in overeenstemming met de “Convention Abolishing the Requirement of Legalization for Foreign Public Documents” (hierna de “Convention Abolishing the Requirement of Legalization for Foreign Public Documents” Verdrag”), en een vonnis gewezen.
Dit is de eerste keer dat de Chinese rechtbank het verdrag in rechtszaken toepast. De uitspraak in deze zaak werd precies gedaan op de datum waarop het verdrag in China in werking trad.
In deze zaak heeft een buitenlandse rechtbank in 2009 een echtscheidingsvonnis uitgesproken. In augustus 2023 heeft de gedaagde van het echtscheidingsvonnis bij de Chengdu Intermediate People's Court om erkenning van het genoemde echtscheidingsvonnis verzocht.
De Chengdu International Commercial Court, verbonden aan de Chengdu Intermediate People's Court, behandelde de zaak en oordeelde dat de zaken van de partijen voldeden aan de voorwaarden die de Chinese wet stelt voor de erkenning van echtscheidingsvonnissen van buitenlandse rechtbanken. Er was geen sprake van schending van de basisbeginselen van de Chinese wet, noch van enige schade aan de nationale soevereiniteit, veiligheid of publieke sociale belangen. Het buitenlandse vonnis zal derhalve worden erkend.
Ondertussen merkte de rechtbank op dat de openbare documenten die door de partijen in de zaak waren ingediend, in een andere verdragsluitende staat waren afgegeven en dat de relevante bevoegde autoriteit van die staat een apostille had afgegeven zoals vereist door het Verdrag. Omdat het verdrag in China in werking was getreden, zag de rechtbank af van de authenticatieformaliteiten en erkende zij de authenticiteit van de relevante handtekeningen en zegels.
Medewerkers: CJO-team medewerkers