Op de ochtend van 21 juni 2023 hield het Chinese Hooggerechtshof (SPC) een persconferentie om voor het eerst vrij te geven: typische civiele zaken waarbij sprake is van sportgeschillen.
In het tweede geval hadden een Muay Thai-leerbedrijf en een stagiair een overeenkomst waarin werd bepaald dat, bij gebreke van opzet of grove nalatigheid van de kant van het bedrijf, eventuele verwondingen opgelopen tijdens de training voor rekening van de stagiair zouden komen. Vervolgens raakte de stagiair tijdens de training geblesseerd. De rechtbank oordeelde dat een dergelijke disclaimer in een sportopleidingsovereenkomst ongeldig was.
In het derde geval sloot de vader van een minderjarige een contract met een sportbedrijf, waarbij de minderjarige gecontracteerd biljarter voor het bedrijf zou worden. Vervolgens ontstonden er geschillen tussen partijen. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst tussen partijen een arbeidsovereenkomst was en geen normale commerciële overeenkomst. Dit onderscheid kwam voort uit het feit dat, onder de Chinese wet, personen onder de 16 jaar als arbeiders kunnen worden ingezet in literaire en artistieke, sport- en speciale kunst- en ambachtseenheden.
In het vierde geval kwamen de zeilboten van twee bedrijven tijdens een race met elkaar in botsing, waardoor schade aan de schepen ontstond. De rechtbank oordeelde dat beide partijen zich vrijwillig hadden ingeschreven voor de zeilbootrace met volledige kennis van de inherente risico's ervan, en oordeelde dat bij gebrek aan duidelijke opzet of nalatigheid beide partijen individueel de door het ongeval veroorzaakte verliezen moesten dragen.
Foto door Max Zhang on Unsplash
Medewerkers: CJO-team medewerkers