Portaal voor Chinese wetten - CJO

Vind Chinese wetten en officiële openbare documenten in het Engels

EngelsArabischVersimpeld Chinees)NederlandsFransDuitsHindiItaliaansJapanseKoreanPortugeesRussianSpaansZweedsHebreeuwsIndonesianVietnameesThaiTurksMalay

Antimonopoliewet van China (2007)

Antitrustwetgeving

Soort wetten Wet

Uitgevende instelling Permanent Comité van het Nationaal Volkscongres

Afkondigingsdatum Augustus 30, 2007

Ingangsdatum Jan 01, 2008

Geldigheidsstatus Geldig

Toepassingsgebied Landelijk

Onderwerp (en) Mededingingsrecht

Editors) CJ Observer

Antimonopoliewet van de Volksrepubliek China
(Aangenomen tijdens de 29e bijeenkomst van het Permanent Comité van het 10e Nationale Volkscongres van de Volksrepubliek China op 30 augustus 2007)
Inhoud
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Hoofdstuk II Monopolie-overeenkomst
Hoofdstuk III Misbruik van marktdominantie
Hoofdstuk IV Concentratie van bedrijfsexploitanten
Hoofdstuk V Misbruik van bestuurlijke macht om concurrentie uit te bannen of te beperken
Hoofdstuk VI Onderzoek naar verdachte monopolistische gedragingen
Hoofdstuk VII Wettelijke verplichtingen
Hoofdstuk VIII Aanvullende bepalingen
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Deze wet is van kracht om monopolistische gedragingen te voorkomen en te beteugelen, eerlijke concurrentie op de markt te beschermen, de economische efficiëntie te vergroten, de belangen van de consument en het maatschappelijk algemeen belang te beschermen en de gezonde ontwikkeling van de socialistische markteconomie te bevorderen.
Artikel 2 Deze wet is van toepassing op monopolistische gedragingen bij economische activiteiten binnen de Volksrepubliek China. Deze wet is van toepassing op gedragingen buiten het grondgebied van de Volksrepubliek China indien deze de concurrentie op de binnenlandse markt van de VRC elimineren of een beperkend effect hebben.
Artikel 3 Voor de toepassing van deze wet wordt onder "monopolistisch gedrag" verstaan:
(1) monopolistische overeenkomsten tussen exploitanten van bedrijven;
(2) misbruik van dominante marktposities door bedrijfsexploitanten; en
(3) concentratie van bedrijfsexploitanten die de concurrentie uitschakelt of beperkt, of die mogelijk de concurrentie uitschakelt of beperkt.
Artikel 4 De staat stelt concurrentieregels op die in overeenstemming zijn met de socialistische markteconomie, vervolmaakt de macrocontrole en bevordert een verenigd, open, concurrerend en ordelijk marktsysteem.
Artikel 5 Bedrijfsexploitanten kunnen, door middel van eerlijke concurrentie, vrijwillige alliantie, zich concentreren volgens de wet, de reikwijdte van de bedrijfsactiviteiten uitbreiden en het concurrentievermogen versterken.
Artikel 6 Elk bedrijf met een dominante positie mag die dominante positie niet misbruiken om de concurrentie uit te schakelen of te beperken.
Artikel 7 Met betrekking tot de industrieën die worden beheerst door de staatseconomie en met betrekking tot de levensader van de nationale economie en de nationale veiligheid of de industrieën die exclusieve exploitatie en verkoop uitvoeren volgens de wet, beschermt de staat de legale bedrijfsactiviteiten die worden uitgevoerd door de exploitanten daarin. De staat reguleert en controleert ook wettig hun bedrijfsactiviteiten en de prijzen van hun goederen en diensten om de belangen van consumenten te beschermen en technische vooruitgang te bevorderen.
De hierboven genoemde bedrijfsexploitanten zullen wettig opereren, eerlijk en trouw zijn, strikt zelfdiscipline zijn, sociaal toezicht aanvaarden en de belangen van de consumenten niet schaden op grond van hun dominante of exclusieve positie.
Artikel 8 Geen enkel bestuursorgaan of organisatie die door een wet of bestuursvoorschrift bevoegd is om openbare aangelegenheden te besturen, mag misbruik maken van zijn bestuurlijke bevoegdheden om de concurrentie uit te schakelen of te beperken.
Artikel 9 De Staatsraad stelt de Antimonopoliecommissie in, die belast is met het organiseren, coördineren en begeleiden van antimonopoliewerkzaamheden, die de volgende functies vervult:
(1) het bestuderen en opstellen van aanverwant concurrentiebeleid;
(2) het organiseren van het onderzoek naar en de beoordeling van algemene concurrentiesituaties op de markt, en het uitbrengen van beoordelingsrapporten;
(3) het opstellen en uitvaardigen van antimonopolierichtlijnen;
(4) het coördineren van antimonopolistische administratieve rechtshandhaving; en
(5) andere functies zoals toegewezen door de Staatsraad.
De Staatsraad stelt de samenstelling en werkregels van de Antimonopoliecommissie vast.
Artikel 10 De door de Staatsraad aangewezen antimonopolie-autoriteit (hierna onder de Staatsraad de Antimonopolie-autoriteit genoemd) is belast met de antimonopolie-rechtshandhaving in overeenstemming met deze wet.
De antimonopolie-autoriteit onder de Staatsraad) kan, indien nodig, de overeenkomstige autoriteiten in de volksregeringen van de provincies, autonome regio's en gemeenten die rechtstreeks onder de centrale regering vallen, machtigen om de leiding te nemen over de antimonopolie-wetshandhaving in overeenstemming met deze wet. .
Artikel 11 Een handelsvereniging intensiveert de industriële zelfdiscipline, begeleidt bedrijfsexploitanten om legaal te concurreren, waarborgt de concurrentiepositie op de markt.
Artikel 12 Voor de toepassing van deze wet verwijst "bedrijfsexploitant" naar een natuurlijke persoon, rechtspersoon of enige andere organisatie die zich bezighoudt met de productie of exploitatie van goederen of het leveren van diensten, en verwijst "relevante markt" naar het toepassingsgebied van goederen. of territoriale reikwijdte waarbinnen de bedrijfsexploitanten gedurende een bepaalde periode met elkaar concurreren om specifieke goederen of diensten (hierna algemeen "goederen" genoemd).
Hoofdstuk II Monopolie-overeenkomst
Artikel 13 Elk van de volgende monopolieovereenkomsten tussen de concurrerende bedrijfsexploitanten is verboden:
(1) vaststelling of wijziging van prijzen van grondstoffen;
(2) het beperken van de productie of verkoop van grondstoffen;
(3) verdeling van de afzetmarkt of de inkoopmarkt voor grondstoffen;
(4) beperking van de aankoop van nieuwe technologie of nieuwe faciliteiten of de ontwikkeling van nieuwe technologie of nieuwe producten;
(5) het uitvoeren van boycottransacties; of
(6) andere monopolieovereenkomsten zoals bepaald door de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad.
Voor de toepassing van deze wet verwijzen "monopolieovereenkomsten" naar overeenkomsten, besluiten of andere onderling afgestemde acties die de concurrentie uitschakelen of beperken.
Voor de toepassing van deze wet verwijzen "monopolieovereenkomsten" naar overeenkomsten, besluiten of andere onderling afgestemde acties die de concurrentie uitschakelen of beperken.
(1) het vaststellen van de prijs van grondstoffen voor wederverkoop aan een derde partij;
(2) het beperken van de minimumprijs van grondstoffen voor wederverkoop aan een derde partij; of
(3) andere monopolieovereenkomsten zoals bepaald door de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad.
Artikel 15 Een overeenkomst tussen bedrijfsexploitanten is vrijgesteld van de toepassing van de artikelen 13 en 14 indien kan worden aangetoond dat dit in een van de volgende omstandigheden is:
(1) met het oog op het verbeteren van technologieën, het onderzoeken en ontwikkelen van nieuwe producten;
(2) met het oog op het verbeteren van de productkwaliteit, het verlagen van de kosten, het verbeteren van de efficiëntie, het uniformeren van productspecificaties of normen, of het uitvoeren van professionele arbeidsverdeling;
(3) ter verbetering van de operationele efficiëntie en ter versterking van het concurrentievermogen van exploitanten van kleine en middelgrote ondernemingen;
(4) met het oog op het bereiken van openbare belangen zoals energiebesparing, milieubescherming en het ontzetten van slachtoffers van een ramp, enzovoort;
(5) om een ​​ernstige daling van het verkoopvolume of duidelijk buitensporige productie tijdens economische recessies te verzachten;
(6) ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen in de buitenlandse handel of buitenlandse economische samenwerking; of
(7) andere omstandigheden zoals bepaald door wetten en de Staatsraad.
Wanneer een monopolieovereenkomst zich in een van de omstandigheden bevindt die in de punten 1 tot en met 5 zijn bepaald en is vrijgesteld van de artikelen 13 en 14 van deze wet, moeten de bedrijfsexploitanten bovendien aantonen dat de overeenkomst consumenten in staat kan stellen de uit de overeenkomst voortvloeiende belangen te delen, en zal de concurrentie op de relevante markt niet ernstig beperken.
Artikel 16 Een handelsvereniging mag de bedrijfsexploitanten niet in haar eigen bedrijfstak organiseren om het monopolistische gedrag uit te voeren zoals verboden door dit hoofdstuk.
Hoofdstuk III Misbruik van marktdominantie
Artikel 17 Een bedrijfsexploitant met een dominante marktpositie mag zijn dominante marktpositie niet misbruiken om de volgende handelingen te verrichten:
(1) grondstoffen te verkopen tegen oneerlijk hoge prijzen of grondstoffen te kopen tegen oneerlijk lage prijzen;
(2) het verkopen van producten tegen prijzen die onder de kostprijs liggen zonder enige gerechtvaardigde reden;
(3) weigeren handel te drijven met een handelspartij zonder gerechtvaardigde reden;
(4) van een handelspartij eisen dat hij uitsluitend met zichzelf handelt of uitsluitend handelt met een aangewezen bedrijfsexploitant (en) zonder gerechtvaardigde reden;
(5) het koppelen van producten of het opleggen van onredelijke handelsvoorwaarden op het moment van handel zonder enige gerechtvaardigde reden;
(6) ongelijke prijzen of andere transactievoorwaarden toepassen op tegenpartijen met gelijke status;
(7) andere gedragingen die door de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad worden aangemerkt als misbruik van een machtspositie.
Voor de toepassing van deze wet verwijst 'dominante marktpositie' naar een marktpositie die wordt ingenomen door een bedrijfsexploitant die de capaciteit heeft om de prijs, hoeveelheid of andere handelsvoorwaarden van grondstoffen op de relevante markt te beheersen, of om een ​​andere bedrijfsexploitant te hinderen of te beïnvloeden. om de relevante markt te betreden.
Artikel 18 De dominante marktstatus wordt bepaald aan de hand van de volgende factoren:
(1) het marktaandeel van een bedrijfsexploitant op de relevante markt en de concurrentiesituatie op de relevante markt;
(2) het vermogen van een bedrijfsexploitant om de afzetmarkten of de inkoopmarkt voor grondstoffen te beheersen;
(3) de financiële en technische voorwaarden van de bedrijfsexploitant;
(4) de mate waarin andere bedrijfsexploitanten bij transacties afhankelijk zijn van de bedrijfsexploitant;
(5) de moeilijkheidsgraad voor andere bedrijfsexploitanten om de relevante markt te betreden; en
(6) andere factoren die verband houden met het bepalen van een dominante marktpositie van de genoemde bedrijfsexploitant.
Artikel 19 Wanneer een bedrijfsexploitant zich onder een van de volgende omstandigheden bevindt, mag worden aangenomen dat hij een dominante marktpositie heeft:
(1) het relevante marktaandeel van een bedrijfsexploitant bedraagt ​​1/2 of meer op de relevante markt;
(2) het gezamenlijke relevante marktaandeel van twee bedrijfsexploitanten is goed voor 2/3 of meer; of
(3) het gezamenlijke relevante marktaandeel van drie bedrijfsexploitanten is goed voor 3/4 of meer.
Een bedrijfsexploitant met een marktaandeel van minder dan 1/10 wordt niet geacht een machtspositie op de markt te hebben, zelfs niet als hij onder het tweede of derde item valt.
Indien een bedrijfsexploitant waarvan wordt aangenomen dat hij een machtspositie op de markt heeft, anderszins kan bewijzen dat hij geen dominante markt heeft, wordt er niet van uitgegaan dat hij een machtspositie op de markt heeft.
Hoofdstuk IV Concentratie van bedrijfsexploitanten
Artikel 20 Een concentratie verwijst naar de volgende omstandigheden:
(1) de fusie van bedrijfsexploitanten;
(2) het verwerven van zeggenschap over andere bedrijfsexploitanten door hun aandelen of activa te verwerven; of
(3) het verwerven van zeggenschap over andere bedrijfsexploitanten of de mogelijkheid om een ​​beslissende invloed uit te oefenen op andere bedrijfsexploitanten door middel van contact of andere middelen.
Artikel 21 Wanneer een concentratie de door de Staatsraad bepaalde aangiftedrempel bereikt, moet vooraf een verklaring worden ingediend bij de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad, anders wordt de concentratie niet ten uitvoer gelegd.
Artikel 22 Wanneer een concentratie onder een van de volgende omstandigheden plaatsvindt, kan deze onder de Staatsraad niet aan de Antimonopolie Autoriteit worden gemeld:
(1) één bedrijfsexploitant die partij is bij de concentratie, heeft de bevoegdheid om meer dan de helft van de stemrechten van elke andere bedrijfsexploitant uit te oefenen, ongeacht of het om het eigen vermogen of de activa gaat; of
(2) één bedrijfsexploitant die geen partij is bij de concentratie, heeft de bevoegdheid om meer dan de helft van de stemrechten van elke betrokken bedrijfsexploitant uit te oefenen, of het nu gaat om het eigen vermogen of de activa.
Artikel 23 Een bedrijfsexploitant dient, bij het indienen van een concentratieverklaring bij de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad, de volgende documenten en materialen over:
(1) een aangiftepapier;
(2) uitleg over het effect van de concentratie op de relevante marktconcurrentie;
(3) de overeenkomst tot concentratie;
(4) de financiële verslagen en boekhoudkundige verslagen van het lopende boekjaar van de exploitant; en
(5) andere documenten en materialen zoals bepaald door de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad.
Dergelijke items zullen in het aangiftepapier worden opgenomen als de naam, de woonplaats en het bedrijfsgebied van de bedrijfsexploitanten die bij de concentratie betrokken zijn, evenals de datum van de geplande concentratie en andere items zoals bepaald door de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad.
Artikel 24 Indien de door een bedrijfsexploitant overgelegde documenten of materialen onvolledig zijn, dient hij de rest van de documenten en materialen in binnen de door de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad gestelde termijn; anders wordt de verklaring geacht niet te zijn ingediend.
Artikel 25 De antimonopolie-autoriteit onder de Staatsraad voert een voorlopige evaluatie uit van de verklaarde concentratie van bedrijfsexploitanten, neemt een besluit of een verdere evaluatie moet plaatsvinden en stelt de bedrijfsexploitanten binnen 30 dagen na ontvangst van de documenten en materialen schriftelijk op de hoogte. ingediend door de bedrijfsexploitanten overeenkomstig artikel 23 van deze wet. Voordat een dergelijk besluit is genomen door de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad, is het mogelijk dat de concentratie niet ten uitvoer wordt gelegd.
Indien de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad besluit geen verdere herziening uit te voeren of geen besluit neemt na het verstrijken van de gestelde termijn, kan de concentratie worden geïmplementeerd.
Artikel 26 Wanneer de antimonopolie-autoriteit onder de Raad van State besluit tot verdere herziening, voltooit zij binnen 90 dagen na de datum van besluit de herziening, neemt zij een besluit over het al dan niet verbieden van de concentratie en stelt zij de betrokken bedrijfsexploitanten daarvan in kennis van de beslissing in schriftelijke vorm. Een verbodsbesluit wordt met redenen omkleed. Binnen de herzieningsperiode wordt de concentratie mogelijk niet geïmplementeerd.
Onder een van de volgende omstandigheden kan de Antimonopolie-autoriteit onder de Staatsraad de exploitanten van het bedrijf schriftelijk meedelen dat de termijn zoals bepaald in het vorige lid kan worden verlengd tot niet meer dan 60 dagen:
(1) de betrokken bedrijfsexploitanten komen overeen de termijn te verlengen;
(2) de ingediende documenten of materialen zijn onnauwkeurig en moeten verder worden geverifieerd;
(3) dingen zijn aanzienlijk veranderd na aangifte.
Als de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad na het verstrijken van de termijn geen besluit neemt, kan de concentratie worden geïmplementeerd.
Artikel 27 Bij het onderzoek naar de concentratie van bedrijfsexploitanten neemt het de volgende relevante elementen in overweging:
(1) het marktaandeel van de bedrijfsexploitanten die op de relevante markt betrokken zijn en de controlerende macht daarvan op die markt;
(2) de mate van marktconcentratie op de relevante markt;
(3) de invloed van de concentratie van bedrijfsexploitanten op de markttoegang en technologische vooruitgang;
(4) de invloed van de concentratie van bedrijfsexploitanten op de consumenten en andere bedrijfsexploitanten;
(5) de invloed van de concentratie van bedrijfsexploitanten op de nationale economische ontwikkeling; en
(6) andere elementen die van invloed kunnen zijn op de concurrentie op de markt en waarmee rekening zal worden gehouden zoals beschouwd door de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad.
Artikel 28 Wanneer een concentratie tot gevolg heeft of kan hebben dat de mededinging wordt uitgeschakeld of beperkt, neemt de Antimonopolie Autoriteit onder de Raad van State een besluit om de concentratie te verbieden. Als de betrokken exploitanten echter kunnen aantonen dat de concentratie een meer positieve dan een negatieve invloed op de concurrentie zal hebben, of de concentratie ingevolge het algemeen belang is, kan de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad besluiten de concentratie niet te verbieden.
Artikel 29 Wanneer de concentratie niet verboden is, kan de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad besluiten beperkende voorwaarden te verbinden om de negatieve impact van een dergelijke concentratie op de concurrentie te verminderen.
Artikel 30 Wanneer de Antimonopolie Autoriteit onder de Staatsraad besluit een concentratie te verbieden of beperkende voorwaarden aan concentratie verbindt, maakt zij dergelijke besluiten tijdig aan het grote publiek bekend.
Artikel 31 Indien een buitenlandse investeerder fuseert en een binnenlandse onderneming verwerft of op andere wijze deelneemt aan een concentratie, wordt, indien er sprake is van staatsveiligheid, naast het onderzoek naar de concentratie in overeenstemming met deze wet, het onderzoek naar de nationale veiligheid ook uitgevoerd in overeenstemming met de relevante staatsbepalingen.
Hoofdstuk V Misbruik van bestuurlijke macht om concurrentie uit te bannen of te beperken
Artikel 32 Elk bestuursorgaan of elke bestuursorgaan dat door een wet of bestuursvoorschrift bevoegd is om openbare aangelegenheden te beheren, mag zijn bestuurlijke macht niet misbruiken, entiteiten en individuen in verkapte vorm beperken of beperken tot het exploiteren, kopen of gebruiken van de goederen die worden geleverd door door hem aangewezen exploitanten .
Artikel 33 Elk bestuursorgaan of organisatie dat door een wet of een bestuursvoorschrift bevoegd is om openbare aangelegenheden te besturen, mag geen van de volgende gedragingen vertonen door misbruik te maken van zijn bestuurlijke bevoegdheid om het vrije verkeer van waren tussen regio's te blokkeren:
(1) discriminerende heffingsposten, discriminerende heffingsnormen of discriminerende prijzen op te leggen aan goederen van buiten de plaats,
(2) het opleggen van dergelijke technische eisen en inspectienormen aan goederen van buiten de plaats als verschillend van die aan lokale goederen met dezelfde classificatie, of het nemen van discriminerende technische maatregelen zoals herhaalde inspecties of herhaalde certificeringen voor goederen van buiten de plaats, om hen beperken om de lokale markt te betreden;
(3) het uitoefenen van administratieve vergunningen, speciaal voor goederen van buiten de plaats, om ze te beperken tot de lokale markt;
(4) barrières opwerpen of andere maatregelen nemen om te verhinderen dat goederen van buiten de plaats de lokale markt betreden of dat lokale goederen zich buiten de plaatselijke regio verplaatsen; of
(5) andere gedragingen met als doel het verhinderen van goederen uit het vrije verkeer tussen regio's.
Artikel 34 Elk bestuursorgaan of elke bestuurlijke organisatie die door een wet of bestuursvoorschrift bevoegd is om openbare aangelegenheden te beheren, mag geen misbruik maken van zijn bestuurlijke bevoegdheid om exploitanten van buiten de plaats te weigeren of te beperken tot deelname aan lokale aanbestedings- en biedactiviteiten door middel van het opleggen van discriminerende kwalificatievereisten of beoordelingsnormen of het op onwettige wijze vrijgeven van informatie.
Artikel 35 Elk bestuursorgaan of elke bestuursorgaan dat door een wet of bestuursvoorschrift bevoegd is om openbare aangelegenheden te beheren, mag geen misbruik maken van zijn bestuursbevoegdheid om bedrijfsexploitanten van buiten de plaats te weigeren of te beperken om in de plaats te investeren of filialen op te richten door daarop een ongelijke behandeling op te leggen in vergelijking met dat op lokale ondernemers.
Artikel 36 Elk bestuursorgaan of elke bestuursorgaan dat door een wet of bestuursvoorschrift bevoegd is om openbare aangelegenheden te besturen, mag zijn bestuurlijke bevoegdheid niet misbruiken om bedrijfsexploitanten te dwingen zich in te laten met monopolistische gedragingen zoals voorgeschreven in deze wet.
Artikel 37 Een bestuursorgaan mag geen misbruik maken van zijn bestuurlijke bevoegdheid om dergelijke bepalingen vast te stellen met betrekking tot het uitschakelen of beperken van de mededinging.
Hoofdstuk VI Onderzoek naar verdachte monopolistische gedragingen
Artikel 38 De antimonopolistische autoriteit stelt in overeenstemming met de wet onderzoek in naar verdacht monopolistische gedragingen.
Elke entiteit of individu kan verdacht monopolistisch gedrag melden aan de antimonopolistische autoriteit. De antimonopolie-autoriteit houdt de informant vertrouwelijk.
Wanneer een informant de melding in schriftelijke vorm doet en relevante feiten en bewijzen verstrekt, stelt de antimonopolie-autoriteit het nodige onderzoek in.
Artikel 39 De antimonopolistische autoriteit kan een van de volgende maatregelen nemen bij het onderzoeken van verdacht monopolistisch gedrag:
(1) de inspectie uit te voeren door de bedrijfsruimten van de onderzochte bedrijfsexploitanten binnen te gaan of door naar een andere relevante plaats te gaan,
(2) navraag doen bij de bedrijfsexploitanten naar wie het onderzoek loopt, belanghebbende partijen of andere relevante entiteiten of individuen, en hen vragen de relevante voorwaarden toe te lichten,
(3) het raadplegen en dupliceren van de relevante documenten, overeenkomsten, rekeningboeken, zakelijke correspondentie en elektronische gegevens enz. Van de onderzochte bedrijfsexploitanten, belanghebbende partijen en andere relevante entiteiten of individuen,
(4) het in beslag nemen en vasthouden van relevant bewijsmateriaal, en
(5) navraag doen naar de bankrekeningen van de bedrijfsexploitanten die worden onderzocht.
Voordat de maatregelen zoals voorgeschreven in het vorige lid worden goedgekeurd, moet een schriftelijk rapport worden ingediend bij de hoofdverantwoordelijke (n) van de antimonopolie-autoriteit.
Artikel 40 Bij het inspecteren van verdacht monopolistisch gedrag, zijn er ten minste twee wetshandhavers, die hun wetshandhavingscertificaten tonen.
Bij het informeren naar en onderzoeken van verdachte monopolistische gedragingen, maken wetshandhavers aantekeningen daarop, die de handtekeningen dragen van de personen naar wie een onderzoek of een onderzoek loopt.
Artikel 41 De antimonopolie-autoriteit en de functionarissen daarvan zijn verplicht de bedrijfsgeheimen waartoe zij gedurende de rechtshandhaving toegang hebben, vertrouwelijk te behandelen.
Artikel 42 Bedrijfsexploitanten, belanghebbende partijen en andere relevante entiteiten en personen naar wie een onderzoek loopt, tonen medewerking aan de antimonopolie-autoriteit bij de uitvoering van haar taken en mogen het onderzoek door de antimonopolie-autoriteit niet afwijzen of belemmeren.
Artikel 43 Bedrijfsexploitanten, belanghebbenden tegen wie een onderzoek loopt, hebben het recht hun mening te geven. De antimonopolie-autoriteit controleert de feiten, redenen en bewijzen die door de bedrijfsexploitanten en belanghebbenden worden verstrekt.
Artikel 44 Wanneer de antimonopolistische autoriteit van mening is dat er sprake is van een monopolistisch gedrag na onderzoek en verificatie van een verdacht monopolistisch gedrag, neemt zij een besluit over hoe met het monopolistische gedrag om te gaan en maakt zij dit bekend.
Artikel 45 Wat betreft een verdacht monopolistisch gedrag dat de antimonopolie-autoriteit onderzoekt: indien de onderzochte bedrijfsexploitanten beloven de impact van de gedraging te elimineren door binnen de door de antimonopolistische autoriteit voorgeschreven termijn specifieke maatregelen te nemen, de autoriteit met een monopoliepositie kan besluiten het onderzoek op te schorten. In het besluit tot opschorting van het onderzoek worden de specifieke maatregelen gespecificeerd die door de onderzochte bedrijfsexploitanten zijn beloofd.
Indien de antimonopolie-autoriteit besluit het onderzoek op te schorten, houdt zij toezicht op de uitvoering van de belofte door de relevante bedrijfsexploitanten. Als de bedrijfsexploitanten hun belofte nakomen, kan de antimonopolie-autoriteit besluiten het onderzoek te beëindigen.
De antimonopolie-autoriteit hervat het onderzoek echter wanneer:
(1) de bedrijfsexploitanten komen de belofte niet na,
(2) er hebben belangrijke wijzigingen plaatsgevonden in de feiten op basis waarvan het besluit tot opschorting van het onderzoek is genomen; of
(3) het besluit om het onderzoek op te schorten werd genomen op basis van onvolledige of onnauwkeurige informatie die door de bedrijfsexploitanten was verstrekt.
Hoofdstuk VII Wettelijke verplichtingen
Artikel 46 Wanneer bedrijfsexploitanten een monopolieovereenkomst bereiken en deze uitvoeren in strijd met deze wet, zal de antimonopolie-autoriteit hen gelasten hiermee te stoppen, de illegale winsten in beslag nemen en een boete opleggen van 1% tot 10% van de verkoopopbrengsten in het voorgaande jaar. Indien de bereikte monopolieovereenkomst niet is nagekomen, wordt een boete van minder dan 500,000 yuan opgelegd.
Wanneer een bedrijfsexploitant vrijwillig de voorwaarden voor het bereiken van de monopolieovereenkomst meldt en belangrijke bewijzen levert aan de antimonopolie-autoriteit, kan hem een ​​gematigde straf of vrijstelling van straf worden opgelegd, al naargelang het geval.
Wanneer een gilde helpt bij het bereiken van een monopolieovereenkomst door bedrijfsexploitanten in zijn eigen bedrijfstak in strijd met deze wet, zal daarop door de antimonopolie-autoriteit een boete van minder dan 500,000 yuan worden opgelegd; in geval van ernstige omstandigheden kan de instantie voor registratie van de sociale groep de gilde uitschrijven.
Artikel 47 Wanneer een bedrijfsexploitant in strijd met deze wet misbruik maakt van zijn dominante marktstatus, wordt hem bevolen hiermee te stoppen. De antimonopolie-autoriteit neemt haar onrechtmatige verworvenheden in beslag en legt daarop een boete op van 1% tot 10% van de verkoopopbrengsten van het voorgaande jaar.
Artikel 48 Wanneer een bedrijfsexploitant in strijd met deze wet een concentratie uitvoert, gelast de antimonopolie-autoriteit hem hiermee te stoppen, aandelen of activa te vervreemden, het bedrijf over te dragen of andere noodzakelijke maatregelen te nemen om de marktsituatie vóór de concentratie te herstellen. binnen een bepaalde termijn en kan een boete van minder dan 500,000 yuan opleggen.
Artikel 49 Het specifieke bedrag van de boetes zoals voorgeschreven in de artikelen 46 tot en met 48 wordt bepaald met inachtneming van factoren als de aard, de omvang en de duur van de overtredingen.
Artikel 50 Indien enig verlies werd veroorzaakt door het monopolistische gedrag van een bedrijfsexploitant jegens andere entiteiten en personen, neemt de exploitant de burgerlijke aansprakelijkheid op zich.
Artikel 51 Wanneer een bestuursorgaan of een organisatie die door een wet of bestuursrechtelijk voorschrift bevoegd is om openbare aangelegenheden te besturen, misbruik maakt van zijn bestuursrechtelijke bevoegdheid om de mededinging uit te schakelen of te beperken, gelast het hogere gezag dat dit orgaan corrigeert en straffen oplegt aan de ) -verantwoordelijke en andere direct aansprakelijke personen. De antimonopolie-autoriteit kan suggesties doen voor afhandeling volgens de wet aan de relevante hogere autoriteit.
Indien in een wet of bestuursrechtelijk voorschrift anders is bepaald voor de behandeling van de organisatie die op grond van een wet of bestuursrechtelijk voorschrift bevoegd is om openbare aangelegenheden te beheren en die misbruik maakt van haar bestuursrechtelijke bevoegdheid om de mededinging uit te schakelen of te beperken, hebben die bepalingen voorrang.
Artikel 52 Wat betreft de inspectie en het onderzoek door de antimonopolie-autoriteit, indien bedrijfsexploitanten weigeren verwante materialen en informatie te verstrekken, frauduleuze materialen of informatie verstrekken, bewijsmateriaal verbergen, vernietigen of verwijderen of onderzoek op andere manieren weigeren of belemmeren, -monopolistische autoriteit zal hen bevelen rectificatie uit te voeren, een boete van minder dan 20,000 yuan opleggen aan individuen en een boete van minder dan 200,000 yuan aan entiteiten; en in geval van ernstige omstandigheden kan de antimonopolistische autoriteit een boete van 20,000 yuan tot 100,000 yuan opleggen aan individuen en een boete van 200,000 yuan tot een miljoen yuan aan entiteiten; wanneer een misdrijf wordt gepleegd, nemen de betrokken bedrijfsexploitanten strafrechtelijke aansprakelijkheid op zich.
Artikel 53 Indien een betrokken partij bezwaar maakt tegen de beslissing van de antimonopolie-autoriteit in overeenstemming met de artikelen 28 en 29 van deze wet, kan zij eerst een verzoek om administratieve heroverweging indienen; indien het bezwaar maakt tegen het besluit tot heroverweging, kan het overeenkomstig de wet een administratieve procedure aanspannen.
Indien een betrokken partij ontevreden is over een andere beslissing van de antimonopolie-autoriteit dan de in het voorgaande lid voorgeschreven beslissingen, kan zij een verzoek tot administratieve heroverweging indienen of een administratieve rechtszaak aanspannen in overeenstemming met de wet.
Artikel 54 Wanneer een functionaris van de antimonopolie-autoriteit zijn / haar macht misbruikt, zijn / haar plicht verzaakt, privévoordelen nastreeft of handelsgeheimen onthult waartoe hij / zij toegang heeft tijdens het proces van wetshandhaving, en een misdrijf wordt gepleegd, hij / zij is strafrechtelijk aansprakelijk; als er geen misdaad is gepleegd, wordt hij / zij een disciplinaire sanctie opgelegd.
Hoofdstuk VIII Aanvullende bepalingen
Artikel 55 Deze wet regelt niet het gedrag van bedrijfsexploitanten bij het uitoefenen van hun intellectuele eigendomsrechten op grond van wetten en relevante administratieve voorschriften inzake intellectuele eigendomsrechten; het gedrag van bedrijfsexploitanten om de concurrentie op de markt te elimineren of te beperken door misbruik te maken van hun intellectuele eigendomsrechten, wordt beheerst door deze wet.
Artikel 56 Deze wet is niet van toepassing op bondgenoten of onderling afgestemde acties van landbouwproducenten en economische organisaties op het platteland bij de economische activiteiten zoals productie, verwerking, verkoop, vervoer en opslag van landbouwproducten.
Artikel 57 Deze wet treedt in werking op 1 augustus 2008.

Deze Engelse vertaling komt van fdi.gov.cn (Ministerie van Handel). In de nabije toekomst zal een nauwkeurigere Engelse versie die door ons is vertaald, beschikbaar zijn op China Laws Portal.